dinsdag 22 januari 2008

EEN LOSGEBEDEN CHRISTENDOM

De negentiende-eeuwse Anglicaan J.C. Ryle, bisschop van Liverpool, waarschuwde in zijn dagen voor een christendom dat nog barmhartiger was dan Jezus Christus Zelf. De moderne kerk lijkt deze les te zijn vergeten. Haar overdaad van oeverloze barmhartigheid zorgt ervoor dat we zijn opgescheept met een karikatuur van het christendom. De Gebedsweek die nu aan de gang is, is daarvan een trieste illustratie.

In de nadagen van het christendom in Europa heeft de rechtse, traditionele en conservatieve christelijke Europeaan een groot probleem. Zijn geloofsgenoten zijn voornamelijk losgeslagen supergelovigen. Ik las in De Stentor dat er in de gebedsweek in Zwolle "speciaal is gebeden voor rust en verdraagzaamheid rond de film van Geert Wilders. De kerken voelen zich verbonden met de moslims en willen met het gebed ''om de moslims heen gaan staan waar zij worden aangevallen op hun geloof en geloofsboek''." Deze gebedsweek is een initiatief van de Evangelische Alliantie en de Raad van Kerken, en juist in Zwolle werkten deze samen.

Hoe geniepig kun je het zeggen? Natuurlijk bidt men niet direct tegen Wilders. Nee, men pakt het in met vrome woorden en intenties: men gaat om de moslims heen staan. Gaat men om de stenengooiende moslims heen staan om te voorkomen dat anderen geraakt worden door de halal zwerfkeitjes made in Osdorp? Nee, want men voelt zich verbonden met. En aangezien ik niet geloof dat de bidders zelf ook met stenen zullen gooien na het uitkomen van het filmpje van Geert Wilders, denk ik dat men iets anders bedoelt met deze verbondenheid. Men is niet verbonden met de stenengooiers en autofikkers; men is verbonden met de slachtoffers.

Want de moslims zijn de aangevallen partij. En de aanval komt uit de hoek van Wilders. Waarom zou men immers beide zaken koppelen: de moslim die bescherming behoeft en de uitwerking van de film van Wilders? Men is dus verbonden met de moslims, en men is verbonden tegen Wilders. En dan ook nog als kerken. Kun je het nog zouter eten dan dit? Ik denk van niet.

Eerlijk gezegd schaam ik me voor dit biddende christendom. Ik ben als kerk niet verbonden met moslims. Ik ben hoogstens verbonden met geschapen mensen. Dat kunnen Arabieren zijn, Friezen of Chinezen. Maar ik ben niet verbonden met een godsdienst die inherent antichristelijk is. Ik ben dus ook niet verbonden met de aanhangers van deze verwerpelijke godsdienst. Waarom zou ik verbonden moeten zijn met Hindoe's? Of met animisten? Of met satanisten? Sterker nog: ik ben ook niet verbonden met liberalen, agnosten, socialisten, cabaretiers, welzijnswerkers, astrologen en politici. Waarom zou ik verbonden moeten zijn met abstracties die volkomen tegenovergesteld kunnen worden ingevuld? Meer nog: waarom zou ik me verbinden met een aan het tegengestelde invulling aan het christendom: de islam?

Als mens kan ik sympathie hebben voor deze of gene. Ook voor een shoarmaboer van Turkse komaf. Ik kan sympathie hebben voor de fatsoenlijke religiositeit van sommige islamieten of hindoe's. Net zoals ik sympathie heb voor de ondernemerszin van sommige liberalen. Maar sympathie is nog geen verbondenheid. Ik kan sympathie hebben voor de moed van sommige politici die hun mond opendoen tegen de culturele en mediale hoofdstroom in. Maar moet ik me daarom verbonden voelen met alles waar ze voor staan?

Verbondenheid is geen goedkope zaak; het is een objectieve zaak waar we serieus en verantwoord mee om moeten springen. Onze sympathie of gevoelens van barmhartigheid bepalen niet de verbondenheid. Verbondenheid is objectief: man of vrouw zijn van elkaar, kind zijn van je ouders, lid zijn van een volk of van een kerk. Je kunt iemands standpunten of handelswijze verwerpen, maar daarmee kun je nog niet de verbondenheid verwerpen. Andersom kun je profijt hebben van andermans handelingen of gevoelens, maar deze zaken creëren nog geen verbondenheid. Juist christenen zouden dat moeten weten. Een christen is toch in de eerste plaats verbonden met dikwijls onuitstaanbare medegelovigen? En toch niet met sympathieke ketters?

Was het maar waar dat christenen een juiste opvatting over verbondenheid koesteren. Juist zij laten zich in onze tijd leiden door losgezongen gevoelens en losgebeden sympathieën. Men is verbonden met moslims die als ze nog in Syrië wonen de christenen vervolgen, maar zodra ze hier wonen met open armen door diezelfde christenen worden ontvangen. En dat is vreemd. Ik kom in de Bijbel geen Jezus tegen die verbondenheid heeft met andersgelovigen. Ik kom wel waardering - sympathie - tegen voor de menselijkheid en moraal van heidenen c.q. barbaren, bijvoorbeeld als de apostel Paulus na een schipbreuk op een eiland strandt waar de bewoners hem helpen. Daarbij zeg ik direct: ons uitgangspunt dient hier niet blanco en/of missionair te zijn, maar ons uitgangspunt hoe om te gaan met anderen dient rekening te houden met de volkse situatie. In de Bijbel staat hierover een mooi voorbeeld, over de handelswijze van David, die door de christenen als voorloper van Jezus Christus wordt gezien.

Deze David was gezalfd tot koning over Israël om de falende en afvallige koning Saul op te volgen. Dit betekende niet dat David deze Saul wilde elimineren; andersom echter wel. De kennis dat er iemand rondliep (David) die hem zou opvolgen, maakte Saul woest en onberekenbaar. David daarentegen reageerde steeds moedig doch in verbondenheid: hij toonde in diverse voorvallen dat hij Saul kon doden, maar dat niet deed uit verbondenheid met Saul en respect voor diens koningschap. De geschiedenis die volgt, loopt uit op een tragisch einde van zowel deze Saul als van diens zoon. In een oorlog met een vreemd volk, de Amelekieten, sneuvelen zowel Saul als diens zoon. Een Amelekiet meent een vooruitziende blik te hebben en snijdt het hoofd van de romp van Saul om het aan David te schenken die dan in feite de heerser is over het volk Israël. Is David dankbaar voor dit "sympathieke" gebaar? Is hij gevlijt door de erkenning van diens positie?

Vergeet het maar. Nadat de Amalekiet het hoofd van Saul heeft aangeboden, geeft David zijn mannen bevel deze man zelf te onthoofden. Saul mocht dan wel een minderwaardig sujet zijn geweest, en de dood waardig, dit gaf een vreemde nog niet het recht deze dode heerser zo te verminken. Voor David was de vijand van zijn vijand niet zijn vriend. Hij bleef verbonden met de vijand die ook zijn volksgenoot was. En hij hield afstand ten opzichte van zijn zogenaamde bondgenoten in de strijd.

Hetzelfde geldt voor onze tijd. We kunnen bijvoorbeeld destijds met weerzin de opvattingen van Theo van Gogh hebben aangehoord of hebben gelezen in de Metro. Of we kunnen op het huidige moment met afgrijzen de strapatsen van Wilders gadeslaan in de media. Dit alles vernietigt nog niet onze verbondenheid met Wilders. En dit alles kweekt ook geen verbondenheid met islamieten. Wilders is ons "probleem" en islamieten hebben als vreemdelingen daar hun mond over te houden. Christenen zouden dat moeten weten. Wilders is een gedoopte, katholieke ziel. Een volksgenoot van een volk dat is gesticht met het oog op God en Zijn beloften. Wilders mag dan niet religieus zijn, dit feit verandert niets aan de zojuist genoemde zaken. Christenen moeten voor hem bidden in verbondenheid met hem. En christenen moeten bidden voor de bekering van de moslims, doch kunnen dit niet doen in eenzelfde verbondenheid als met Wilders.

Bidden is pleiten op gronden die bestaan. Elk verbond, historisch, sociaal of religieus is een grond om op te pleiten in een gebed tegenover God. Moderne christenen pleiten echter niet meer op deze bestaande gronden, maar bidden maar wat in het rondte op basis van wat spirituele gewaarwordingen. Of op basis van algemeen menselijke gevoelens. Los van de politieke realiteit en totaal gespeend van de harde kant van de lotsverbondenheid als Nederlandse natie. Zulk bidden is volkomen waardeloos. En niet alleen dat; zulk bidden verkeert uiteindelijk in haar tegendeel. Het maakt op den duur laf, geniepig, verweekt en onberekenbaar. Want zulke bidders verliezen uiteindelijk het heldere zicht op slachtofferschap en sympathie doordat ze in hun gebeden niet meer uitgaan van het recht en de rechtvaardigheid (die hard kunnen zijn), maar uitgaan van slachtoffers en van underdogs.

Maar alleen de slachtoffers van het onrecht zijn ons gebed waard. Zonder grond is er echter geen recht. En geen zicht op het recht. Zo'n grond is onze Nederlandse cultuur en de verbondenheid van ons volk. Zo'n grond is niet de sympathie voor zielig doende moslims die in de media zielig doen, waarvan hun kinderen in Osdorp stenen gooien naar auto's en waarvan de broeders in Damascus stenen gooien naar christenen. Wilders hoeft in onze ogen niet "moreel" beter te zijn dan sommige moslims. Dat geeft ons nog geen recht onze heilige rituelen te misbruiken voor politiekcorrecte beuzelarijen. Verlos ons van deze bidders.

Geen opmerkingen: