zaterdag 3 november 2007

REFORMATIEHERDENKING 2007

Rouvoet heeft gesproken. Eindelijk. Het Woord van God had het moeten doen. Maar de chaos, het blameren door de liberalen en de nakende kabinetscrisis noopten de ChristenUnie tot een andere weg. Want het volk moet uit Kanaän naar Egypte worden geleid. Maar pas nadat een zekere Rahab terug naar Jericho is gejaagd. De Reformatieherdenking is gered. Op naar het volgende fiasco. Is dit het begin van een lawine? Of wordt de boel gesust en krijgt de ChristenUnie over een paar jaar de gevolgen te zien van deze kwestie?

Waarschijnlijk het laatste. Gisteravond heeft het Amsterdamse deelraadslid Yvette Lont na zware druk van vicepremier Rouvoet haar plan om een motie in te dienen ingetrokken. Deze motie had als doel praktiserende homoseksuelen te weren uit bestuurdersfuncties binnen de ChristenUnie. Maar de ethiek zet de boel onnodig op scherp. Daarom moet er een commissie komen die deze boel eerst breed neerzet. Daarmee zal de boel omgedraaid (dat is verdraaid) worden. Want het breed neerzetten was afgelopen zomer al begonnen. Met de uitspraken van partijideoloog prof. Jan Hoek dat heteroseksueel overspel erger is dan homoseksuele praxis is de aanzet al gegeven [2]. Niet de natuurlijke orde, maar de geestelijke waarden van liefde en trouw krijgen de voorrang. Alsof de argumenten zo bij de homolobby vandaan naar binnen wandelen. Het gaat om de intentie van de individu; het pakketje dat erom heen zit, doet er minder toe.

De uitspraken van Jan Hoek werden opgemerkt door het Amsterdamse deelraadslid Yvette Lont [3], samen met haar man een voorgangersechtpaar van een charismatische gemeente in Amsterdam van allochtone snit en ex-prostituee. Over dit laatste “feit” heeft ze ook een boek geschreven. Via het Nederlands Dagblad - een krant die door veel ChristenUnie mensen wordt gelezen – ging mevrouw Lont de aanval in op de haars inziens relativerende moraal van prof. Jan Hoek. Deze calvinistische hoogleraar ethiek hield in een interview weliswaar vast aan de klassiek christelijke visie op homoseksualiteit, namelijk dat homoseksuele relaties zondig zijn. Maar hij wilde zich hiervoor niet meer baseren op teksten in de Bijbel waarin homoseksualiteit wordt verboden, maar op andere teksten waarin het gaat over de instelling van het huwelijk tussen man en vrouw door God Zelf. Hoek vindt het jammer dat er geen Bijbelteksten zijn waarin homoseksualiteit wordt goedgepraat. Hij citeert met instemming de theoloog C. Graafland, die zei: "Menselijk gevoeld zou ik dolgraag willen dat de Bijbel mij de mogelijkheid zou geven om de homoseksuele relatie te legitimeren. Maar voor zover ik het kan zien, is dat niet zo."

Een aantal zaken in de opvatting van Hoek is opmerkelijk. Hij maakt een onderscheid tussen teksten die primair door God worden uitgesproken en “secundaire” teksten die minder algemeen kunnen en mogen worden opgevat en toegepast. Ten tweede maakt Hoek onderscheid tussen klassieke en moderne homoseksuele praxis. De moderne praxis kan moreel veel verhevener zijn in verband met het najagen van een relatie “in liefde en trouw” – net zoals in een huwelijk tussen man en vrouw. De klassieke praxis was volgens Hoek alleen maar een van “seksuele uitspattingen”. Dus niet vergelijkbaar met de morele vooruitgang in homoseksueel opzicht van onze dagen. Ten derde was opvallend hoe Hoek verder ging een rangorde van zonden construeerde. Volgens hem was een homoseksuele zonde minder erg dan de wereld uitbuiten, de hongerigen negeren of kinderen al in de moederschoot doden. Opvallend is verder zijn sterke benadrukking van de misstanden in heteroseksueel opzicht. Kortom: wie volgens Hoek niet valt in de zonde – zonder erin te blijven –, maar erin blijft liggen – en er een leefwijze van maakt – is een minder grote zondaar dan zo’n beetje alle Westerse consumenten (zij buiten de wereld uit), alle heteroseksuele mensen (met alle overspel en misstanden) of mensen die niet iets in de collectebus van “De Verre Naasten” gooien. Helemaal opmerkelijk was de persoonlijke ontboezeming dat Hoek het jammer vond dat de Bijbel toch de homoseksuele praxis verbiedt. Hij had het graag anders gezien dan God. Maar hij moet ermee leven – hij, de kerkelijke expert betreffende de ethos uit God – en heeft er dus wat op verzonnen. De daad is weliswaar hetzelfde als vroeger – ondanks de suggestieve term “uitspattingen” – maar als de daad wordt gewijd met eer, trouw en contract is er toch iets moois. De vraag is waarom Hoek dit gewijde alleen betrekt op het huwelijk, en niet op de godsdienst. Want veel seksuele uitspattingen waar Hoek op doelt, hadden in de klassieke tijd een religieuze inbedding. Ook toen werd de homoseksuele praxis gewijd. En was het dus geen loutere “uitspatting”.

Maar hoe serieus is een theoloog die aangeeft zelf eigenlijk wat anders te willen dan de God die hij “vertegenwoordigt”? Hij weet heel goed dat in het Oude Testament minder moeilijk wordt gedaan over heteroseksuele ontsporingen, dan over homoseksuele ontsporingen. Hij zegt het ook zelf door te zeggen dat over polygamie minder moeilijk wordt gedaan dan over homoseksualiteit. Maar dan komt het weer: dat betrof slechts de “uitspatting” en niet een leven “in liefde en trouw”. Hoek redeneert als een goed modern christen en dus als een praktiserende atheïst. Volgens hem waren seksuele daden altijd al louter en alleen puur driftmatig. De seksualiteit op zich is lichamelijk; daar moet nog wel redelijkheid en zedelijkheid aan toe worden gevoegd. Maar dat voor de oude mens het leven nog één was, en dat ook seksuele daden, net als rites en instellingen niet los konden worden gezien van de goddelijke werkelijkheid, negeert deze moderne Hoek. Tegenover de eenheid van het leven waarin een verwerpelijke praxis nooit kan samengaan met een verheven ritueel, plaatst Hoek de eenheid van het wereldgebeuren. Op een Nietzscheaanse wijze vervangt Hoek de naaste dingen door de verste dingen. Zolang er nog een kind sterft van de honger, is homoseksualiteit minder erg. Zolang er nog fossiele brandstoffen worden gestookt, is de homoseksuele praxis niet iets waar we ons echt druk over moeten maken.

Hoek is dezelfde man die enige tijd geleden nog vond dat echtscheiding soms noodzakelijk kan zijn als het samenleven binnen een huwelijk onleefbaar is geworden. Hij verwierp (in het Reformatorisch Dagblad tegenover onze medewerker Hugo Bos) de sacramentele opvatting over het huwelijk; een opvatting die deze instelling als onontbindbaar ziet. Nu doet Hoek alsof het huwelijk iets onaantastbaars is (een daad van overspel is daarmee een grote zonde) en iets dat (haast sacramenteel) de zonde kan verheffen tot iets moois. Wie dus als getrouwde man erachter komt dat hij homoseksueel is, moet dus - ik volg hier zijn manier van denken, EvG - gewoon bij zijn vrouw weggaan en met een kerel trouwen. En een biseksuele man moet gewoon een triohuwelijk aangaan met een man en een vrouw. Dan zit je dus automatisch, volgens Hoek, in een moreel hoger stadium. De logica is ontstellend eenvoudig: Wie vloekt is fout; wie er een gedicht van maakt is beter. Wie aan de verleiding van de duivel gehoor geeft, gaat in de fout; wie een tempel voor de Satan opricht, doet beter. Wie in de woestijn mort tegen God en Mozes is flink fout bezig; wie met behulp van Aäron een Gouden Kalf opricht en aanbidt is moreel gegroeid en respectabel. Hoek bakt ze bruin; elke vorm van institutionaliseren is immers behept met een zekere vorm van "liefde en trouw". Dus elke institutionalisering van welke vorm van kwaad dan ook, verheft het kwade in iets dat we altijd heimelijk verlangen tegen de wil van de God in die we officieel aanbidden.

Yvette Lont nam geen genoegen met deze uitleg. Volgens haar is het ongepast een rangorde aan te brengen in zonden en misstappen van mensen. Prof. Hoek ondernam daarna een halve, sputterende poging zijn eerdere woorden af te zwakken [4]. Natuurlijk is er geen rangorde in zonde, zo zei hij (dat zou ook tegen de leer zijn geweest om dat te beweren, ondanks de schijn die tegen Hoek sprak), maar hij wilde slechts “de selectieve verontwaardiging” aan de kaak stellen (wat op zichzelf genomen ook een drogredenering is; homoseksualiteit is maatschappelijk steeds meer aanvaardbaar, overspel vreemd genoeg niet). En natuurlijk stond bij prof. Hoek het huwelijk tussen man en vrouw nog wel bovenaan en natuurlijk bleef de homoseksuele praxis een zonde. Maar in werkelijkheid liet Hoek zijn verhaal staan. Als aanzet op de “verbreding” van de discussie rond homoseksualiteit die er binnen deze partij aan zit te komen.

Nogal wat lieden in de ChristenUnie-kringen waren ongelukkig met mevrouw Lont’s actie. Al gauw kwamen er verwijten. De reactie van de ChristenUnie was geschrokken. Eerst kreeg ze een spreekverbod opgelegd, dat later weer werd ingetrokken [5]. De hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad vond dat christenen als zij te weinig rekening hielden met de gebrokenheid van deze wereld en te radicaal inzetten op verandering van de homoseksueel gerichte mens [6]. Voor het COC waren natuurlijk meteen de rapen gaar. Men eiste dat de partij zich zou distantiëren van deze allochtone voorgangster. En dat gebeurde ook. Zowel dr. Blokhuis als minister Rouvoet distantieerden zich ervan. Niet lang daarna was er de Wageningse affaire waarin een gemeenteraadslid namens de ChristenUnie haar zetel ter beschikking stelde van haar partij omdat ze een lesbische relatie was aangegaan. Ze deed dat uit vrije wil, maar zag zelf in dat beide zaken lastig met elkaar te combineren waren. Weer deed Blokhuis van zich spreken. Het al of niet vertegenwoordiger zijn namens de ChristenUnie als praktiserend homoseksueel was een zaak van de plaatselijke afdelingen. De partij had hierover geen standpunt, aangezien de kerken ook verschillend dachten over deze materie. Als mensen maar geen aanstoot geven in hun eigen christelijke gemeente - zo was zijn redenering.

Maar zoals bekend, probeerde het Amsterdamse deelgemeenteraadslid Yvette Lont een motie in te dienen op het komende partijcongres van de ChristenUnie waarin ze opriep geen praktiserende homoseksuelen in bestuursfuncties te plaatsen van deze partij. Want volgens mevrouw Lont is de homoseksuele praxis strijdig met de grondslag van deze partij, de Bijbel en de christelijke leer. Volgens Lont is de Bijbel klip en klaar en bovendien: niet de kerkelijke visies bepalen de moraal, maar de Bijbel als Woord van God. Met dit laatste doelde ze op de uitlatingen van dr. Peter Blokhuis. Want het waren de uitlatingen van partijvoorzitter Blokhuis en vicepremier Rouvoet die mevrouw Lont hiertoe deden besluiten. Nadat Lont een signaal had afgegeven na de uitspraken van prof. Jan Hoek, bleek aan de basis van de ChristenUnie de homoseksuele praxis als overkomelijke zaak te worden gezien. In Wageningen was het praktiserend homoseksuele gemeenteraadslid van deze partij niet weggestuurd, maar ondanks dat ze mocht aanblijven zelf weggegaan. De slappe reactie van Peter Blokhuis sprak boekdelen. Er wordt verschillend over deze kwestie gedacht in CU-kringen en daarmee is de kous af.

Daar was mevrouw Lont niet tevreden mee. Als de partijbeginselen zo voor meerderlei uitleg vatbaar zijn, dan moest er volgens haar maar een aanscherping worden geformuleerd op dit punt. En zou er dus moeten worden verklaard dat praktiserende homoseksuelen geen bestuursfuncties kunnen bekleden binnen deze partij. “Een onhandige actie”, zo noemden verschillenden partijprominenten haar initiatief. En even leek het erop dat ze steun ontving. Het Nederlands Dagblad vond bij monde van haar hoofdredacteur dat mevrouw Lont wel een punt had. En volgens onderzoek van de Evangelische Omroep bleek twee derde van de lokale partijvoorzitters achter het indienen van een soortgelijke motie te staan. Vooral dit laatste feit was een flinke streep door de verwachtingen van de partijtop die de verwachting had uitgesproken dat de motie niet zou kunnen worden ingediend vanwege onvoldoende steun bij lokale afdelingen.

Ondertussen werd er in de media en in de politieke arena in razend tempo een hetze tegen de ChristenUnie opgevoerd. Volgens de VVD en D66 moest eventueel de subsidie aan deze partij worden ingetrokken. Volgens Elsevier en andere media was de positie van de ChristenUnie binnen het kabinet onhoudbaar geworden [7]. Volgens de hoofdredacteur van het dagblad Trouw moest de folklore van de traditionele visie op homoseksualiteit nu maar eens afgelopen zijn. Afwijkingen van de normen van de democratische rechtsstaat kunnen nu immers niet meer worden getolereerd. De teneur is duidelijk en wordt steeds duidelijker. Afwijkende opvattingen – werkelijk van de liberale consensus afwijkende opvattingen – mogen niet meer worden uitgedragen. Ook niet binnen besloten verbanden. De voorstanders van absolute meningsuiting hielden hun lippen stijf op elkaar. De ondertekenaars van de steunverklaring van het Comité van ex-moslims lieten nu niet van zich horen.

Verholen haat tegen de ChristenUnie leidde tot een duister stilzwijgen van neoconservatieven en soortgelijk volk [8]. Openlijke haat leidde de afgelopen dagen tot een ontluisterend beeld van de huidige moraal van ons land. Nu mochten mensen – homo’s, liberalen en progressieve christenen - opeens wel openlijk racistisch zijn (mevrouw Lont is namelijk een allochtoon). Nu mocht men eindelijk iemand ongestraft bedreigen en voor hoer uitschelden (hoezo seksueel vrijgevochten?). Op de radio mocht men nu ongestraft blasfemie doordrenken met homoseksuele en soortelijke voorstellingen. De ChristenUnie wist duidelijk niet wat ze moest doen. Men probeerde de afgelopen tijd de afstand tot de SGP te vergroten en zou ze nu eenzelfde lot ten deel vallen als deze uitgerangeerde partij? Namelijk het kwijtraken van overheidssubsidie en een marginaal bestaan in de vaderlandse politiek? Om misschien zelfs op den duur verboden te worden? En bovendien: juist Rouvoet heeft zich de afgelopen tijd gemanifesteerd als een geharnast bestrijder van homodiscriminatie. Zou zijn geloofwaardigheid dit akkevietje – een ingediende motie – wel kunnen overleven? De druk op Lont werd daarom opgevoerd. Zodanig dat ze gisteravond besloot geen motie in te dienen. Mevrouw Yvette Lont wilde het Woord van God voorrang geven, maar was niet sterk genoeg. De stem van André Rouvoet overstemde die van God. De (ex-hoer) Yvette Lont werd als een Rahab naar Jericho teruggestuurd nadat de muren in de voorgaande jaren al weer waren opgetrokken. Het volk van de ChristenUnie moet namelijk verder trekken. Vanuit het land Kanaän moet ze naar de vleespotten van Egypte. De partijafdelingen hadden anders gewild, maar de partijleiding besliste op haar eigen wijze.

Zouden ze bij de ChristenUnie nu nog zo blij zijn met de toeloop van allochtone christenen naar deze partij, zoals een mevrouw Lont? Waarschijnlijk niet, al zal men dat niet openlijk toegeven. Enkele jaren terug begon het hangen naar de immigrantenkerken. De ChristenUnie hamerde op haar nieuwe elan en wilde proberen nieuwe groepen christelijke kiezers aan te trekken, waaronder de immigrantenchristenen. Enkele jaren terug was ik op een bijeenkomst met verschillende vertegenwoordigers van christelijk Nederland. Aanwezig waren de toenmalige directeur van de Reformatorische Wijsbegeerte, Jet Weigand-Timmer (overigens actief in het CDA), Arthur Zijlstra van het Instituut CultuurEthiek en dr. Paul Blokhuis, de huidige voorzitter van de ChristenUnie. Wat opviel was dat deze personen nogal wat verwachtingen hadden van de immigrantenkerken als het ging om positieve impulsen voor het huidige christendom. Ik vond het maar een rare mix, de verhalen rond Kuyper, Dostojewski en solidariteit met immigranten. Mijn tegenwerping dat het christendom juist inzet bij de naaste en niet bij de verste werd, vooral door Zijlstra, met onbegrip ontvangen. Het ging het ene oor in en het andere oor uit. Maar het meest opvallende was wel de opstelling van dr. Blokhuis. Ik kan me niet herinneren dat hij kanttekeningen plaatste bij de gedachte dat christenen uit immigrantenkringen een belangrijke impuls konden zijn voor de huidige Nederlandse christenheid. Het leek mee geen kwaaie kerel, wel hopeloos omslachtig en vaag [8]. Niet lang daarna werd Blokhuis voorzitter van de ChristenUnie; een partij waarin het nieuwe elan van bewogenheid met de Derde Wereld, met de immigranten, met de verschoppelingen van deze aarde reeds in volle werking was.

Met de affaire Lont is dit experiment met immigrantenchristenen schijnbaar ten einde. Veel christenen uit immigrantenkringen hebben net als Lont standpunten die de blanke goegemeente veel te radicaal vindt. En anders vindt deze gemeente de aanpak wel te radicaal. Veel Nederlandse gelovigen hebben zich neergelegd bij een situatie waarin men de mond moet houden over gevoelige onderwerpen als abortus en homoseksualiteit. Politieke en kerkpolitieke perspectieven hebben de gelovigen dermate geïntimideerd en gedeprimeerd dat men maar al graag de toevlucht wilde nemen tot de roes van barmhartigheid, Micha-campagnes, anti-Wilders-sentimenten en sociale bewogenheid. Veel immigrantenchristenen zijn nog niet zo ver. Die zijn nog niet lamgeslagen, decadent en gecastreerd geworden als hun indo-Germaanse soortgenoten. De religieuze blonde beesten van Europa zijn tam geworden, maar vinden nu bruin gehuide - min of meer - soortgenoten op hun weg die er gevaarlijke onverdraagzame standpunten op na houden. Ex-hoeren, bekeerlingen, strijdbaren en anderen die echt in God blijken te geloven. Echte christenen blijken meer op sommige moslims te lijken dan we voor lief hebben. En dan niet op het Albayrak-type.
Welk woord?

Maar ook de allochtone christenen zijn niet sterk genoeg. Radicaliteit die alleen op het Woord van God is gebaseerd is een wassen neus. Ook de ChristenUnie hanteert slechts het Woord van God, maar dan wel als uitkomst van een commissie. Net als de SGP tijdens de vrouwenkwestie. Volgens Bas van der Vlies volgde men slechts het Woord van God, maar toen werd gevraagd naar dit concrete woord, verwees Van der Vlies naar een overleg tussen de mannenbroeder van de partij dat eerst moest worden afgewacht. Steeds is er het Woord van God, en steeds valt dit samen met het woord van commissies en met de stem van partijleiders. Daarmee is en was de kwestie Lont meteen iets anders: een mooie illustratieve Reformatieherdenking. Op 31 oktober werd namelijk in protestants Nederland de Reformatie herdacht. De kracht van “Sola Scriptura” – alleen het Woord van God (dat is de Bijbel) – stond daarbij ook centraal. Nu wordt steeds duidelijk wat de kracht is van dit Sola Scriptura. Er is geen kracht in dit loutere beginsel. Want voor standvastigheid en zogenaamde principiële radicaliteit is meer nodig: verworteling, karakter, verbond, mannelijkheid. En: een concrete, niet-theologische nuchterheid die het aandurft de klassieke moraal te verdedigen. Daarvoor zijn sterke mensen nodig. Geen allochtone goedbedoelende ex-prostituees die in de hoek kunnen worden getrapt. Zoals op een lage manier met Yvette Lont is gebeurd. Zijn zulke mensen er binnen de ChristenUnie? Ze waren er ooit, maar nu? Wie naar de parlementsleden kijkt, vermoedt dat deze lieden slechts zijn geselecteerd volgens het principe “kracht in zwakheid”; je hebt van dit gezelschap weinig te verwachten. Met bleke blotebillengezichten leven ze bij een “Woord” dat even flets en bleek is. Men leeft bij een christelijke boodschap zonder besef van orde en heiligheid. Men offert de naam van de bekeerde Rahab op om als mannen van Israel de benen te nemen. Bang voor de Kanaänieten en onder de indruk van hun kracht.

De algehele affaire is leerzaam. Het fascistoïde karakter van het liberalisme wordt meer en meer duidelijk. Ik heb dit eerder aangestipt [9].Wie een gezonde visie op seksualiteit en het leven zelf heeft, tast de kernwaarden van de democratie aan. Elke vrijheid blijkt een aantasting van deze democratie te kunnen bevatten. Elke vrijheid die serieus wordt ingevuld is op den duur strijdig met het gelijkheidsdenken. Een gezonde, klassieke politieke attitude kan opereren binnen een stelsel dat spanningsvelden kent. Zoals grondrechten die op gespannen voet met elkaar kunnen staan. Een ongezonde, moderne en liberale politiek kan dat niet. Die kent niet de klassieke terughoudendheid in het uitoefenen van macht op basis van abstracte principes. Maar dit soort zaken zijn en blijken steeds maar weer christelijke noties te zijn. Alle totalitaire systemen zijn er daarentegen wars van; communisme, Nazisme en Liberalisme zijn vanuit hun aard niet te combineren met deze noties.

Dat blijkt in deze dagen. Het is daarom buitengewoon onverstandig om al teveel rekening te houden met deze lieden. De tactiek van de ChristenUnie is om zo te formuleren dat aan de letter van de wet wordt voldaan door te beamen wat de liberalen eisen, maar ondertussen wat ruimte proberen los te peuteren. Dit kan alleen door denkwijzen aan te nemen die strijdig zijn met een principiële uitgangspositie. Zoals het non-discriminatiedenken en het niet discrimineren van homoseksueel praktiserenden in het bijzonder. Daarin gaat men ver. Rouvoet vindt discriminatie tegen de wet (dus tegen de grondwet). Daarmee blameert hij zijn zusterpartij de SGP die zich dus volgens hem buiten de rechtsstaat bevindt. Ook het Nederlands Dagblad doet een duit in de zak. In de krant van vandaag zegt ze letterlijk: "Yvette Lont wil dat in een gedragscode die de ChristenUnie wil opstellen, expliciet wordt opgenomen dat een ChristenUniebestuurder geen homo kan zijn." [11] Dit is vreemd. Eerst meldde deze krant nog dat Lont’s motie “praktiserende homoseksuelen” betrof. Dit stond in een citaat van Lont door deze krant. Nu neemt deze krant de denkwijze over van de liberalen die van een scheiding tussen seksualiteitsuitleving en –beleving niet willen weten. Daarmee offert men Lont in feite op. Want Lont discrimineert in deze wijze van spreken; de ChristenUnie niet. Lont gaat tegen de wet in en moet gestraft worden; de ChristenUnie niet.

Net als de neoconservatieven en de neoliberalen zijn nu ook de neo-christenen handelaars en sjoemelaars in ideologische lompen en metalen geworden. In principes kan worden gehandeld, als de bakfiets maar intact blijft. Maar het is gevaarlijk politiek te bedrijven met ideologie. Wie dat doet creëert een situatie van faits accomplis die je op den duur zal opbreken. Want wie nu schreeuwt dat discriminatie uit den boze is, kan over twee jaar niet zomaar terugkrabbelen. De ChristenUnie marchandeert met de christelijke moraal om voor lengte van jaren de kerken voor het blok te zetten. En die laten alles gebeuren. Calvinisten - wat heb je er aan? Nadat de zonen en dochteren van de Reformatie in het Kabinet Balkenende III de homodiscriminatie wilden bestrijden, het protestantse ambtsidee willen verkrachten [12] en tal van vreemdelingen door middel van een generaal pardon voor bedrog hebben beloond, is er nu dit: de nazaten van de Reformatie schuiven het Woord van God opzij en kiezen voor de liberale succesformule; want het kabinet moet een succes worden. De partijafdelingen worden buiten spel gezet en de theologen breien een theologie in elkaar die druipt van de perversie in een liturgisch gewaad. Rattenkoning Rouvoet zal zijn volk terugleiden naar Egypte. Hij is geknipt voor zijn taak. De vrouw met het lichte verleden is de mond gesnoerd en teruggezonden naar Jericho. Het volk trekt de woestijn in met Micha-manifesten en vrome straatliederen van Elly en Rikkert. Het Woord van God is even weg; maar we zingen het er wel weer in. Zolang er mensen honger hebben en auto’s op benzine rijden, is elke zonde immers weg te wuiven?

Noten

[1] Lont wil uitspraak CU in homokwestie in Nederlands Dagblad d.d. 30 oktober 2007

[2] Hoek: overspel zondiger dan homorelatie in Nederlands Dagblad d.d. 22 augustus 2007

[3] Andere weg voor homo s in Nederlands Dagblad d.d. 28 augustus 2007

[4] Homo s en selectieve verontwaardiging door dr. J. Hoek in Nederlands Dagblad d.d. 3 september 2007

[5] CU neemt afstand van homovisie Lont in Nederlands Dagblad d.d. 28 augustus 2007 & Lont bezint zich na spreekverbod in Nederlands Dagblad d.d. 4 september 2007

[6] Peter Bergwerff: Lont in Nederlands Dagblad d.d. 6 september 2007

[7] Geloof is geen excuus voor discriminatie homo s & VVD woest op Rouvoet om laksheid homo-standpunt op Elsevier.nl d.d. 2 november 2007

[8] Bijvoorbeeld op www.gristelijk.nl van CU’er Menno Rasch cum suis. Of door het ChristenUnie-lid Frans-Jan van Steenbeek die de brief van Lont samen met adresgegevens van haar woordvoerder op www.geenstijl.nl liet zetten.

[9] Zie hiervoor Peter blokhuis: Partij moet karakter tonen in Nederlands Dagblad d.d. 4 februari 2005, geplaatst op christenunie.nl

[10] Zie mijn Onze liberale fascisten in Nederland op bitterlemon.eu

[11] CU weert homo s niet, vanwege geaardheid in Nederlands Dagblad d.d. 3 november 2007

[12] Zie mijn Rechtsstaat versus ambt op bitterlemon.eu

Lees verder...