donderdag 8 juni 2006

Het racistische spook

Net zoals elk modern westers land grossiert ook ons land in spoken. Zolang mensen maar in spoken blijven geloven, is de politiek in staat door te gaan met een politiek van voldongen feiten.

Volgens een onderzoek door het bureau Motivaction onder 1020 Nederlanders, in opdracht van de Gemeenschappelijke Persdienst, zou tien procent van de Nederlandse bevolking racistisch zijn en nog eens ruim een kwart van de bevolking zou zeer negatief staan ten opzichte van allochtonen [1]. De groep "racisten" zou zich volgens dit onderzoek superieur voelen aan allochtonen en zou vinden dat Nederlanders zich niet moeten mengen met andere nationaliteiten. Verder heeft de helft van de Nederlanders een afkeer van moslims.

Deze cijfers zijn volgens velen schokkend genoeg om dat hier dringend iets aan te doen. Politiek en media sprongen er daarom meteen in. Zo verklaarde de PvdA direct na het bekend worden van de onderzoeksresultaten dat het huidige kabinet niet genoeg doet aan racisme-bestrijding. [2] De socialisten legden een verband tussen de houding ten opzichte van allochtonen en het harde uitzettingsbeleid. Ook zou, volgens de PvdA, de harde toon van het CDA inzake de islam en moslimscholen de integratie van allochtonen geen goed doen.

Het CDA wierp weliswaar deze beschuldigingen ver van zich [3], net als de VVD, maar wel bleek opeens dat Maxime Verhagen opeens in staat was zeer vriendelijke woorden over de islam uit te spreken, inclusief hun recht op eigen onderwijs. Als klap op de vuurpijl hield premier Balkenende dinsdag 6 juni j.l. een toespraak waarin ook hij zich bemoeide met het thema "racisme". In zijn toespraak zei de minister-president dat alle gelovigen, ook moslims, een beroep op de godsdienstvrijheid moeten kunnen doen. Respect voor anderen is de „belangrijke uitdaging voor de toekomst van ons land. Hiermee reageerde de premier op een onderzoek van bureau Motivaction.

Bekijken we de redenatie van onze eerste minister, dan is deze uiterst vreemd. Want volgens onze premier kun je namelijk een =-gelijkteken zetten tussen ras en religie. Balkenende begrijpt weliswaar de negatieve gevoelens over moslims in het licht van de aanslagen van "9/11" en "Madrid", maar toch: "Dat is begrijpelijk, maar niet goed. Moslims mogen zich geen vreemden in eigen land voelen." Respect voor anderen zou ons land, volgens de premier, "sterk maken". Gebrek aan respect voor anderen en negatieve gevoelens over de islam bepalen het racisme-spookbeeld van onze premier. Onvoorwaardelijk respect voor datgene wat je verwerpt is een grondvoorwaarde om geen "racist" te zijn.

Het begrip "racisme"Het diffuse en te manipuleren karakter van het begrip "racisme" komt nog meer aan het licht wanneer we beter kijken naar de zogenaamde "kenmerken" van hen die volgens de onderzoekers "af en toe racistisch" zijn. Volgens deze onderzoekers zijn dit mensen die allochtonen crimineel, onbeleefd, lui en onverdraagzaam vinden. Verder onderscheiden de "af-en-toe-racisten" zich van de "racistische hardliners, doordat zij hun afkeer voor vreemdelingen niet in daden willen omzetten." [4]

De vraag is: zijn deze aantijgingen waar, en/of zouden ze waar kunnen zijn voor grote groepen van de bevolking, en/of zit er een kern van waarheid in deze aantijgingen aan het adres van allochtonen? Voor wie in Rotterdam oud-West woont, in het Amsterdamse Bos en Lommer of in de Bijlmermeer zijn deze zaken dagelijkse realiteit. Het gedrag van met name Marokkaanse en Antilliaanse jongeren laat niet alleen te wensen over, maar is voor veel Nederlanders ronduit bedreigend. Voor wie als werknemer nauwelijks arbeidskrachten voor ongeschoold werk kan krijgen ondanks het feit dat er duizenden allochtonen staan ingeschreven als werkzoekend is het duidelijk: is het niet luiheid dan is het wat anders, maar positief is het in ieder geval niet te noemen, met de beste wil van de wereld niet.

Goede burgers doen echter niet alleen wat beleidsmakers en sociale wetenschappers hun voorschrijven, maar trekken ook hun eigen conclusies en verbinden daaraan bepaalde consequenties. Tenminste, zo was het tot enkele decennia geleden. Elke simpele observatie, conlusie en consequentie is in de publieke opinie de pas af gesneden. Passiviteit, permissiviteit en onverschilligheid zijn in onze moderne maatschappij de deugden die 't 'm doen. Zelfhaat, zelfverachting is de massa gewone mensen goed ingepeperd. Terechte kritiek laat men zich aanpraten als "racisme".

Maar opvallend is het wel: ondanks de vele zaken die er worden genoemd wanneer men het heeft over "racisme", komt het werkelijke racisme niet of nauwelijks aan de orde. Zaken als huidskleur en "ras" spelen geen rol in de reacties op het GPD-onderzoek, maar ook niet in de presentatie van dit onderzoek zelf. Want of alle zogenaamde "racisten" in ons land werkelijk zo racistisch zijn valt te betwijfelen. Wie de woorden van de onderzoekers en de politici goed lest, ziet dat "racisme" in feite hier op neer komt: iedereen die zich niet neerlegt bij het beleid van immigratie, globalisatie en emancipatie is een racist.

De vraag is dus gerechtvaardigd of "racisme" hier geen containerbegrip is dat alles insluit behalve het racisme sec. Het volk laat zich ondertussen al zo gemakkelijk wat aanpraten en zich beledigen dat niemand hier nog van opkijkt. Je mag dus burgers voor "racist" verslijten zonder dit te onderbouwen. Waarom accepteert het volk deze beledigingen van de kant van media en politiek? Wat is er gebeurd met een eens zo trots en zelfbewust volk dat regenten en bestuurders van nature wantrouwde? En terecht? Balkenende "begrijpt" bepaalde gevoelens, evenals Jan Marijnissen. Want is het, volgens de SP-voorman, niet de onderlaag van de bevolking die op moest draaien voor een falend integratiebeleid? En aangezien het vooral de onderlaag van de bevolking is die voornamelijk te maken heeft met allochtonen en zich "ergert" aan sommige zaken die allochtonen betreffen, moeten we onze blik dus allereerst richten op de onderkant van ons volk. Wat is er met deze onderkant gebeurd dat men zich zo laat "beledigen" door onderzoekers, journalisten en politici?

Weggenomen eigenwaarde

Voorheen, tot de jaren '60, bestond de onderklasse van onze maatschappij (en die van andere landen) uit mensen met een goede tot uitstekende arbeids-, huwelijks- en religieuze moraal; de maakbaarheidsmaatschappij heeft van een onderklasse van gezonde burgermannen en arbeiders een schare werkloze, handen ophoudende asociale criminelen weten te maken. Tot in de jaren '60 waren heel wat zogenaamde volkswijken heel wat minder problematisch als dat deze zelfde wijken nu zijn, ondanks het maatschappelijk werk, de sociale dienst, de stroom subsidies en de rechtsbijstand van de afgelopen decennia. Voor de staatsbemoeienis was er in de onderlaag van onze maatschappij, ondanks armoede, analfabetisme en harde leefomstandigheden veel minder sprake van een passieve massa die alles laat gebeuren.

Ten tijde van de gereformeerde, Rooms-katholieke en socialistische zuilen bleken tal van arbeiders in staat om maatschappelijke initiatieven te ontplooien en te dragen. De massa of de onderklasse van de maatschappij, voor zover deze begrippen adequaat zijn, was niet passief en liet niet alles met zich gebeuren. Er zat leven, trots en besef van eigenwaarde in deze mensen. Dat besef is nu weg.

Onderuit gezakt voor hun televisietoestel, te lui om eens per vier jaar naar de stembus te lopen, maar wel vitaal genoeg om viermaal per week een nieuw krat pils bij de supermarkt te halen, is de onderklasse de laatste decennia verdacht veel gaan lijken op juist die mensen waar men zo'n hekel aan heeft: de mensen die onze politici uit het Rifgebergte en uit Oost-Turkije wisten op te halen. Opvallend genoeg vallen zowel het het begin van de periode waarin de onderklasse verviel als die van de start van massa-immigratie nagenoeg samen.

Door de samenhang van wijken te slopen, de kerk op een zijspoor te zetten, en door bovenal de onderkant van de samenleving op te zadelen met grote groepen immigranten, heeft men de kracht van ons volk gebroken. De achteloosheid waarmee men meende om te kunnen gaan met zwaar en ongeschoold werk, het gemak waarmee men dacht door middel van regelingen en hulpverleningsinstanties deze "mensen" te sturen en op te vangen, is onthutsend. De arbeiderstrots is verdwenen. Het ambacht en de zorg zijn stiefkindjes in een 24-uurs-economie. Het behoren tot familie, volk en kerk betekent niets meer. Wat de onderklasse rest is de troost van de beeldbuis, die van de bierfles en die van het voetbalveld.

Passiviteit is niet genoeg

Maar passiviteit is niet genoeg. Het laatste restje gezond verstand moet eruit worden gebrand. Wanneer dochterlief zich laat gebruiken door Marokkaanse buurtjongens, dan mag er straks geen verontwaardiging meer worden gevoeld. Wanneer men het werk als timmerman dreigt kwijt te raken omdat men niet tegen de Poolse concurrentie op kan, dan moet dit blijmoedig worden aanvaard. Dat werkeloosheid, drankmisbruik en echtscheiding vaak met elkaar te maken hebben, is niet van belang. Een hap shoarma en je bent van al je onvrede verlost.

Wanneer er dus een hoofdkenmerk van toepassing is op de "af-en-toe-racisten", dan is dat juist haar verdraagzame karakter. Want ondanks criminaliteit, onbeleefdheid, luiheid en agressie, verbinden de "af-en-toe-racisten" hier geen consequenties aan. Daar zouden de politici dus blij mee moeten zijn. De "racisten" van tegenwoordig zijn precies de makke lammetjes als waar ooit de bourgeoisie en de heersende klassen zo van droomden.

De onderzoeksresultaten waren dus onthutsend. Maar niet omdat zoveel mensen "racist" zouden zijn, maar juist vanwege het tegendeel: omdat nog maar zo weinig mensen "racist" zijn. En lees voor "racist" dan maar: een afkeer hebben van fraude en luiheid en van hen die profiteren van de maatschappij, het abnormaal vinden van criminaliteit, verontwaardiging bezitten over de ontwaarding van het eigen bestaan. Maar het natuurlijke, gezonde denken wordt door heren politici met één enkele pennenstreep voor "racistisch" en dus "crimineel" verklaard. Net zoals de rassenideologieën uitingen waren van een verwarde modernistische verwarring van wetenschap, filosofie en vooruitgangswaan [5] is het moderne anti-racisme eveneens een aanval op het natuurlijke denken. De minachting voor andere volken slaat gemakkelijk om in minachting voor elk volk, inclusief die voor het eigen volk.

Minachting van eigen volkIllustratief is wat er gebeurt bij onze zuiderburen in België. Dit land mag zich getroosten met het feit dat veel gewone Belgen zich niet alles laten aanleunen van politiek, media, wetenschap en kerk ze voorschotelen. De Vlaamse beweging is in dit land nog lang niet verdwenen uit de volksziel. Maar ook in dit land doet de gevestigde belangenorde er alles aan het gezonde denken weg te branden. Illustratief is vooral de hetze die er gevoerd werd/wordt tegen de leuze "Eigen volk eerst". Elk gezond denken, elke verantwoordelijkheid en elk gezag begint bij hen die "eerst" komen. Zo zorgen ouders "eerst" voor de eigen kinderen. Kijken man en vrouw "eerst" naar elkaar om wanneer er sprake is van sociale of psychische nood. Enz. Enz.

Deze manier van denken mag niet en schijnt in onze tijd zelfs een voedingsbodem te creëren voor "racisme". Door de "racistische" moord in Antwerpen is de verwerping van "eigen volk eerst" er niet minder op geworden. Maar waar het gezonde denken voor pervers en immoreel wordt verklaard en elke discussie buiten de orde wordt gesteld, is het wachten op excessen als in Antwerpen. Door decennialang een politiek van voldongen feiten te voeren waar volk en democratie niets aan kunnen, mogen (en mogen willen) doen, doet de politiek niets anders dan het spreken van de taal van de macht die de reële d.i. reeds presente basis buiten werking stelt. Welke taal blijft over? Zeker als alle "toegestane" middelen of niet bestaan (eigen media e.d.) of één voor één uit handen worden genomen? De moord door een tiener mag dan verwerpelijk zijn, maar de moord op een volk is dat ook. Ook als die slechts met zogenaamde geweldsloze middelen wordt verricht.

