zaterdag 7 juni 2008

SCHAAMTELOOS ABNORMAAL

Enige weken geleden was er in België enige ophef over een overheidscampagne waarin op een radicale wijze werd gepleit voor tolerantie naar holebi's toe. Behalve dat deze campagne op een niet mis te verstane wijze duidelijk werd gemaakt dat de schaamteloosheid zegeviert, dienen we bij een ander punt stil te staan. Om de normaliteit die met dit soort campagnes wordt aangevallen te behouden, zullen we in staat dienen te zijn het mechanisme van de moderniteit te verstaan.

Met de Belgische overheidscampagne 'F*ck holebi's en hetero's – Ik ben Tolero' wordt er een nieuw paradigma zichtbaar: dat van schaamteloosheid en politieke correctheid. De grofheid waarmee de huidige overheden op deze wijze haar politiekcorrecte program aan de bevolking op wil leggen, confronteert onze cultuur met grote problemen. Want is het nog mogelijk kinderen op te voeden in een tijd waarin alles wat afwijkt van het normale openlijk ten toon wordt gespreid? Tal van ontwikkelingen maken dat deze vraag steeds moeilijker met “ja” kan worden beantwoord. Als kers op de slagroomtaart was er de afgelopen tijd in België dus de affaire rond de Holebi-voorlichtingscampagne van minister Kathleen van Brempt. Met grof verbaal en politiek geweld worden opvoeding en onderwijs op het slagveld geworpen waarop alles mag blijven leven, behalve de normaliteit. Eén van de breekijzers die de huidige revolutionairen toepassen om het goede leven te vermorzelen, is de zogenaamde homo-emancipatie. Op Europees en nationaal niveau lijkt onze beschaving volgens hen zelfs te vallen of te staan met de emancipatie van de zogenaamde beoefenaars van de gelijkslachtige liefde. De haast magische termen die in het beschavingsoffensief van de Holebi-activisten worden gebruikt, zijn termen als “bewustwording”, “bespreekbaarheid”, “emancipatie” en “het uit de taboesfeer halen”.

Nu, in de media en op de academies is hen dit goed gelukt. In reclame op de TV of in de bioscoop, in jongerenmagazines en op populaire radiostations is er een constante toon te horen waarin Holebi als volstrekt aanvaardbaar wordt gepresenteerd en waarin andere opvattingen òf worden genegeerd òf worden geridiculiseerd. Maar het is niet genoeg. Ook opvoeding en onderwijs moeten worden bestookt met Holebi-campagnes. Het is straks nagenoeg onmogelijk zich te onttrekken aan de aanhoudende boodschap van politiekcorrecte ideeën. En dat is een ernstige zaak. De cultuur van schaamteloosheid betreft straks niet alleen de buitenwereld van politiek, cultuur en media, maar is, voor zover ze het nog niet is, straks ook onderdeel van de binnenwereld van school en gezin. Ouders zullen zich gedwongen voelen zelf ook dingen bespreekbaar te maken. Afgezien van de vraag in hoeverre de meeste ouders zijn toegerust om deze concurrentie met leraren en overheidsvoorlichters aan te gaan, gaat de ernst van de zaak verder en dieper dan de vraag of er voldoende tegenargumenten voorhanden zijn, en zo ja, of ouders in staat zullen zijn deze argumenten te kennen en te gebruiken. Het gevaar reikt dieper, namelijk in de bespreekbaarheid op zich. Normaliteit is namelijk onverenigbaar met een cultuur van onthulling en van radicale bespreekbaarheid van alle zaken die in normale gevallen tot de gezonde taboesfeer behoren. Bespreekbaarheid is een valkuil die men slechts kan ontwijken door te zwijgen en te verzwijgen. Want in weerwil tot wat politiekcorrecten zeggen, is zwijgen niet alleen een deugd, maar een stille getuige van het normale en goede leven dat zelf dient te spreken tot kinderen, tot iedereen.

De ouden

De ouden wisten het: van jongs af aan moeten alle dingen die het leven bepalen eenzelfde taal spreken: die van de orde, de bloedverwantschap, het geloof, de natuur, het goede leven en de gemeenschap. Om het gezonde en goede te laten innestelen in de psychologie van mensen is het niet alleen nodig om goede dingen tot spreken te wekken, maar is het ook nodig om spelbrekers, verstoorders, ziekmakers en twijfelzaaiers uit te bannen – of in ieder geval het zwijgen op te leggen of te verzwijgen. Mensen moeten namelijk van jongs af aan leren dat dingen zijn zoals ze zijn en hun eigen plek hebben omdat de orde zo in elkaar steekt en niet omdat men door overleg, discussie, opinievorming, soebatten en debatten tot een bepaalde conclusie is gekomen. Maar dit moge duidelijk zijn: de norm is de werkelijkheid, omdat de norm aan de werkelijkheid ontspruit en niet door mensen wordt geformuleerd. Alles wat van de norm afwijkt, er tegenin gaat of deze zelfs ontkent, valt natuurlijk niet als verschijnsel te ontkennen, maar daarmee is nog niet gezegd dat alles wat zich voordoet – alles wat afwijkt – ook moet worden gepresenteerd aan onze kinderen, van jongs af aan. Want elke confrontatie heeft zijn eigen levensperiode. De confrontatie met de eigen seksualiteit heeft de periode van de ontluikende volwassenheid: de puberteit. De confrontatie met de gedegenereerde, modern-chaotiserende wereld heeft het levenstijdperk van de volwassen man of vrouw.

Voor andere stemmen doof

De orde die aan de eigenmaking van deze orde van het leven ten grondslag ligt, is eenvoudig en duidelijk. Het leven begint met het spreken: het spreken van de orde bij monde van vader, moeder, grootouders, kerk, de onderwijzer op school. Het kind moet leren zwijgen (spreken leert het vanzelf) om te luisteren en om later zelf juist te kunnen spreken en te kunnen naspreken – voor andere stemmen doof. In de moderniteit staat het zwijgen voor de chaos die het vrije spreken van de mens als het ware afdwingt. Het klassieke zwijgen staat daarentegen voor de houding van het luisteren om zelf later door te kunnen geven. Deze laatste vorm van zwijgen onderricht jonge mensen in het rust kunnen vinden om later te kunnen berusten in de goede dingen van het leven die later zullen worden aangereikt. Waar de moderne mens talloze keuzes creëert die nooit werkelijke rust en bevrediging kunnen schenken, leert het zwijgen ons te berusten bij de ene goede vrouw of man die we in het leven tegen zullen komen als onze echtgenoot of echtgenote. De onrust van het steeds weer opnieuw tal van potentiële gegadigden zien, als het bijvoorbeeld om de liefde gaat, verhindert een mens om een gelukkig, en een stil en gerust leven te leiden. Niet de mogelijkheid immers schenkt geluk, maar de werkelijkheid die aan de mogelijkheid vooraf gaat (cf. Anselmus) schenkt het ware geluk en het goede leven dat daaraan vooraf gaat.

Wat voor relatievorming geldt, gaat in nog sterkere mate op voor de seksualiteit. Slechts een vanzelfsprekende beleving van een gezonde, heteroseksuele seksualiteit waarin de natuur van de mens, zijn hogere roeping en de talloze voorbeelden in familie, geschiedenis en cultuur elkaar versterken, kweekt seksueel gezonde mensen die op een goede manier “voorbij kunnen gaan aan hun seksualiteit”. Ik bedoel hiermee dat men iets is en niet iets beleeft. Een gezond en gelukkig leven “vergeet” als het ware de normaliteit en “vergeet” het geluk. Men leeft beide zaken zonder deze te vervangen door bespiegelingen en reflecties over “de ware partner” en “de authentieke seksualiteitsbeleving”. De Holebi-activisten offeren het normale, goede en gelukkige leven van de massa op aan de existentiële en psychotherapeutische van een seksuele vorm die zichzelf steeds maar weer moet bewijzen, naar anderen toe, en naar zichzelf toe.

Convergentie en megafoon

Nu bestaat de cultuur van het zwijgen niet tot nauwelijks in de wereld van media en politiek. Verlichting en Revolutie hebben een cultuur van ter discussie stellen geïntroduceerd waarbij de normaliteit in het publieke discours steeds meer in de lucht kwam te hangen. De beperkte reikwijdte van het publieke discours liet het gewone leven aan de basis lange tijd vrij ongemoeid. Want al was het in de “wereld van politiek en wetenschap en cultuur” anders, in huis, op school, in het dorp, bij de verwanten was alles nog beschermd, vanzelfsprekend en ordelijk en kon een kind er onbevangen opgroeien en worden opgevoed. Dat de huiselijke sfeer van mensen lange tijd nog zo gezond was, is ons nu nog steeds tot zegen. Want om een sterke "burger", vader, moeder of wat dan ook te worden, is het nodig dat de natuurlijke orde zich diep innestelt in de psychologie het kind. Een kind moet daarom van jongs af aan worden omringd door vanzelfsprekende vastigheden die het karakter vormen en verankeren. Daar heeft niet alleen het kind later profijt van, maar ook de ouders, de man of vrouw, de eventuele kinderen en de maatschappelijke gemeenschap rondom de betreffende persoon. Overal, in alle geledingen van de maatschappij zijn er mensen nodig die onophoudelijk, zonder gemor, zonder ziekelijke twijfelzucht en zonder het openhouden van alle opties op een natuurlijke wijze hun taken vervullen op maatschappelijk, sociaal-economisch, religieus en moreel gebied. Maar moderne media, moderne politiek zijn niet alleen toegenomen in omvang; talloze sferen die vanouds gescheiden waren, groeien steeds meer naar elkaar toe. Wetenschap, onderwijs, opvoeding en politiek gaan steeds meer hand in hand. Net zoals kunst, cultuur, media en emancipatie. Of elke willekeurige andere combinatie van levensterreinen. Deze convergentie van levensterreinen geeft de politiekcorrecte evolutie een totalitaire trek; een trek die niet alleen steeds meer beslag legt op het gehele leven, maar bovendien als een megafoon werkt: Elke politiekcorrecte oprisping wordt vele malen versterkt en zo onze huizen ingestort.

Wat dan wel?

De vraag hoe we op de lawine van schaamteloze abnormaliteit moeten reageren, is een lastige vraag. Het bespreekbaar maken van ethische zaken richting onze jonge mensen kan niet onverdeeld positief tegemoet worden getreden. De prijs van de onvanzelfsprekendheid, die met deze bespreekbaarheid meekomt, kon wel eens te hoog zijn. Maar er komt hier nog iets anders bij kijken: de bespreekbaarheid van wat tegen de politiekcorrecte opvattingen ingaat, heeft een hoog schijngehalte. We mogen niet vergeten dat de moderniteit een gesloten paradigma is: een paradigma van schaamteloosheid en politieke correctheid. Dit paradigma staat niet open voor andere, afwijkende opvattingen. Daarmee verslaat de moderniteit ons met ons eigen wapen: de kunst van het doodzwijgen. Wat wij kwijt zijn geraakt, heeft de moderniteit zich namelijk wel toegeëigend. De beweging “Actie gezin” kan dit beamen. De talloze stukken die zij naar aanleiding van de affaire Van Brempt richting de media hebben opgestuurd, zijn stuk voor stuk geweigerd. Het moderne paradigma kent niet zoiets als een recht op antwoord op of tegengeluid. Althans niet als het “van buiten” komt. Het cordon sanitaire is een wezenskenmerk van het politiekcorrecte discours dat vele stromingen en opvattingen betreft. De vraag is dus gerechtvaardigd of deelnemen aan het publieke debat – of doen alsof – nog wel zin heeft. Artikelen opsturen, demonstreren of weblogs volschrijven gaat teveel uit van de mobilisatiegedachte van de zwijgende meerderheid. Maar onze tijd heeft geleerd dat zwijgende meerderheden niets voorstellen als de megafoon van de tolero’s als mevrouw Kathleen van Brempt op hen staat gericht. Zwijgende meerderheden blijken dan zich aanpassende, hooguit morrende meerderheden te zijn. En deze meerderheden zijn nu politiek correct aan het worden. En derhalve dus niet mobilisabel voor onze doeleinden. Hooguit roepen onze acties ergernis op en zullen ze de megafoon van de tolero’s versterken.

Het nieuwe zwijgen

Het is dus een illusie om onze kansen af te wachten. Maar waar geen kansen liggen, moeten ze worden gecreëerd. Buiten de media om moet er een alternatief discours worden gevormd. Of dat mogelijk is, is afhankelijk van een aantal randvoorwaarden. Deze inhoudelijke, maar ook praktische, randvoorwaarden zullen in staat moeten zijn om het gezonde zwijgen te combineren met een juiste manier van spreken. Het huidige – zo u wilt – rechtse discours is hiervoor ontoereikend. Tal van religieuze, communautaire, economische en ethische splijtzwammen verdringen een cultuur van noodzakelijke onbespreekbaarheid; een cultuur die verder gaat dan politiek pragmatisme, maar waarin natuur, geloof, historie en cultuur weer op één enkele noemer worden gebracht. Het verzwijgen van wat er voor politiekcorrects op de scholen wordt gezegd, is jammer genoeg steeds minder een optie. Maar zolang de ruimte om te zwijgen bestaat, zullen we deze moeten benutten. Door dood te zwijgen van alles wat indruist tegen de normaliteit en de natuur. Laten we de tijd uitkopen dat er nog plaatsen zijn waar onze kinderen niet voortdurend worden geconfronteerd met vragen waar onze ouders vaak geen antwoord op hebben. Deze tijd is aan het inschrompelen.

Ondertussen moeten we werken aan een taal waarin zwijgen, luisteren en spreken bij elkaar horen – in de vorm van het spreken met gezag. – is nog steeds een optie. We zullen ons daartoe deels moeten afwenden van het publieke discours en moeten werken aan een eigen discours. Een discours waarin kweekplaatsen kunnen worden gevonden waarin mensen worden opgevoed die alles wat normaal, goed, liefelijk, harmonieus en gezond is, zonder een enkel moment van nadenken en bewustwording in één oogopslag bevestigd zien worden of het tegendeel waarnemen: dat het waargenomene afwijkt van datgene wat normaal is. Mensen die handelen vanuit een geweten dat is gefundeerd op de diepste drijfveren van een mens: het besef van de orde. Een orde die zaken omvat als mannelijkheid, vrouwelijkheid en het verschil tussen beide, de betrouwbaarheid van gedrag en van woorden, de waarde van het leven, de onderworpenheid van kinderen aan ouderlijke gezagsdragers.

Geen opmerkingen: