woensdag 5 december 2007

Gewelddadige kunstpolitiek

Wat hebben rechtse mensen toch met ultralinkse wereldverslechteraars? Ik bedoel dan de kunstenaars, asocialen, cultuurwaanzinnigen en machtswellustelingen? Veel, heel veel. De nieuwe goden van rechts zijn de oude demonen van weleer. De affaire rond het Haagse kunstmuseum is daarvan de zoveelste illustratie.

Er is in moslimshatend Nederland een proces aan de gang waarin de haters uiterlijk steeds meer gelijkenis gaan vertonen met dat wat zij haat: de respectloze, gewelddadige extremistische islam. Maar er is meer aan de hand. Men hanteert een dialectische centrifuge annex koffiemolen van neomarxisme en fascisme. De oude demonen zijn voor de moderne linksconservatieven uiterst bruikbaar. Maar allereerst de aanleiding:

Een 34-jarige Iraanse kunstenares (twee potentiële krankzinnigheden achter elkaar) Sooreh Hera had het in haar hoofd gehaald een kunstproject op te zetten, genaamd "Adam en Ewald", waarin twee homoseksuele mannen te zien zijn met maskers op van Mohammed en zijn schoonzoon Ali. Verder maakte mevrouw Hera voor haar project foto’s van homoseksuele Nederlandse mannen. Na aanvankelijk toegehapt te hebben, trok het Haagse Gemeentemuseum haar aanbod om haar project te exposeren terug. Uit "angst" voor eventuele represailles [1].

Daarna kwam het zogenaamd "rechtse" circus weer op gang. De vooraanstaande ex-nationaalsocialist - pardon: ex-communist Afshin Ellian mocht samen met zijn kompaan Leon de Winter weer eens spuwen hoe weldenkend Nederland erover denkt. [2] Volgens hun zou de directeur van het Haagse museum zou een NSB-hondje zijn omdat hij weigert de "kunst" van de Iraanse "kunstenares" ten toon te stellen.

Ook Rob Hoogland, vaste columnist van de Telegraaf, deed een duit in het zakje [3]. Deze zei het volgende: "De Nederlander bestaat niet, vindt Máxima. Nou, hij bestaat wel degelijk. Kijk, daar staat-ie, terwijl het angstzweet zijn hemd aan zijn lijf doet kleven. Met bevende vingers doet hij vrijwillig een dikke prop in zijn mond. En vervolgens plakt hij er een grote pleister overheen. Als vanzelf borrelde dit beeld van de ultieme vorm van zelfcensuur in mij op, toen ik vernam dat het Haags Gemeentemuseum de kunstfoto’s en de video waarop de Iraanse kunstenares Sooroh Hera een homoseksueel een masker laat dragen waarin men de profeet Mohammed zou kunnen herkennen, bij nader inzien niet zal exposeren omdat het werk misschien beledigend is voor "bepaalde groepen in de samenleving"."

Rechts en linksconservatief Nederland is dus geschokt door de "aanval" op de autonome kunst: het moderne heilige der heiligen waar tal van videoknutselaars, cabaretiers en schunnige dweilen die van Hilton Hotels afspringen hun drek over de samenleving uitstorten: "kunst". Betaald uit de portemonnee van u en mij heeft men als doel de samenleving te "verheffen" door grote ladingen stront uit te kieperen over alles wat heilig en weerloos is.

Want, en ik citeer nogmaals Hoogland, als men hier tegenin gaat, is men "bang voor het extreme wangedrag van religieuze fascisten, die vrouwen slechts iets boven honden en varkens plaatsen, die fatwa’s uitspreken over cartoonisten die grappig hebben gedaan over de profeet, die schrijvers, vertalers, cineasten en homoseksuelen genadeloos afslachten, die onverbloemd tot Jodenhaat oproepen, et cetera, bang voor dat soort middeleeuwse idioten snoeren wij onszelf de mond, waardoor de islam bijvoorbeeld ook geen mikpunt van spot meer is voor onze al even angstige cabaretiers. Als zelfs de kunstenaar zich niet meer vrij kan uiten, is het eind zoek."

Zet hier de woorden van Ellian/De Winter naast: "Het is voor dit kabinet onaanvaardbaar dat in Nederland in 2007 een museumdirecteur zich laat leiden door wat religieuze extremisten wel of niet aanstootgevend vinden", en het is duidelijk: wie om religieuze redenen aanstoot neemt is dus een extremist en een fascist.

Waardeert men het dan dat mensen geen aanstoot nemen? Nee. Christenen die alles over zich heen laten gaan, maar wel vinden dat anderen (!), zoals Doekle Terpstra (Ellian noemt hem een "linkse christen" [4], dat laat ik dan maar zo) niet mogen worden bespot zijn tot een spot voor de neocons. Maar christenen die ook aanstoot nemen aan beledigingen aan hun eigen adres zonder te dreigen zijn echter ook voorwerp van spot van diverse neocons. Want ook de geweldsloze ChristenUnie kan het immers nooit goed doen bij genoemde linksconservatieven.

Het gaat dus niet om constitutionele zaak. Niet om de basisvrijheid ondanks dat iemand tegen het zere been getrapt zou kunnen worden. Nee. Daar heeft men geen boodschap aan. Men wil spotten en afbreken. Men staat er als opinieleiders niet boven, maar men staat aan één kant: de kant waarvandaan kan worden geschoten op alles wat weerloos is. Want zo zegt Ellian: "Bijbel, God en Allah zijn weerloze begrippen." [4] Instituten mogen bespot worden, heilige zaken besmeurd. Het dierbare van individuen mag kapot gemaakt worden. Als de individu maar buiten schot blijft, want zo zegt de rechtsgeleerde Ellian: "...alleen de rechten van het individu (worden) bij het uitoefenen van hun religie door de overheid gerespecteerd."

De mens is een individu met rechten. Maar alles wat deze individu als eigenschap heeft, en tot mens maakt, valt dus buiten deze rechten: godsdienst, cultuur, traditie, instituties, opvattingen, moraal, etc. Wat valt dan wel binnen de rechten? Waarschijnlijk niks. Prof. J.A.A. van Doorn mocht immers worden bespot door linksconservatieven als De Winter en Spruyt vanwege zijn ouderdom (hij is eind tachtig) of vanwege zijn gebreken (terwijl hij botkanker blijkt te hebben). Gezien de steun van diverse linksconservatieven aan de steunverklaring van de - alweer bijna vergeten - Ehsan Jahmi, blijkt dus ook opvoeding en ouderlijk gezag tot de "weerloze" zaken te behoren die geschimpt mogen worden.

Alles wat weerloos is, mag (moet?) worden bespot, gekrenkt en in de hoek worden getrapt. Ook oude, doodzieke mannen met kanker. En zij die bespot worden, moeten hun mond houden. Terwijl het publieke terrein volloopt met vuil waar men zich zo langzamerhand niet meer aan kan onttrekken, en terwijl de publieke middelen massaal worden aangewend om vuil te produceren, moeten burgers dit over zich heen laten komen. Kinderen moeten naar musea waar de diepste waarden van thuis pornografisch worden verkracht. Ze moeten college lopen bij Iraanse vluchtelingen zonder enig besef van fatsoen of moraal.

Weerloos moet de burger dit alles laten welgevallen. De striemen op zich neer laten komen. De radio op de werkvloer, in de supermarkt of waar dan ook waar popmuziek, cabaret en pornocratie elkaar afwisselen. Het Elliaanse hoogtepunt (dieptepunt) was voor mij toen enkele jaren geleden - nog bij het leven van Juliana en Bernhard, op een Radio 538-achtige zender een paar lolbroeken elke zaterdagmiddag Prins Bernhard belachelijk meenden te moeten maken. Met als "hoogtepunt" de vraag aan de "fake" Bernhard of hij zijn "Juliana nog ... (ik laat dit weg, het kwam neer op tegennatuurlijk seksueel verkeer)". Die dat "bevestigde" tot grote hilariteit van de radiopresentatoren. De oude, dementerende ex-koningin en de prins die op handen werd gedragen door het Nederlandse verzet. Zo neergezet.

Ik werd kwaad. Ik zal dit dieptepunt niet gauw meer vergeten. Het heeft mijn woede "geïnstitutionaliseerd". Is dit is cultuur? Nee, dit vuilnis vult onze lege zielen. Onze cultuur is ziek. Ik moet denken aan de begintijd van het Groninger Museum waar toen een expositie werd gehouden met foto's waar onder meer een vrouw met haar hand in de anus van een man zat. Deze vrouw werd voor het Journaal geïnterviewd en vertelde van haar vertrouwde gevoel toen ze dit deed. Enkele maanden terug hoorde ik doordeweeks, 's ochtends om half elf een studente vertellen dat je met oefenen je eigen hand in je eigen rectum kon stoppen. Het was een "Kassa-achtig programma" voor zover ik me kan herinneren op Radio 1. De presentatrice reageerde lachend welwillend. Ik kan u vertellen dat mijn woede alleen maar sterker is geworden.

En ik kan me de woede van islamieten goed voorstellen als Mohammed en zijn schoonzoon op een soortelijke wijze als anaal gefixeerden (laat ik het maar "Freudiaans" inkapselen…) worden neergezet die het ook nog eens met elkaar doen. En ik kan me voorstellen dat de woede toeneemt als dit soort vuilnis wordt gepresenteerd als hoogtepunt van onze cultuur, als onaantastbaar bastion van "principes" (Hoogland). En wie schrikt van deze woede is dan een "NSB-hondje": een handlanger van Nazi's en een landverrader.

Wat is dat toch met onze radicale linksconservatieve bepleiters van de radicale spot? Bestaan er dan geen grenzen in het "grapjes maken", "kunst maken" of "debatje maken"? Bestaat er dan geen eerbaarheid? Kunnen mensen niet meer worden aangetast?

Wie hier over nadenkt, bespeurt bij de linksconservatieven drie vreemde paradoxen. Ten eerste wil men kunnen beledigen tot het uiterste, maar schrikt men terug voor de gevolgen van een uiterste belediging. En ten tweede gelooft men weliswaar in de kracht van het woord, maar verwerpt men de uitwerking van dat krachtige woord. En men verwijt Terpstra tegen het kwade te strijden, maar ondertussen doet men zelf niet anders.

Er zit dus meer achter het optreden van de linkse conservatieven. Het gaat ze niet om vrije kunstuitoefening. Het gaat ze om afbraak van respect, heiligheid en eerbied. Het gaat ze om het alleenrecht van haat zaaien. Want de haat druipt van de apologieën van genoemde heren af; men doet zelfs geen moeite enigszins objectief over te komen. Het is de haat van de constructieve destructie; een symptoom waar - zo heeft Claes G. Ryn laten zien in zijn America the Virtuous - ook Amerikaanse neocons last van hebben. Het is de haat van neomarxisten die geloven in afbraak om een betere wereld te laten ontstaan.

Er is dus sprake van een dieperliggende "strategie" - of beter gezegd: van een cultureel-psychologische dispositie. Het volgende citaat van Ellian is kenmerkend voor de immorele manier van denken van linksconservatief Nederland: "De mogelijke gevolgen van het tentoonstellen van door sommigen als beledigend of provocerend geachte kunstwerken verdienen onze aandacht, maar zijn een verantwoordelijkheid van de Nederlandse opsporings- en ordediensen, i.c. de AIVD en de politiekorpsen."

Dus de verantwoordelijkheid voor onze handelingen, de moraal - rust volgens hem niet bij ons, maar bij de geweldsbevoegde instanties? Burgers en instituties zijn niet meer verantwoordelijk voor hun eigen daden? Het neomarxistische dogma van het nastreven van een autonome cultuur die niet meer wordt gehinderd door geweten, moraal, verleden en traditie komt hier duidelijk naar voren.

Want de vraag is natuurlijk: wat als deze instanties - zoals de regering - zich hiermee zouden bemoeien? Het antwoord laat zich makkelijk raden: zoiets zou natuurlijk niet op prijs gesteld worden door deze heren. Het werd al niet op prijs gesteld dat een drietal ministers zich inlieten met Wilders' initiatief een anti-islamfilm te maken. Laat staan dat een kabinet een museumdirecteur zou verbieden een tentoonstelling door te laten gaan waarin Mohammed wordt beledigd. En ik geloof eerlijk gezegd ook niet dat genoemde heren hopen op een rechterlijke macht die belediging van "Mohammed" zou verbieden. De opmerking van Ellian over het individuele karakter van rechten spreekt hier boekdelen.

Nee, de geweldsbevoegde instanties moeten natuurlijk worden ingezet om "de ruimte" te bewaken (lees: de totale maatschappij) waarin de islam getergd kan worden, desnoods met pertinente onwaarheden. Het geweld moet worden gebruikt om de islamieten op afstand te houden en elke potentieel islamitisch gevaar te elimineren. Zoals het christendom is geëlimineerd door de scheiding van kerk en staat en koest is gemaakt. En zoals de grondrechten en de kracht van de burgers is geëlimineerd door grondrechten te individualiseren. Het probleem is de weerbaarheid van de islamieten. Die moet worden geknakt. Daarvoor moeten alle moslims ontdaan worden van hun natuurlijke eigenschappen: gekrenkt worden als het dierbaarste wordt besmeurd. En daarvoor moeten alle moslims tot "extremist" en "fascist" worden verklaard.

Tenzij ze meespotten - verlicht worden - en hun eigen "eigenschappen" mee bespotten. En daardoor tot moderne nobodies worden. "Ni Dieu ni maître"; zoals prof. Van Doorn zei en in die ook aangaf dat hij niet was gekrenkt door Leon de Winter omdat diens woorden hem koud lieten - het raakte hem niet. Alsof hij boven zijn eigen aftakelende lichaam staat. Huiveringwekkend. Tenzij de verachting er natuurlijk wel was, maar niet werd uitgesproken om zijn tegenstander (De Winter) het plezier niet te gunnen. Maar toch. Het "Geen God en geen heer" van de Franse Revolutie werd voorafgegaan door het "Geen troon en geen altaar". Eerst moesten de instituties wijken - rechten en eigenschappen werden geïndividualiseerd c.q. gelaïceerd. Troon en altaar werden bespot. Gevolgd door een bespotten van God en meester. Daarna gevolgd door een bespotten van gelovigen, conservatieven, "reactionairen" en traditionele mensen.

De mens is pas immuun voor spot - de spot en de uitwerking ervan zijn past ten einde, wanneer de mens is losgeraakt van weerloze eigenschappen: God, allah, Bijbel, geloof, moraal, et cetera. De spot moet de mens tot in het diepst onzeker maken. Aan het twijfelen brengen. Vanzelfsprekendheden moeten wijken. Ouders moeten zich ongemakkelijk voelen als hun kinderen bij hun zijn. Het onbevangen aanhoren van moraal en evangelie moet worden verpest met herinneringen en indrukken die "belachelijk" maken en "doen schamen". De schaamteloze mens is immuun voor moraal en evangelie.

Er zijn dus twee bedoelingen bij deze rechtse heren. De eerste is neomarxistisch: door verdachtmakingen, persiflages, belachelijkmakingen en krenkingen een diepe twijfel zaaien, de vanzelfsprekendheid van moraal, traditie en godsdienst wegvagen. De eerbaarheid en de heiligheid ridiculiseren.

De tweede doelstelling is fascistisch. Men creëert woede en gekrenktheid. Wanneer de beledigden ervaren dat ze machteloos zijn tegen deze krenkingen op alle niveaus van de maatschappij, dan zal dat resulteren in gezagsverlies van imams, ouders en tradities. Of het zal resulteren in negatief gedrag dat maatschappelijk schadelijk is (en waar de politiek dus weer in kan springen en waar de media dan zout in de wonden kunnen wrijven). Of men verdringt het niet en men uit zich: als beledigde en gekrenkte. In gradaties, mogelijk uitlopend in geweld. Als de islamieten zich uitspreken dan men doorgaan met negeren of belachelijk maken. Als de islamieten stevige woorden gebruiken, kan men underdogje spelen of aangifte doen. En als men geweld gebruikt kan men een openlijke oorlog uitlokken en aandringen op repressie. Zoals ten tijde van de Weimar-republiek.

Men hanteert het provoceren om uit te lokken. Om daarna af te knijpen of in de pan te hakken. Men hanteert de methode van de centrifuge, de koffiemolen, de dialectiek zum Tode. Het is een demonische slechtheid die deze heren manifesteren. Het is een optelsom van neo-marxisme en fascisme. Een optelsom die heenleidt naar een situatie waarin tegenstanders op elkaar gaan lijken. Radicale islamieten zijn daardoor steeds moeilijker te onderscheiden van radicale verlichtingsdrijvers. Een opmerkelijke ontwikkeling.

Noten

[1] "Haags museum wil homo-Mohammed niet tonen" op elsevier.nl d.d. 1 december 2007
[2] Trotse museumdirecteur, of een laf NSB-hondje? op elsevier.nl d.d. 3 december 2007
[3] Angst, in de Telegraaf d.d. 3 december 2007
[4] Linkse christen Terpstra vecht tegen het kwaad op elsevier.nl d.d. 4 december 2007

Geen opmerkingen: