dinsdag 22 januari 2008

EEN LOSGEBEDEN CHRISTENDOM

De negentiende-eeuwse Anglicaan J.C. Ryle, bisschop van Liverpool, waarschuwde in zijn dagen voor een christendom dat nog barmhartiger was dan Jezus Christus Zelf. De moderne kerk lijkt deze les te zijn vergeten. Haar overdaad van oeverloze barmhartigheid zorgt ervoor dat we zijn opgescheept met een karikatuur van het christendom. De Gebedsweek die nu aan de gang is, is daarvan een trieste illustratie.

In de nadagen van het christendom in Europa heeft de rechtse, traditionele en conservatieve christelijke Europeaan een groot probleem. Zijn geloofsgenoten zijn voornamelijk losgeslagen supergelovigen. Ik las in De Stentor dat er in de gebedsweek in Zwolle "speciaal is gebeden voor rust en verdraagzaamheid rond de film van Geert Wilders. De kerken voelen zich verbonden met de moslims en willen met het gebed ''om de moslims heen gaan staan waar zij worden aangevallen op hun geloof en geloofsboek''." Deze gebedsweek is een initiatief van de Evangelische Alliantie en de Raad van Kerken, en juist in Zwolle werkten deze samen.

Hoe geniepig kun je het zeggen? Natuurlijk bidt men niet direct tegen Wilders. Nee, men pakt het in met vrome woorden en intenties: men gaat om de moslims heen staan. Gaat men om de stenengooiende moslims heen staan om te voorkomen dat anderen geraakt worden door de halal zwerfkeitjes made in Osdorp? Nee, want men voelt zich verbonden met. En aangezien ik niet geloof dat de bidders zelf ook met stenen zullen gooien na het uitkomen van het filmpje van Geert Wilders, denk ik dat men iets anders bedoelt met deze verbondenheid. Men is niet verbonden met de stenengooiers en autofikkers; men is verbonden met de slachtoffers.

Want de moslims zijn de aangevallen partij. En de aanval komt uit de hoek van Wilders. Waarom zou men immers beide zaken koppelen: de moslim die bescherming behoeft en de uitwerking van de film van Wilders? Men is dus verbonden met de moslims, en men is verbonden tegen Wilders. En dan ook nog als kerken. Kun je het nog zouter eten dan dit? Ik denk van niet.

Eerlijk gezegd schaam ik me voor dit biddende christendom. Ik ben als kerk niet verbonden met moslims. Ik ben hoogstens verbonden met geschapen mensen. Dat kunnen Arabieren zijn, Friezen of Chinezen. Maar ik ben niet verbonden met een godsdienst die inherent antichristelijk is. Ik ben dus ook niet verbonden met de aanhangers van deze verwerpelijke godsdienst. Waarom zou ik verbonden moeten zijn met Hindoe's? Of met animisten? Of met satanisten? Sterker nog: ik ben ook niet verbonden met liberalen, agnosten, socialisten, cabaretiers, welzijnswerkers, astrologen en politici. Waarom zou ik verbonden moeten zijn met abstracties die volkomen tegenovergesteld kunnen worden ingevuld? Meer nog: waarom zou ik me verbinden met een aan het tegengestelde invulling aan het christendom: de islam?

Als mens kan ik sympathie hebben voor deze of gene. Ook voor een shoarmaboer van Turkse komaf. Ik kan sympathie hebben voor de fatsoenlijke religiositeit van sommige islamieten of hindoe's. Net zoals ik sympathie heb voor de ondernemerszin van sommige liberalen. Maar sympathie is nog geen verbondenheid. Ik kan sympathie hebben voor de moed van sommige politici die hun mond opendoen tegen de culturele en mediale hoofdstroom in. Maar moet ik me daarom verbonden voelen met alles waar ze voor staan?

Verbondenheid is geen goedkope zaak; het is een objectieve zaak waar we serieus en verantwoord mee om moeten springen. Onze sympathie of gevoelens van barmhartigheid bepalen niet de verbondenheid. Verbondenheid is objectief: man of vrouw zijn van elkaar, kind zijn van je ouders, lid zijn van een volk of van een kerk. Je kunt iemands standpunten of handelswijze verwerpen, maar daarmee kun je nog niet de verbondenheid verwerpen. Andersom kun je profijt hebben van andermans handelingen of gevoelens, maar deze zaken creëren nog geen verbondenheid. Juist christenen zouden dat moeten weten. Een christen is toch in de eerste plaats verbonden met dikwijls onuitstaanbare medegelovigen? En toch niet met sympathieke ketters?

Was het maar waar dat christenen een juiste opvatting over verbondenheid koesteren. Juist zij laten zich in onze tijd leiden door losgezongen gevoelens en losgebeden sympathieën. Men is verbonden met moslims die als ze nog in Syrië wonen de christenen vervolgen, maar zodra ze hier wonen met open armen door diezelfde christenen worden ontvangen. En dat is vreemd. Ik kom in de Bijbel geen Jezus tegen die verbondenheid heeft met andersgelovigen. Ik kom wel waardering - sympathie - tegen voor de menselijkheid en moraal van heidenen c.q. barbaren, bijvoorbeeld als de apostel Paulus na een schipbreuk op een eiland strandt waar de bewoners hem helpen. Daarbij zeg ik direct: ons uitgangspunt dient hier niet blanco en/of missionair te zijn, maar ons uitgangspunt hoe om te gaan met anderen dient rekening te houden met de volkse situatie. In de Bijbel staat hierover een mooi voorbeeld, over de handelswijze van David, die door de christenen als voorloper van Jezus Christus wordt gezien.

Deze David was gezalfd tot koning over Israël om de falende en afvallige koning Saul op te volgen. Dit betekende niet dat David deze Saul wilde elimineren; andersom echter wel. De kennis dat er iemand rondliep (David) die hem zou opvolgen, maakte Saul woest en onberekenbaar. David daarentegen reageerde steeds moedig doch in verbondenheid: hij toonde in diverse voorvallen dat hij Saul kon doden, maar dat niet deed uit verbondenheid met Saul en respect voor diens koningschap. De geschiedenis die volgt, loopt uit op een tragisch einde van zowel deze Saul als van diens zoon. In een oorlog met een vreemd volk, de Amelekieten, sneuvelen zowel Saul als diens zoon. Een Amelekiet meent een vooruitziende blik te hebben en snijdt het hoofd van de romp van Saul om het aan David te schenken die dan in feite de heerser is over het volk Israël. Is David dankbaar voor dit "sympathieke" gebaar? Is hij gevlijt door de erkenning van diens positie?

Vergeet het maar. Nadat de Amalekiet het hoofd van Saul heeft aangeboden, geeft David zijn mannen bevel deze man zelf te onthoofden. Saul mocht dan wel een minderwaardig sujet zijn geweest, en de dood waardig, dit gaf een vreemde nog niet het recht deze dode heerser zo te verminken. Voor David was de vijand van zijn vijand niet zijn vriend. Hij bleef verbonden met de vijand die ook zijn volksgenoot was. En hij hield afstand ten opzichte van zijn zogenaamde bondgenoten in de strijd.

Hetzelfde geldt voor onze tijd. We kunnen bijvoorbeeld destijds met weerzin de opvattingen van Theo van Gogh hebben aangehoord of hebben gelezen in de Metro. Of we kunnen op het huidige moment met afgrijzen de strapatsen van Wilders gadeslaan in de media. Dit alles vernietigt nog niet onze verbondenheid met Wilders. En dit alles kweekt ook geen verbondenheid met islamieten. Wilders is ons "probleem" en islamieten hebben als vreemdelingen daar hun mond over te houden. Christenen zouden dat moeten weten. Wilders is een gedoopte, katholieke ziel. Een volksgenoot van een volk dat is gesticht met het oog op God en Zijn beloften. Wilders mag dan niet religieus zijn, dit feit verandert niets aan de zojuist genoemde zaken. Christenen moeten voor hem bidden in verbondenheid met hem. En christenen moeten bidden voor de bekering van de moslims, doch kunnen dit niet doen in eenzelfde verbondenheid als met Wilders.

Bidden is pleiten op gronden die bestaan. Elk verbond, historisch, sociaal of religieus is een grond om op te pleiten in een gebed tegenover God. Moderne christenen pleiten echter niet meer op deze bestaande gronden, maar bidden maar wat in het rondte op basis van wat spirituele gewaarwordingen. Of op basis van algemeen menselijke gevoelens. Los van de politieke realiteit en totaal gespeend van de harde kant van de lotsverbondenheid als Nederlandse natie. Zulk bidden is volkomen waardeloos. En niet alleen dat; zulk bidden verkeert uiteindelijk in haar tegendeel. Het maakt op den duur laf, geniepig, verweekt en onberekenbaar. Want zulke bidders verliezen uiteindelijk het heldere zicht op slachtofferschap en sympathie doordat ze in hun gebeden niet meer uitgaan van het recht en de rechtvaardigheid (die hard kunnen zijn), maar uitgaan van slachtoffers en van underdogs.

Maar alleen de slachtoffers van het onrecht zijn ons gebed waard. Zonder grond is er echter geen recht. En geen zicht op het recht. Zo'n grond is onze Nederlandse cultuur en de verbondenheid van ons volk. Zo'n grond is niet de sympathie voor zielig doende moslims die in de media zielig doen, waarvan hun kinderen in Osdorp stenen gooien naar auto's en waarvan de broeders in Damascus stenen gooien naar christenen. Wilders hoeft in onze ogen niet "moreel" beter te zijn dan sommige moslims. Dat geeft ons nog geen recht onze heilige rituelen te misbruiken voor politiekcorrecte beuzelarijen. Verlos ons van deze bidders.


Lees verder...

vrijdag 18 januari 2008

DE BELGISCHE CRISIS EN DE NEDERLANDEN

Op vrijdagavond 18 januari hield ik namens bitterlemon een lezing voor de VVB, de Vlaamse Volksbeweging. Tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Gileamskring - een samenbundeling van een aantal VVB-afdelingen - moest er door de spreker een rechtsconservatief geluid te berde worden gebracht met een zogenaamd "Groot-Nederlandse" insteek. Hieronder volgt de lezing:

Geachte en waarde Vlaamse vrienden,

Ik was enigszins verbaasd toen mij gevraagd werd een lezing te houden voor de Vlaamse Volksbeweging van de Gileamskring. Wie ben ik te midden van de Vlaamse beweging? Wat kan een Noord-Nederlander de Vlamingen nog leren over de belangen aangaande de Vlaamse cultuur, het Vlaamse volk en misschien wel het Vlaamse nationalisme? Toen mij gevraagd werd te spreken over het onderwerp zoals aangegeven: “De Belgische crisis – Nieuwe perspectieven voor Dietsland?” kreeg ik het Spaans benauwd. Ik dacht: “Belgische crisis”... Is dat niet twee keer hetzelfde? België èn Crisis? Is België voor uw gezelschap dan niet de vleesgeworden crisis? Of is ook bij u de twijfel toegeslagen, en is er toch nog eerst het rustige, vertrouwde België, en pas daarna de crisis – oftewel de pleuris – die er rond de kabinetsformatie is uitgebroken?

Ik werd gevraagd op het moment dat er sprake was van beginnende kabinetsformatiecrisis. Ik wist toen nog uiteraard nog niet dat die zich op dit moment nog steeds zou voortslepen. Ik hoopte er wel stiekem op, al was het alleen maar voor deze lezing. Maar de crisis is er nog; meer nog: België is er nog. En u bent nog steeds nodig. Het mag vanavond dus geen onverdeeld genoegen zijn, al moet ik er wel bij zeggen: ik heb er veel zin in. En als ik zo om mij heen kijk, heeft deze crisis u ook niet echt aangegrepen.

Ik weet nog dat toen ik werd gevraagd een lezing te houden voor de Gileamskring van de VVB, dat toen de Belgische crisis net begon te spelen in de Noord-Nederlandse pers. Opmerkelijk, want doorgaans besteedt de Noord-Nederlandse pers geen aandacht aan haar zuiderburen (en als ik de Vlaamse kranten lees is dat andersom meer het geval). Maar er werden toen nogal wat volkspeilingen gehouden waaruit bleek dat veel Noord-Nederlanders wel samen wilden gaan met Vlaanderen; de animo voor zo’n samengaan was in mijn land zelfs groter dan in uw land.

En ik dacht bij mezelf: kan het zijn dat ik daarom ben uitgenodigd? Wellicht. En is een noordelijke Nederlander dus meer hoopvol gestemd over Dietsland? Tja, Dietsland… Voor het woord “Dietsland” moest ik eerst diep graven in mijn geheugen. Het is een term die we in bij ons in het noorden nooit – of nooit meer – gebruiken. De gebruikers bij ons zijn overleden. En dat is wellicht jammer. Want voor een verband dat groter is dan Vlaanderen alleen of Nederland alleen ontbreekt ons daarom een naam als “Dietsland” dat ik voor het gemak en voor de begrijpelijkheid meestal zal aanduiden met “De Nederlanden”.

Er is dus een crisis. En u wilt van mij perspectieven horen. Waarom? Heeft u dan nog niet genoeg perspectieven? U heeft immers ook nog Europese perspectieven? En Belgische perspectieven? Confederale perspectieven? Groot-Nederlandse, Heel-Nederlandse of seperatistisch-Vlaamse perspectieven? U bent een perspectiefrijk volk... Als Noord-Nederlander tuimelt het mij dikwijls door de kop, al uw perspectieven. En nu, nu komen mijn perspectieven. De perspectieven voor het nieuwe jaar des Heeren 2008. Uitgesproken op een Nieuwjaarsborrel van uw Vlaamse Volksbeweging, de VVB.

Nu, alvorens er grootse perspectieven over tafel vliegen, begin ik bij wat fragmentarische ervaringen van meer of minder belang. Toen ik enkele jaren geleden voor het eerst echt uw land bezocht – niet als toerist, maar bij vrienden over de vloer – begonnen mij een aantal dingen op te vallen. Als conservatief kaderlid bezocht ik zo wat Vlaamse kringen. Mij verbaasde het dat er met zoveel egards over Nederland werd gesproken. Mijn land bleek een soort voorbeeld te zijn voor Vlamingen als het ging om vrijheid van meningsuiting, een meer zelfstandige pers en een politiek waarin minder taboes heersen en de boel minder stroperig is dan in uw land.
Tja, ikzelf merkte in mijn land juist een tegenoverstelde beweging, zij het op een ander niveau dan het meer politieke. Noordelijke Nederlanders zijn de laatste jaren namelijk steeds positiever gaan denken over – met name – Vlaanderen. De journalist Simon Rozendaal, wetenschapsredacteur bij Elsevier, het grootste opinieweekblad van Nederland – op de Donald Duck na –gaf enige maanden geleden een opsomming van goede dingen in Vlaanderen:

Het onderwijs is bij U beter.
Het eten ook.
Uw mensen werken harder.
Ondertussen is men vriendelijker in de omgang.
Er wordt meer gedaan aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek op belangrijke wetenschapsterreinen zoals de micro-elektronica en de biogenetica.
De TV is er leuker – en nog wat onbeduidende zaken die met vrouwen te maken hadden en een partij waarvan we de naam niet mogen uitspreken.

Nu is Simon Rozendaal niet de enige die zo denkt. Steeds méér Noord-Nederlanders denken positief over uw land, en dan met name over Vlaanderen. Waar het onderwijs bij ons onder vuur ligt vanwege haar vermeende wanprestaties, ziet het onderwijsland in Vlaanderen er voor ons uit als het Nederland van voor de zogenaamde Mammoetwet – de wet die ons begin jaren zeventig het onderwijs op de kop zette en een veranderingsproces in gang bracht dat daarna nooit meer is gestopt.

Veel Noord-Nederlanders maken zich zorgen over het onderwijs van hun kinderen. En daarmee over de toekomst van hun kinderen. Velen van ons hebben het idee dat in een tijd van globalisering, en een daarmee gepaard gaande toenemende economische concurrentie al die onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia ons opbreken. Onze positie op technologisch gebied hebben we voor een belangrijk deel verspeeld. Veel gespecialiseerde bedrijven, zoals kleinschalige high-tech industrie, zijn verdwenen, opgedoekt of naar het buitenland verkast. Veel van dit soort bedrijven hebben plaatsgemaakt voor transportondernemingen, dienstverlening en nog vagere sectoren.

En niet alleen economisch is er het één en ander te vergelijken tussen Noord-Nederland en Zuid-Nederland – Vlaanderen. Wat ons opvalt is dat de mensen – ook de jongeren – hier beleefder zijn. Dat er meer fatsoen is in de onderlinge verhoudingen. Waar mensen zich steeds meer zorgen maken over wegvallende sociale verbanden en vervagende normen en waarden, gaat men zien dat we in de noordelijke Nederlanden in rapper tempo dan bij u een stukje fatsoen zijn kwijtgeraakt.

Ten derde noem ik de levenshouding. Want volgens veel noordelijke Nederlanders genieten Vlamingen meer van het leven dan dat Noorderlingen dat doen. Er wordt beter gegeten – ik weet: het is flauw, maar ik noem het hier toch. Er is meer een cultuur van gastvrijheid. Nogmaals: wij zijn dat kwijtgeraakt, u minder.

Ik kan daar voor een groot deel in mee gaan. Ook ik heb enkele ervaringen die onderstrepen wat ik zojuist noemde. Ik noem slechts twee kleine puntjes. Tijdens mijn korte bezoeken aan Antwerpen vielen me een paar zaken op. Ik dronk, op een plein waar markt werd gehouden, een befaamd Antwerps bolleke De Koninck en keek zo wat naar de mensen die de markt bezochten. Het viel me op dat er in Antwerpen veel gewoon volk over de markt liep. Gewone gezinnen, gewone oudere mensen. Fatsoenlijke autochtonen noem ik ze maar gemakshalve.

Dat is in een stad als Amsterdam of Rotterdam wel anders. Daar wonen nauwelijks nog gewone mensen. Waar in Antwerpen nog alles door elkaar loopt, zijn het in Amsterdam de studenten, de randgroepen, veel allochtonen en wat rijken die je ziet. Maar weinig normale burgers die er thuis horen. In Antwerpen is er nog steeds minder immigratiedruk, waarschijnlijk omdat de immigratie hier later op gang is gekomen. Daardoor is er meer inheems volk gebleven en hebben mensen meer binding met hun stad. Als ze er werken, dan werken ze vaak in hun eigen stad. Om het nog wat duidelijker te maken: zelfs in de gemiddelde voorstad van bijvoorbeeld Amsterdam tref je geen volk meer aan zoals hier in Brasschaat, een voorstad van Antwerpen.

Nog een puntje viel me op. Ik zat in een café-restaurant met wat vrienden en keek tussen de gesprekken door wat naar het personeel wat flink z’n best deed. Mij viel op wat ik met een enkel woord als “beroepseer” kan aanduiden. De obers, vaak iets oudere mannen, maakten een praatje en deden hun werk op een zelfbewuste manier. In Noord-Nederland komt je dat haast niet meer tegen. Daar zijn het vooral studenten die in een bijbaantje de benen uit hun lijf rennen. Maar mij viel op: het volk in Antwerpen kent meer gevoel van trots en meer eergevoel dan het volk in – pak ‘m beet – Amsterdam.

Daarmee heb ik twee belangrijke begrippen te pakken: beroepseer en volkstrots. Beroepseer functioneert alleen als er erkenning is door een gemeenschap, wanneer motieven om een beroep uit te oefenen niet alleen louter economische zijn en wanneer de beoefenaar van het beroep het besef heeft iets te doen waarvan het nut en de betekenis zich uitstrekken buiten het louter persoonlijke gewin. Zo’n bedding – want daar spreken we dan over – is bijvoorbeeld “het volk”. Het besef om lid te zijn van een volk, van een volkscultuur en dit om te zetten in zoiets als een Volksbeweging is – vergeleken met Noord-Nederland – typisch Vlaams.
Ik wijs dus op het belang van zaken als eer, trots en volksleven. Wanneer er sprake is van perspectieven voor zoiets als “De Nederlanden” noemt, dan zullen deze hier moeten beginnen: de diepste motieven van een mens dat onderdeel is van de meest basale levenseenheden, zoals het volk.

In al het positieve wat de Noord-Nederlander denkt over Vlaanderen, zit dat er nu haast nooit: volk, beroepseer, de trots van de volksgenoot. De jaloersheid – laat ik deze term maar eens gebruiken – van de Nederlander op de Vlaming betreft voornamelijk economische zekerheden: voorwaarden om een lekker leventje te leiden. Daar is niks mis mee. Maar daar is niets Nederlands of Noord-Nederlands aan. En niets Vlaams.

Ik zal het u scherper zeggen: het is buitengewoon gevaarlijk enig belang te hechten aan de Noord-Nederlandse motieven om Vlaanderen gunstig gezind te zijn, of: om zelfs voor een eenheid van de noordelijke Nederlanden met Vlaanderen te zijn – een standpunt dat door velen bij wordt gedeeld. Waarom? Mij is altijd geleerd dat een zaak waar je voor staat voornamelijk bepleit moet worden met argumenten die er toe doen. Alleen wezenlijke argumenten maken een zaak op de lange termijn sterk. Niet-wezenlijke argumenten kunnen een kortstondig succes veroorzaken, maar keren zich uiteindelijk altijd tegen je. Dat geldt voor de zogenaamde “Crisis in België”. En dat geldt ook voor de zogenaamd hoopvolle toevoeging van uw kant: “perspectieven voor Dietsland” waarvan volgens sommigen een samengaan van Noord-Nederland en Vlaanderen er één zou zijn.

Eén zo’n niet-wezenlijk argument is het economische motief. Wie namelijk om economische redenen voor een onafhankelijk Vlaanderen is of zelfs voor een vereniging tussen Nederland en Vlaanderen, zal er om economische redenen tegen kunnen zijn. Bijvoorbeeld wanneer blijkt dat de kosten van zo’n hereniging of te hoog of niet te overzien zullen zijn. En dit economische argument werd juist zo vaak gehoord. In België zelf. Hoe vaak gaat en ging het niet over de bedragen die van Vlaanderen naar Wallonië vloeien en niet andersom? Of over een afgeremde economische groei in zowel Vlaanderen als Wallonië?

Maar is de kracht van Vlaanderen – hetgeen dat haar typeert? – wel het economische aspect? Is het typerende van De Nederlanden – laat ik het wat breder trekken dan Vlaanderen – wel te vervatten in woorden als “groei”, “efficiency” en het wegnemen van barrières voor economische groei? Met andere woorden: is de identiteit van De Nederlanden hetzelfde als die van het doorsnee “Europa” in de meest abstracte zin des woords: namelijk het Europa dat vanuit Brusselse bureaucratie op dit moment gevestigd wordt? Mijns inziens is er alleen sprake van enig perspectief voor De Nederlanden – wanneer er sprake is van een andere identiteit. Niet zozeer een economische, maar – ik noemde het in zekere zin al: die van volk, eer en trots.

De kracht van De Nederlanden, van Vlaanderen – van noemt u maar op – is niet haar economische dynamiek, of sociale flexibiliteit. Nee. De identiteit van De Nederlanden wordt gevormd door de blokken aan het been. Laat de Noord-Nederlanders jaloers zijn of worden op Vlaanderen, maar dan wel om de juiste redenen: om de blokken aan het been. Wat bedoel ik daarmee? Al het goede heeft zo’n blok aan het been. Een man heeft zijn vrouw. Een man en vrouw hebben samen hun kinderen. Een gezin heeft haar familie en een woonplaats. Anders gesteld: mensen zijn gebonden. Datgeen wat ze bindt, dàt vormt hun identiteit! Dát wat in de ogen van de dynamische managers een blok aan het been is en steeds maar weer de vooruitgang vertraagt, is onze identiteit.

Dit goede leven – want daar heb ik het dan over – heeft altijd vertragingsmechanismen. Een huwelijk kent huwelijkstrouw. Een volk kent een woonplaats, heeft traditie en gemeenschappelijke moraal. Een vakman kent zijn ambacht; en wie zijn vak of ambacht beheerst hopt niet zoals een manager van de ene werkplek naar de andere. Elk perspectief voor De Nederlanden begint dus met het waarderen van deze “blokken aan het been”. Maar wie dat doet, schopt tegen het zere been van de moderne Staat die ons wijsmaakt dat deze “blokken aan het been” moeten worden opgeruimd.

Deze staat, de Jacobinische Staat, heeft in Vlaanderen door haar afstand tussen volk en elite, tussen clerus en leken, lange tijd het volksleven geconserveerd – zij het tegen wil en dank. Dit geldt natuurlijk niet voor Brussel – dat hoef ik u niet uit te leggen – maar wel voor de rest van Vlaanderen. Het Vlaamse volk werd lange tijd niet meegenomen in de culturele vaart der volkeren. Achteraf gezien was dat geen straf, maar iets waar u nu nog de vruchten van plukt. Maar door de emancipatie van de Vlamingen, de Europeïsering van onze naties en met het toenemen van de middelen van de Staat – en daarmee van de macht van de Staat – keert diezelfde “Jakobinische” Staat zich tegen “ons”. Ik zeg maar “ons” voor het gemak.

Nu in de moderne maatschappij waarin wij leven, deze Staat onze leventjes tot in alle uithoeken controleert, dienen de zogenaamde blokken aan het been te worden opgeruimd. Mensen moeten sociaal mobiel worden. Ze moeten in het buitenland studeren. Huwelijken moeten makkelijk kunnen worden ontbonden. Enzovoorts. Met het opruimen van de barrières voor de economische en sociale omvorming van de maatschappij, ontstaat er een beperk begripsvermogen, met een vernauwd blikveld: een manier van kijken en denken dat alleen maar individuen ziet, alleen maar economisch kan argumenteren en alleen maar vooruitgang of achteruitgang constateert en bij elke hapering in de vooruitgangsmachine vlagen van hysterie gaat vertonen. Bijvoorbeeld: om de vergrijzing op te vangen jaagt men de vrouwen de arbeidmarkt op, maakt men van opvoeding van kinderen een overheidstaak. En een ander voorbeeld heeft alles te maken met het hysterische “cordon sanitaire” dat er in deze zuidelijke Nederlanden maar blijft bestaan. Beide zijn vormen van hysterie.

Perspectieven voor wat u "Dietsland” noemt, kunnen alleen bestaan bij de gratie van een gezonde en sterke basis van De Nederlanden. Èn bij de gratie van een Nederlanden dat deze basis kan overdragen en uitdragen. En wil de Vlaamse volksbeweging, willen “De Nederlanden” een perspectief hebben, dan zal ze de identiteit van De Nederlanden vast moeten leggen en uit moeten leggen. Misschien gebeurt dit al. Maar mijns inziens niet krachtig en overtuigend genoeg. Laat ik u vertellen waarom ik dat denk. Ik stipte al min of meer de Europeïsering van onze landen aan. Ik had ook kunnen zeggen: er is sprake van een groeiende etnische en culturele diversiteit in Europa en in De Nederlanden. Hoe reageert de politiek hierop? Ik lees in uw kranten dat men dit doet door te hameren op zaken als tolerantie, scheiding kerk en staat, gelijkheid van man en vrouw, enzovoorts. En ik lees ook dat volksnationalistische partijen niet veel anders doen. U mag zelf de voorbeelden invullen.

Men moet daar maar over denken wat men wil, maar wie zo immigranten wil integreren, integreert geen immigranten, maar ex-tegreert de eigen mensen door de eigen identiteit in te wisselen voor een vage, abstracte identiteit waardoor er geen verschillen meer bestaan – mogen bestaan – tussen de diverse culturen en etniciteiten. Wil Vlaanderen, willen de Nederlanden overleven en enig perspectief hebben, dan zal er in de toekomst sprake moeten zijn van culturele expansiedrang van u en van mij. Een Nederland van de locale gemeenschappen, van de sterke identiteit vanaf de basis, druist namelijk in tegen de culturele Europese hoofdstroom die sterke identiteiten juist als bedreigend ziet. Maar daar moet u geen boodschap aan hebben. Een sterke Vlaamse volksbeweging moet kortom tot doel hebben anderen in te lijven in haar identiteit. Ik noem in het kort drie vormen van expansie:

Ten eerste: als een Marokkaan hier wil blijven wonen, dan dient hij of zij een Nederlander te zijn: cultureel, sociaal en religieus. Mijn opdracht aan de Vlaamse Volksbeweging is dan ook: maak van een Marokkaan een Vlaming. Dat gaat verder dan taal of werk. Dat gaat verder dan tolerantie en gelijkheidsdenken. Daar hoort een huwelijksopvatting bij, een verbondenheid met het christendom en een familieopvatting die Nederlands is en niet Arabisch of Berbers. Maar de expansiedrang dient verder te gaan, en dit is de tweede vorm van expansie. Een Vlaamse, een Nederlandse volksbeweging zal in het Europa van nu ook anderen moeten inwinnen voor haar zaak. De volkscultuur van gemeenschappen, traditie en historische verbondenheid dienen over in Europa te worden gevoed en ondersteund. Zonder een Nederlands Europa – dat is: een Europa dat vanaf de basis is opgebouwd van volksgemeenschappen, gezinnen en huwelijken, is elk perspectief voor “De Nederlanden” bij voorbaat kansloos. Te midden van een machtig Europa zullen De Nederlanden geen vreemde eend in de bijt kunnen zijn. De derde vorm van expansie is die binnen de Vlaamse beweging zelf. Er zijn politieke tegenstellingen. Er zijn tal van historische gevoeligheden. Deze tegenstellingen moeten worden overwonnen. Er moeten nieuwe perspectieven worden ontwikkeld om van de historische ballast af te raken en van de historie een vruchtbaar terrein te maken.

Dit zijn in het kort de drie perspectieven voor De Nederlanden. Het zijn drie vormen van expansie. Het klinkt bizar, maar om als Nederlanden te overleven, om verder te komen in wat voor vorm dan ook, dient eigenlijk geheel Europa een "*Nederlands" voorland te worden. Om dit alles te bewerkstelligen is er behoefte aan denktanks, denkgroepen en nieuwe initiatieven om oude impasses en tegenstellingen te overbruggen of te doorbreken. En om zoiets als “nationalisme” te herdefiniëren. Vlaanderen moet Nederland jaloers maken. Niet alleen culinair, of wat betreft onderwijs of vriendelijkheid; dat zijn slechts zaken aan de buitenkant. Nee, de fundering moet zichtbaar worden. Het moet zover komen dat zulke Nederlanden Europa jaloers maakt.

Perspectieven voor “De Nederlanden” ontstaan alleen door een wisselwerking tussen het hervinden van een identiteit die ingaat tegen de economische modes in enerzijds en anderzijds een expansieve houding die het volksleven, het nationalisme of wat dan ook niet slechts koestert, maar uitdraagt als noodzakelijk medicijn voor elke Europeaan. Misschien gaan de Noord-Nederlanders het eerst overstag. Misschien wel het laatst. Maar laat dat een bijzaak zijn. Net zoals de aanwezigheid van een Noord-Nederlander op een bijeenkomst van de Vlaamse Volksbeweging een bijzaak is.

Lees verder...

woensdag 2 januari 2008

DE POLITIEREALITEIT RUKT OP

Nederland wordt steeds meer een politiestaat. Dat is althans de uitkomst van een onderzoek door het Britse organisatie Privacy International. Niet dat iemand daar van opschrikt, maar toch. Het zal je maar gezegd worden. Wie het 'onderzoek' beter bekijkt, valt een aantal dingen op. Het onderzoek gaat alleen over landen waarover genoeg gegevens bestaan: het westen, de grote landen als China en India en nog een paar willekeurige landen. Verder valt op dat het in bijna alle landen triest is gesteld met de burgerlijke privacy en vrijheden. Overal wordt steeds kwistiger gesurveilleerd op allerlei manieren. Steeds meer wordt geregistreerd; steeds vaker worden wetten aangepast om meer mogelijkheden te krijgen de burgers in de gaten te houden. Men had ook concluderen: de wereld wordt steeds meer een politiewereld. Een aantal oorzaken liggen voor de hand. Grenzen vallen weg. Globalisering neemt toe. Terroristen loeren overal. Maar er valt meer over te zeggen.

Big Brother...

Maar laten we ons voor het gemak beperken tot ons eigen landje. Ook hier krijgt de politiestaat steeds duidelijker contouren. Na de discussie rond het electronisch kind-volg-dossier zijn er weer tal van maatregelen en geluiden die erop wijzen dat de gang naar de politiestaat zich in rap tempo voltrekt. Met de OV-chipkaart blijkt de NS straks alle reisgegevens van de Nederlandse burgers onder handbereik te hebben - om zo onder handbereik van de overheid te komen liggen. De voorstellen rond het rekeningrijden laten zien dat straks alle mobiliteitsbewegingen van auto, vrachtauto, motorfiets worden geregistreerd en opgeslagen door de overheid.
Naast het bewaren van telefoongegevens, Email- en Internetgegevens, naast de opvraagbare gegevens rond het boeken van vakanties, het kopen en lenen van boeken. Naast de - voor het oog onzichtbare - codes die elke kopie, print en scan bevat - gekoppeld aan de registratie van nagenoeg alle copieer-, fax- en printapparatuur. Naast de mogelijkheden van de overheid om alle niet-verdachte personen gedwongen DNA-materiaal af te nemen. Enz.
Tel daar de ideeën bij op rond het elektronisch betalingsverkeer dat contanten moet gaan vervangen (waardoor straks ALLE betalingen worden geregistreerd door de overheid), de ideetjes rond in het lichaam geïmplanteerde chips en signalen die GSM's (straks) afgeven. De lijst wordt langer en langer.

...No Bother

Het volk zal dit alles een rotzorg wezen. Met een religieuze ijver onderwerpt men zich aan de machten die ons veiligheid, vermaak en welvaart bieden. De bewakingscamera's rukken op, die steeds vaker niet alleen kunnen zien, maar ook kunnen toespreken en afluisteren (met name in Groot-Brittannië is dit reeds het geval). Geen haan die ernaar kraait.
Job Cohen die onlangs in De Pers pleitte voor het verruimen van wettelijke mogelijkheden om de privacy van burgers terzijde te stellen om zo nog beter criminaliteit te kunnen aanpakken. Zo ijvert hij voor "virtuele grachtengordels" om zo criminelen buiten de stad te kunnen houden en om zo te weten wie zich in Amsterdam bevinden. Dit gaat verder dan de ook door hem bepleitte body scan. Om een sluitend systeem te hebben zal elke burger te registreren moeten zijn, op zodanige wijze dat een individu zich daar niet aan kan onttrekken. Laat de lezer maar raden welke kant dit op gaat. Geen hond die erom blaft.
Ondertussen is alles verboden wat maar enigszins gevaarlijk kan zijn. Of wordt verboden, zoals blijkt uit de ideeën van Hirsch Ballin om ook stiletto's te verbieden. Er zal wel wat voor te zeggen zijn, maar het stopt niet. Het gaat gewoon door. Alles wat zweemt naar potentieel geweld is verdacht.
De geweldsloze wereld verdraagt niet alleen geen terroristen of terroriserende hangjongeren meer, maar verdraagt ook geen vaders meer die vervelend kroost een tik voor de billen geeft, zoals blijkt uit het verbod op de corrigerende tik die onder Donner is ingevoerd. De politiestaat verdraagt geen vaders die gezag uitoefenen.
Niemand protesteert. Het maakt niet meer uit welke partij je hoort; iedereen ijvert voor de politiestaat. De Donners en Hirsch Ballins en Job Cohens worden terzijde gesteld door een VVD die de legitimatieplicht wil oprekken tot een algemen legitimiatieplicht (die ook geldt zonder aanleiding). De PVV wil Guantanamo Bay achtige kampen introduceren waar burgers zonder bewijs voor onbepaalde tijd kunnen worden opgesloten, en dit alles slechts op basis van een verklaring van een AIVD'er.

No Safeguards

Wie zullen ons beschermen tegen de politieke politiedenkers? De rechters? De opinieleiders? Vergeet het maar. Het maakt niet uit welke rechter je hebt als het gaat om de verdediging van de grondrechten van de burger. Ons land kent geen vaste grondrechten. De kwestie rond de SGP laat dit duidelijk zien. De rechter schoof de grondrechten aan de kant met een beroep op een absoluut geldend antidiscriminatiebeginsel. De gevolgen daarvan gaan heel wat verder dan een wel of niet verbieden van een klein partijtje als de SGP; de grondrechten zelf staan op de tocht.
Nu al verneem je regelmatig de geluiden dat ook de grondrechten zelf discrimineren. Zo zou volgens "opinieleiders" als Paul Cliteur 'de vrijheid van godsdienst' niet-godsdienstige mensen discrimineren. En daarom moeten worden afgeschaft.
De grondrechten staan op allerlei manieren onder druk. Een andere manier om ze om zeep te helpen is door ze puur individueel te interpreteren, zoals Afshin Ellian dat doet. Zo vallen georganiseerde vormen niet meer onder de bescherming van de grondrechten. Wat het verenigingrecht dan nog betekent, is onduidelijk: waarschijnlijk niets. Zoals oud-staatssecretaris Van der Laan ooit zei over de omroepverenigingen: "verenigingen zijn niet meer van deze tijd".
De opinieleiders zullen ons niet beschermen; ze zullen ons eerder aanvallen. En als ik De Pers van afgelopen week bekijk, dan zijn tegenwoordig ook mensen als Eddy Terstall en Bridget Maasland "opinieleiders" naast een Mark Rutte. Ongegeneerd - en zonder tegenspraak van een Rutte - formuleert PvdA'er Eddy Terstall vier nieuwe grond- c.q. burgerrechten: "het gelijkheidsbeginsel, de scheiding tussen kerk en staat, vrijheid van meningsuiting en solidariteit". [1]
U leest het goed. De grondrechten zijn burgerrechten geworden. En de inhoud is veranderd. In plaats van "rechten" waar eenieder gebruik van kan maken buiten de sfeer van de overheid, zijn er nu rechten die een continue staatsbemoeienis impliceren om deze "rechten" te waarborgen. De positieve inhoud is verdwenen: de concrete vereniging, de concrete georganiseerde godsdienst, de concrete school met ouders in het bestuur, enz.
In plaats van grondrechten met een positieve inhoud zijn er straks alleen nog abstracte principes die voer zijn voor politici en rechters. Met behulp van gegevens zullen politie, jusitie en politiek in de gaten houden hoe het maatschappelijk verkeer zich voltrekt.

Top Down

Deze manier van denken is er één die start vanuit overheid - dus van boven naar beneden. De grond onder het burgerschap wordt weggetrokken (de domeinen buiten de overheidsbemoeienis houden op te bestaan) en de tot burger gereduceerde mens wordt onder continu camera- c.q. staatstoezicht geplaatst. De veiligheidsmaatschappij - politiestaat - die we zo begeren, is een maatschappij zonder bescherming tegen de overheid.
Het is een maatschappij waarin voortdurend klinkt: "Wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen." Met andere woorden: wie bezwaar maakt, heeft iets te verbergen en alles te vrezen. En om niet te vrezen moeten we geloven. Vertrouwen in de goedheid van de overheid. In de morele superioriteit van oom agent.
Tja, ik probeer het, maar het lukt me niet echt. Wie de wettelijke antidiscriminatiebepaling leest, kan toch niet anders dan concluderen dat elke burger strafbaar is? Want elke burger discrimineert toch in zijn of haar leven? En als blijkt dat bijna 80 procent van de ouders nog steeds corrigerende tikken uitdeelt aan hun kinderen - en dus strafbaar is - merkt dus dat in de huidige maatschappij gevaar en strafbaarheid zo algemeen verspreid zijn, dat het vrij onzinnig is een algemeen vertrouwen te hebben in een overheid die zo grof te werk gaat. Want met meer dan één glas achter het stuur heb je al een probleem. En illegaal vuurwerk verkopen is erger dan je vrouw in elkaar slaan.
En daarbij komt: het onvoorwaardelijke geloof in een overheid gaat voorbij aan het feit dat voor een overheid niet alleen het belang van de burger voorop staat, maar ook het belang van het systeem. Waar in de moderne cultuur steeds meer blijkt dat gezag en autoriteit geen basis meer hebben vanuit moraal, natuur en religie, is geloofwaardigheid een steeds kwetsbaarder zaak. Let maar eens op: imago telt steeds zwaarder in politiek en bedrijfsleven.
Denkt u nu werkelijk dat een staatsapparaat de eigen geloofwaardigheid te grabbel zou willen gooien als blijkt dat daarmee het belang van een enkele burger is gediend? Als blijkt dat men in staat is bij de kwestie van de Europese Grondwet het volk terzijde te stellen, zal men dat dan op een ander moment nalaten? Ook als het om een individuele burger gaat?

In Police We Trust

De oprukkende politiestaat en het enorme vertrouwen van de burger in deze politiestaat, brengt mij tot de constatering dat de politierealiteit oprukt. Er is hier veel meer over te vertellen - een ander moment zal ik dat zeker doen - maar in het kort: als grondvoorwaarden en grondrechten wegvallen, ontstaat er een situatie waarin onvoorwaardelijk vertrouwen wordt gesteld in macht. Overal waar onvoorwaardelijk vertrouwen kan worden geschonken, is dit een indicatie dat er ook bij de individu geen sprake is van onvoorwaardelijke gronden om in verzet te komen. Met andere woorden: de individu schuift mee wanneer de macht schuift. Het vertrouwen schuift mee. En daarmee verandert de individuele morele constitutie voortdurend om daardoor op den duur geheel samen te vallen met de systeemeisen van politiek, veiligheid en economie. Want een moraal die steeds maar weer opschuift wanneer de macht erom vraagt, valt op den duur samen met de macht. Zolang veiligheid, welvaart en vermaak maar voorhanden zijn.
Zoals gezegd: deze gedachten eisen een nadere uitwerking. Hier valt namelijk niet alleen veel meer over te zeggen, maar de implicaties zijn enorm. Als de veiligheidsmaatschappij wereldwijd steeds meer de norm wordt, wanneer veiligheidsmaatschappijen elkaar versterken en wanneer veiligheid een proces met een open einde is, dan ligt de totalitaire maatschappij als reële mogelijkheid in het verschiet.

Blijft de vraag: hoe kunnen we daar een antwoord op formuleren zonder te vervallen in simpele ontkenningen van reële dreigingen zoals die van het mondiale terrorisme? En zonder de linkse utopie te omhelzen van linkse maatschappijverbeteraars die vanuit hun gegoede wijken de maatschappelijke lasten van hun beleid afwentelen op burgers in achterstandswijken? Ik ga daar de komende maanden verder over nadenken om daar uiteindelijk een essay over te schrijven.

Noot

[1] In ieder geval het jaar van de vertrutting in De Pers d.d. 31 december 2007.



Lees verder...

DE TEERLING IS GEWORPEN

Vanochtend heb ik 'm gezien: de reden om nu eens eindelijk het dagblad Trouw op te zeggen (en om daarna bij gebrek aan alternatieven dit weer uit te stellen). Wat heb ik gezien? Een grote advertentie van Doekle Terpstra en zijn nationale beweging tegen Wilders: "Benoemen en Bouwen". Natuurlijk, later verklaarde men keer op keer dat deze beweging niet tegen Wilders was gericht, maar breder was: namelijk tegen alle Wildersen van dit land. Er is in dit land - net als in veel moderne, democratische, liberale rechtsstaten het geval is - een opvallend fenomeen te bespeuren, namelijk dat wanneer de zogenaamde moderne rechtsstaat wordt aangevallen er een automatische reflex optreedt:

Men negeert, men ridiculiseert, men doet zielig; en als dit niet blijkt te werken, start men demoniserings ("anti-")bewegingen op die massaal door de gevestigde orde (media, vakbonden) wordt gesteund. Maar dan gebeurt het: men ontkent in alle toonaarden de aanval op de persoon te hebben ingezet en camoufleert dit door op alles te schieten wat op de vijand lijkt. Maar dan komt het: iedereen weet op wie de aanval is gericht, de commentatoren spreken het uit, de buitenwacht signaleert het - meer nog: in een opstartfase wordt het ook uitgesproken of duidelijk gemaakt. Maar opeens kan het dus: een antibeweging starten en met een stalen smoel zeggen dat die niet op Wilders is gericht. Blijkbaar is de niet uitgesproken overeenstemming onder de leidende klasse zo groot dat men hiermee weg komt.
Zo ook in de Trouw van vanmorgen. Volgens de organisatoren van Doekle Terpstra's anti-Wildersbeweging "Benoemen en Bouwen" is de beweging niet tegen Wilders gericht (al werd dat bij de opstart wel zo gebracht, door Wilders als "het kwaad" neer te zetten, maar enfin). De naam Wilders wordt dan ook verzwegen. Maar niet in het hoofdredactionele commentaar van Trouw. Bij hoge uitzondering heeft men "een uitzondering gemaakt voor een wel heel bijzonder geval".
Hoezo bijzonder?, vraag je je dan af. En je vermoedt waar in het commentaar omheen wordt gedraaid: men wil korte metten maken met van alles tegelijk en men zal 'Wilders' als aanleiding gebruiken. Min of meer komt men daar ook rustig voor uit - later hierover meer.
Nu was Trouw de krant die de Open Brief van Doekle Terpstra - het startschot tot deze beweging - had geplaatst; Trouw maakt deze klus dan ook af. Door voor de normale voorpagina een aparte voorpagina als advertentie voor de krant te plaatsen (maar dan wel met de kop van de normale krant) en met op de binnenzijde op de volle pagina de verklaring en de deelnemers van Terpstra's anti-Wildersbeweging. Wat gratis kranten met advertenties doen, en serieuze kranten alleen in oorlogstijd doen, bijvoorbeeld in geval van mobilisatie of oorlogsverklaring, doet Trouw aan het begin van het nieuwe jaar: een startschot richting de PVV.

De inhoud van de verklaring is grappig en triest tegelijk; ik had ook niet anders verwacht. Men signaleert dat "serieuze, lastige vraagstukken worden versimpeld tot ongenuanceerde en polariserende oneliners. Daardoor worden problemen niet opgelost, maar versterkt." En natuurlijk ontbreekt het doemperspectief niet: "zo raakt Nederland verstrikt in een neerwaartse spiraal van intolerantie en onverschilligheid. Dat is een doodlopende weg." En dan komt het: "daar willen wij iets aan doen."
Twee alinea's verderop in de "brief" barst men los. Ik heb nog nooit zoveel 'social engeneering' op elkaar gepropt gezien in slechts enkele luttele zinnen. Lees maar mee:

"Samen-leven kan alleen als we oog hebben voor elkaars opvattingen en gewoonten. Als we respect hebben voor verschillen in afkomst en culturele en religieuze oriëntaties. Als we elkaar niet discrimineren vanwege afkomst, sekse, religie of seksuele geaardheid. Als fysiek en verbaal geweld uit den boze zijn. Als we ons onthouden van extremisme, van welke aard dan ook. Als we ons aan de wet houden. Als de scheiding tussen kerk en staat niet ter discussie staat. De meeste van die regels staan óf in de grondwet, óf het zijn algemeen geaccepteerde fatsoensnormen. Toch blijkt keer op keer dat veel mensen zich er niet aan houden."

De inzet is niet meer en niet minder een samenleving zonder geweld, zonder scheldpartijen, zonder discussie of debat over liberale verworvenheden, zonder uitlatingen die de liberale goegemeente als "extremistisch" beschouwt. Een samenleving waarin niemand op enigerlei wijze discrimineert en iedereen zich aan "de wet" houdt. De Grondwet is heilig, maar ook de "algemeen geaccepteerde fatsoensnormen". 'Door de liberale goegemeente geaccepteerd' betekent dat. En wat die gemeente accepteert is dan "algemeen" en staat op dezelfde hoogte als de grondwet.

De inzet is het behoud van de Nederlandse cultuur en identiteit, want deze wordt bedreigd. Lees maar mee:

"Van oudsher staat de Nederlandse cultuur bekend als open en tolerant. In de afgelopen periode is die cultuur onder druk komen te staan. Eerst hadden we de neiging om te veel te gedogen. Nu dreigt intolerantie de boventoon te voeren. Het is tijd dat wij terugkeren naar de wortels van de Nederlandse traditie en een nieuwe balans vinden tussen de waarden van toen en de waarden van nu."

De alinea begint met "van oudsher". Vallen daar de jaren '50 onder? Waarschijnlijk niet. Of Troelstra die homoseksualiteit het grootste gevaar voor de arbeidersklasse vond? Maar die ook niet te beroerd was een staatsgreep te willen plegen? Waarschijnlijk niet. Vallen daar dan misschien "de parade der mannenbroeders" (calvinisme) onder, of de tijd dat de pastoor zoveel macht had? Waarschijnlijk niet. Of dat abortus nog crimineel was en ongehuwd samenwonen als onzedelijk werd beschouwd? Nee, natuurlijk niet.
Het "van oudsher" begon volgens Dijkstal met de invoering van artikel 1 van de Grondwet waarin de antidiscriminatiebepaling staat. Hij noemde dit ooit - het was naar aanleiding van uitspraken van Pim Fortuyn die dit artikel wilde schrappen - de grondslag van onze beschaving waarvoor we in '40-'45 tegen de nazi's hadden gevochten. Het misbruik van de geschiedenis laten we hier maar even rusten, maar "van oudsher" begint volgens de initiatiefnemers waarschijnlijk ergens rond 1980. Misschien een paar jaar eerder, maar niet veel eerder. Deze zinsnede maakt het nog wat duidelijker: "Het is tijd dat wij terugkeren naar de wortels van de Nederlandse traditie en een nieuwe balans vinden tussen de waarden van toen en de waarden van nu." De "waarden van toen" wijzen op de woorden "In de afgelopen periode is die cultuur onder druk komen te staan", namelijk toen waar we "eerst de neiging [hadden] om te veel te gedogen", voortvloeiend uit de "cultuur bekend als open en tolerant". Waar kunnen deze woorden taaltechnisch gezien anders op wijzen? Want 'gedogen' hoort bij 'open en tolerant'. Daar is een reactie op gekomen, namelijk op het teveel gedogen: intolerantie.
En wat gedogen we volgens deze brief teveel? Het antwoord is simpel: aanvallen op allochtonen en generalisaties ten aanzien van islamieten en buitenlanders. Men noemt wel "afkomst, sekse, religie of seksuele geaardheid", maar een kind weet dat er nauwelijks een kritische tegenbeweging bestaat als het gaat om vrouwenemancipatie en homorechten. Hoe simpel en onverdraagzaam déze bewegingen ook zijn - zoals die van de feministen en de homoactivisten - dáár is niets mee aan de hand. Een potje liegen en bedriegen is niet erg, als we het maar 'samen doen'.
Laatstgenoemde fenomenen - vrouwen(sekse)emancipatie en homo-emancipatie - laten zien wat het einddoel van Terpstra cum suis is: een maatschappij waarin deze zaken niet meer ter discussie staan - net als de scheiding van kerk en staat - en waar ook niet meer over deze zaken gesproken mag worden. Wie de aanwezigheid van horden Marokkanen ter discussie stelt, is al een soort nazi (volgens Dijkstal) of is "het kwaad" (Terpstra).
Nu, nazi's en andere vormen van "het kwaad" dienen natuurlijk door de overheid geëlimineerd te worden. Dus men spreekt wel over "Benoemen en Bouwen" maar dan wel nadat er eerst de mond is gesnoerd en is afgebroken wat voor '1980' onze cultuur vormde: christendom, ondernemerschap, familiecultuur, Nederlanderschap, weerbaarheid, redelijkheid, fatsoen en zedelijkheid.
De ondertekenaars van de "brief" van Terpstra voldoen zelf niet aan deze normen. Dat zou ook teveel gevraagd zijn van mensen die deze "brief" van Terpstra waarschijnlijk alleen gebruiken voor iets anders. Het gaat ze niet om een bepaalde "traditie" of zo, het gaat ze om iets anders: een traditieloze, wortelloze cultuur die zich razendsnel kan aanpassen aan wat voor uitdagingen c.q. bedreigingen dan ook.
De hoofdcommentator van Trouw spreekt dit ook onomwonden uit. De verklaring van Terpstra is volgens deze commentator nodig omdat ons land zich binnen Europa heeft laten marginaliseren. Met andere woorden: het volk moet tot de orde worden geroepen en niet zoveel vasthouden aan nationale soevereiniteit. En we moeten volgens deze persoon niet meer zo krampachtig denken over immigratie om zo mee te kunnen doen aan de mondiale strijd om talent. Ik hoor hier opeens de toenmalige uitspraken van "Paars" in, namelijk dat Nederland een immigratieland was.

Mijn conclusie ten aanzien van de motieven van Terpstra en de andere talloze ondertekenaars van zijn "brief" is: volgens hen moet Nederland worden opgeheven. Vreemdelingen moeten binnen kunnen stromen, eigen volk moet (kunnen) vertrekken. Traditionele Nederlanders mogen niet meer spreken. "Prettig leven" is het nieuwe dogma. Generaliseren mag niet meer en de strijd tegen de nazi's gaat door in de vorm van deze strijd. Het is één bepaalde vorm waarin onze elite ons volk wil vergruizelen. Sommigen doen hieraan niet mee en kiezen andere manieren om ons volk te vernietigen.
Terpstra en de zijnen kiezen voor de dialectiek tussen gedoogcultuur en Wilders, waarbij de eerste component - gedogen - verwijst naar onze identiteit: alles best vinden vanuit een positief respect, en waarbij de tweede component - Wilders - staat voor de eeuwige tegenstander. Het doel ligt onder handbereik: een smetteloze samenleving. En de eindoplossing - Endlösung - ook: vernietig Wilders en zijn aanhang en een prettig leven ligt in het verschiet.

Lees verder...

dinsdag 1 januari 2008

STOP BLOGGEN, begin met bitterlemon

Laat ik één ding duidelijk voorop stellen: bloggen mag. Becommentariëren ook. Net als fotoshoppen en de columnistiek bedrijven. Maar - zoals zo vaak - gaat het om de insteek, om de motieven waarmee men opereert. In dit geval: is het bloggen de neerslag van een bredere en diepere (denk)arbeid? Een aanvulling om het plaatje compleet te maken? In dat geval is er niets aan de hand.

Maar al het bloggen dat hoog op geeft van fenomenen als "burgerjournalistiek" en dat het bloggen ziet als de noodzakelijke correctie, terechtwijzing of zelfs vervanging van de oude media, schiet er net naast en dus hopeloos tekort.
Dat klassieke media verdwijnen is geen ramp; en kan zelfs een zegen zijn voor het rechtse discours. De klassieke media als de krant of het opinieblad zijn relicten uit een liberaal era dat op haar achterste benen loopt. De inzet en de uitkomst van deze relicten was en is "de geïnformeerde burger" die aldus volop kan meedoen in het democratische proces. En deze geïnformeerde, mondaine burger is een kosmopoliet (in spé). Met andere woorden: het is een ontwortelde mens.
De fatsoenlijke burger interesseert zich meer voor wat er in Uruzgan gebeurt, dan wat er bij de buren aan de hand is of bij opoe in het bejaardenhuis. De fatsoenlijke, geïnformeerde en informerende burger is als burger fatsoenlijk en als mens een onding.
Want mensen gaan steeds minder vaak bij elkaar op visite, hebben steeds minder goede vrienden, zijn steeds vaker alleen, hebben steeds vaker te kampen met gebroken relaties of met gecompliceerde familieverhoudingen (na twee of drie scheidingen komen die vanzelf). Politiek is hij zwevend geworden. Banquair idem dito. Assurantieel evenzo. Religieus een nitwit, sportief een egotripper (oftewel: een triptrappende jog-blogger).
De geïnformeerde, bloggende burger is een prachtig doelwit voor verstrooiing en inkapseling door de feitenbrij die het systeem produceert. Door steeds te reageren, wordt men of afgestompt en haakt men af (al dan niet teleurgesteld) of men raakt hypergevoelig en reageert overal op (om zodoende elk gevoel voor proportie te verliezen en elke hiërarchie van waarden kwijt te raken).
Bloggers versterken de anarchie van feiten en waarden. Hoe meer bloggers, hoe machtiger de tirannie van de overheid; deze gedijt het beste bij een overdaad van meningen, rotzooi en verwarring. Nog nooit was de macht zo verhuld en waren de politieke verhoudingen gelijkerwijze in verhulling gestoken. Nooit eerder was de politieke common sense zo groot als nu; nagenoeg iedere partij zweert bij de liberale democratische rechtsstaat, bij de scheiding van kerk en staat, bij het gelijkheidsbeginsel, het recht van abortus, enz. enz. En nooit eerder had de burger de idee (de illusie) dat de flanken zo uit elkaar liggen en dat het gematigde centrum zo klein is.
Deze illusie van variatie en breedte wordt in stand gehouden door het uitvergroten van feitjes, misstanden en meninkjes. In werkelijkheid is er nauwelijks sprake van noemenswaardige verschillen tussen de partijen. De PVV zweert bij dezelfde markteconomie als dat GroenLinks dat doet en Femke Halsema en Afshin Ellian hanteren eenzelfde "as van het kwaad". Hoezo verschillen? Niemand is voor terrorisme en geweld; iedereen is voor een sterke staat. Niemand is voor de doodstraf, nagenoeg iedereen staat pal voor homohuwelijk en euthanasie.

De illusie moet doorbroken worden. De burger moet weer een mens worden. Mensen moeten het gevoel terugkrijgen voor de juiste betekenissen en voor de echte verhoudingen. Mensen moeten stoppen met bloggen (althans als levensroeping), en beginnen met bitterlemon.
Wat bedoel ik hiermee? Wel, ik verwijs hierbij naar de nieuwe opzet van het bitterlemon-project. Bitterlemon gaat dit jaar meer energie steken in studiekringen, in een zangbundel en in het leggen en onderhouden van allerlei contacten.
Kameraadschap, vertrouwen, wederzijds respect en inzicht moeten juist in deze tijd van abstractie, vrijblijvendheid en versplintering concreet worden gemaakt. De anarchie van meningen moet worden ontstegen; niet door het uitroepen van autoriteiten en het volgen ervan, maar door intensief samen studeren, zingen en alles wat daarbij hoort. Voor de conservatieve man horen moed, plezier en kennis bij elkaar.
De voor het conservatisme noodzakelijke 'nieuwe' ideeën en inzichten ontstaan namelijk in het discours van de vriendenkring dat zich op verschillende niveaus met elkaar bemoeit. Want ideeën worden uit de orde en de gemeenschap geboren - niet gemaakt.
Bloggers raken vermoeid omdat ze niet bij tijd en wijle gevoed worden met gezonde minachting richting de moderniteit, het systeem en de huidige cultuur. De nodige koelbloedige minachting krijg je pas in de oefening van het goede leven: het leven van gemeenschap, kameraadschap, van lach en dronk, van kennis en inzicht dat onze huizen vult en nooit zal concurreren met vrouw en kinderen, of met kerk en volk.
Protestanten en Rooms-katholieken, paleolibertariërs en paleoconservatieven, republikeinen en monarchisten, volksnationalisten en reactionairen - pas in de gemeenschap van vlees en bloed, van gezang en wijn en in de weg van traditie en wijsheid, zal er een basis kunnen worden gelegd - opengelegd - waar bloggers nooit vermoeid raken en columnisten immer opgewekt blijven.

Lees verder...

STOP BLOGGEN deel II

Bloggen heeft een beperkte waarde. Sommigen komen daar achter om daarna de schrijverspen c.q. het toetsenbord in de wilgen te hangen. Anderen leven niet alleen in de bloggerswereld, maar ook in de echte wereld, en nemen al gas terug voordat de algehele bloggersmalaise toeslaat.

Binnen het conservatieve kamp gaat mijn kameraad Björn Roose het rustiger aan doen met zijn blog. En mijn beschaafde libertarische medestander Jimmy Johnson stopt helemaal met zijn blog.
Conservatieven als Bjorn Roose en Jimmy Johnson hebben iets in de gaten dat een neoconservatief als Leon de Winter waarschijnlijk niet in de gaten heeft: dat bloggen een bijzaak is, evenals opinie en commentaar dat zijn. Bloggen is een bijzaak omdat het huidige politiekculturele systeem een bijzaak is. Leon de Winter gelooft in het systeem en ziet dat uit elkaar vallen; conservatieven geloven niet in het systeem en vestigen daar dus ook nooit enigerlei vorm van hoop op. Vertrouwen in de kracht van het bloggen is verwant aan vertrouwen in een systeem dat door middel van meninkjes, publieke debatjes, speldenprikjes en scheldpartijtjes "gered" kan worden. De conservatief weet dat wie gelooft in het systeem, zichzelf op de been houdt met valse hoop.

Wie zielig doet, wie zich terugtrekt omdat niets werkt, is niet allereerst een zielig slachtoffer, maar is allereerst iemand die zich aan de strijd onttrekt. Wie stopt met vechten, heeft nooit echt geloofd. Die is reeds in staat zich met huid en haar over te leveren aan de vijand. Wie zich namelijk met gemak en drogredenen over heeft geleverd aan de vijanden "staatsmacht" en "atheïsme", kan ook een derde vijand er wel bij verorberen: 'islam' bijvoorbeeld.
Wie werkelijk de nood der tijd peilt, hecht niet aan blogs, die verzandt niet in emoties, die vlucht niet in activisme.

De werkelijke strijder is een koelbloedige realist. Die verspilt nooit al zijn munitie in wat voor scheldpartij dan ook. Die sluit geen wegen af, bijvoorbeeld naar God of het christendom. Of die naar de natuur (zoals Leon de Winter laatst wel deed).
De conservatief weet dat de huidige situatie zo ernstig is, dat zwijgen soms beter is dan spreken. En dat werken in de stilte meer vruchten op kan leveren dan ploeteren in het openbaar. Wie werkelijk de nood der tijd peilt, schrikt niet terug voor de diepte. Die plaatst zichzelf nooit zomaar buiten het probleem - zoals neoconservatieven dat doorgaans wel plegen te doen.
De conservatieve strijder gelooft zo in zijn zaak dat deze zaak ook blijft staan als hij valt. De ware strijder heeft zelfspot. En daarom heeft hij kameraden. De ware strijder eert zijn vijanden - om ze daarna neer te slaan (of om zo juist hun hart te bereiken).

Ik was daarom blij te vernemen dat Jimmy Johnson zou stoppen met zijn blog. En dat Björn Roose het echt rustiger aan ging doen. Er is nood aan andere activiteiten, aan andere wegen om ons doel te bereiken. Aan wegen die uitgaan van de rust en het goede leven, het voeden en versterken. Er is geen behoefte aan wegen die het eigen leven onrustig maken. Die vrienden verwaarloost vanachter het beelscherm. Of die vrouwen of vriendinnen of kinderen niet genoeg aandacht schenkt omdat de actualiteit zogenaamd zou roepen.
Er is daarentegen behoefte aan goede gezinnen, aan kameraadschap, aan dieptestudie, en aan goede creatieve inzichten. Voor dieptestudies zijn goede ideeen nodig. Goede inzichten ontstaan in een sfeer van intellectuele kameraadschap. En kameraadschap gedijt alleen in en vanuit huizen die "op orde" zijn.
En de voorwaarde voor dit alles is rust - met andere woorden geloof in de goede dingen van het bestaan: vrouw, volk, kerk, vaderland en traditie.
Dit alles lijkt op een keten, een snoer dat insnoert, maar is het niet. Het is een eenvoudige voorstelling van zaken. Het gewone leven komt niet alleen eerst, maar het gewone leven moet 'goed' worden. Op zo'n manier 'goed' dat de conservatieve zaak als vanzelf vanuit dit goede, gewone leven vorm krijgt.
Meer hierover in een volgende posting, getiteld: STOP BLOGGEN, begin met bitterlemon.

Lees verder...

STOP BLOGGEN deel I

Het grote gevaar voor rechts Nederland in 2008 is de vermoeidheid. Rechts Nederland bulkt van de afgehaakte personen; die vermoeid zijn geraakt door actie en geroep. Ook iemand als Leon de Winter is vermoeid geraakt en houdt er voorlopig mee op bij Elsevier.

Na een paar jaar columns schrijven en een blog volschrijven bij dit opinieweekblad - de laatste tijd in de vorm van een 'duoblog' met Afshin Ellian, is het over met de pret. Het helpt niet. Het wordt steeds erger. Het frustreert.
Bloggen zet toch minder zoden aan de dijk dan men eerst dacht. Bloggen houdt de getrouwen alert, de blogger scherp en houdt een vinger aan de pols waar het nodig is. Maar het is meer: het is voor je het weet een verslaving die zichzelf in stand houdt. Bloggen beklijft niet, bevredigt niet echt. Bouwt niets op. De situatie is namelijk te ernstig om met columns, blogs, fotoshoppen en romannetjes te lijf te kunnen.
Bloggen is niet waardeloos, evenals columns en commentaarstukjes schrijven, maar het heeft slechts een beperkte waarde. Het is een aanvulling op iets anders, het kan nooit de core business vormen van wat voor serieuze missie dan ook. En juist bij bloggers ligt het gevaar reëel om de hoek dat nuttige bijzaken de hoofdmoot gaan vormen.
Wie dat niet in de gaten heeft, gaat door met spuien, raakt verhard, wordt ordinair, ziet achter elke boom een vijand, gaat schelden en op den duur zielig doen.
Zo ook Leon de Winter. Van linksige, bebaarde progressieve agnost, werd hij - naar eigen zeggen - rechts, baard- en brilloos, gesoigneerd en atheïst.

Deze metamorfose was er niet alleen onder druk van realistische inzichten van hemzelf, ook speelde de druk van buitenaf mee. Met name de dreiging van de islam heeft De Winter een atheïst gemaakt. Grappig, niet waar?
Het in ieder geval klinkt als een jood die onder druk van de nazi's een nationaalsocialist wordt - of iets dergelijks. En meer en meer ontpopte Leon de Winter zich als een ordinaire, atheïstische, zielig doende zelfhaat(selbsthass)-jood. Wat bij De Winter over bleef was niet veel: zoiets als een derivaat van wat anderen "ras" noemen. Meer niet.
Ondanks zijn zionistische sympathieën, richtte hij zijn pijlen niet alleen op de islam, maar ook rustig op de orthodoxe Jodengenoten. Met zijn spot als die van een NSB'er werd meer en meer duidelijk dat Leon gewoon een links, geschrokken romancier is. Een begenadigd schrijver en essayist. Maar meer ook niet. Links tot op het bot, maar vanwege zijn raciale Jood-zijn opeens behept met "rechtse" reflexen.
En dan nu dit: hij houdt zo van Israël dat hij Nederland verwisselt voor Californië. Hij is atheïstisch geworden vanwege de islam; hij verhuist echter naar The States zonder evangelical te worden. Kortom: een man vol raadsels.

Ik wil niet zeggen dat het goed is dat hij weggaat. Altijd is het immers beter als mensen tot inkeer komen, dan dat ze vertrekken. Leon had ook mooie reflexen, zoals wanneer hij eens sprak over de 'oude Hebreeuwse krijger' in het praatprogramma Zomergasten.
En zijn steun voor de Israëlische zaak wijs ik niet categorisch af. De joodse staat heeft recht van bestaan: als etnische zaak en als cultureel-religieuze zaak. Zonder illusies, kritisch, maar nooit afwijzend.
Maar de rechtse zaak is beter af zonder een bloggende Leon de Winter. Laat hem romannetjes schrijven. Die worden hooguit gelezen door progressieve vrouwen van tussen de 40 en de 70 jaar. Die lezen er een paar dozijn per jaar. Aan de lopende band. Zoals bloggers een blog volschrijven. Vermoeiend ongevaarlijk dus.

Lees verder...