Dit geweldsloze is namelijk schijn. Een politiek van massale immigratie, van overhevelen van bevoegdheden naar Europese instanties, van het afbreken van oude, beproefde structuren en van het weerloos en eigenschapsloos maken van de volksmassa is gewelddadig, zij het op een ander vlak dan dat van een laffe en brute moord zoals in Antwerpen. Het onherstelbaar beschadigen van gemeenschappen en van menselijke waardigheid is verricht zonder basis. Puur op basis van macht, economisch opportunisme en idealen heeft men roekeloos geëxperimenteerd met een beschaving. De doortrapte bedoelingen kwamen ook nog eens aan het licht toen men elk fundamenteel protest probeerde te elimineren en te criminaliseren. In Belgie gebeurde (en gebeurt) dat door het Vlaams Belang hard aan te pakken, in Nederland gebeurde dat door een Centrumpartij hard aan te pakken, op zodanige wijze dat sommigen betrokkenen bij deze partij nog steeds te maken hebben met niet-juridische (en dus niet-aanvechtbare) beroepsverboden en dus gedoemd zijn om tot hun dood toe op bijstandniveau te leven.

Het moet gezegd worden: liefde tot goede zaken kan onder buitengewone omstandigheden ontaarden in excessen als in Antwerpen. Maar daarmee is nooit de oorzaak of een problematiek in zijn geheel weg te wuiven en mag men sowieso het goede niet demoniseren. Liefde tot man of vrouw kan namelijk eveneens ontaarden in moord en geweld, maar is daarmee elke vorm van liefde tussen de geslachten potentieel verwerpelijk - "racistisch"? Het is te hopen dat het Vlaamse volk zich niet in de luren laat leggen door politici, media en geestelijken die natuurlijk denken en diepgewortelde liefde willen wegbranden uit de volksziel.

Elke vader, moeder, arbeider, ambachtsman, burger is vatbaar voor een revitalisering van de eigenwaarde en de trots en de kracht om deel uit te maken van een groter verband en daar een dankbare rol in te mogen vervullen. En in plaats van verwerping van zogenaamde "racistische" sentimenten (die allesbehalve racistisch blijken te zijn) zou men beter deze sentimenten kunnen waarderen. De kracht van het volk dient te worden hersteld in plaats van continu te worden beledigd. Zelfbeheersing, karaktervorming, eigenwaarde, dienstbaarheid en opofferingsbereidheid begint met de erkenning van datgene dat "eerst" komt: eigen volk, eigen familie, eigen cultuur, eigen vlees en bloed, eigen eer.

En wie oog krijgt voor deze "eerste" dingen, gaat vanzelf zien hoezeer de belangen van deze "eerste" dingen door de politiek verkwanseld worden. Allochtoonse leerlingen krijgen enorme bakken met geld, terwijl blanke achterstandsleerlingen in Noord-Nederland moeten bedelen om een paar centen meer. Als integratie betekent een zich neerleggen bij deze situatie en als integratie betekent dat we nog onverschilliger en nog doodser gemaakt moeten worden dan dat we al zijn, dan is integratie per definitie mislukt. Dan moeten we stoppen met praten over integratie en beginnen met spreken over de noodzaak van remigratie en die van het aanklagen van de verantwoordelijken voor onze volksvernietiging. En dat zijn niet de vrouwen uit Mali, maar politici uit onze eigen contreien: Balkenende, Bos en die vele anderen die proberen met spoken - als dat van "racisme" - het laatste restje Nederland weg te branden.

Echo's en spoken

Een moderne maatschappij kan niet zonder spoken. Om het volk tot willoze massa te maken dient er gegoocheld te worden met gevaren, bezweringen en schuldgevoelens. Elk spook maskeert in de moderne democratische rechtsstaat een zelfvernietigingsmechanisme. Liberalen hebben hun spoken, christen-democraten hebben weer andere. Sprak de christen-democraat Balkenende ooit over Nederland als een christelijke natie, dit "christelijke" betekent voor hem dus een christen-democratische gelijkschakeling van het christelijke met het niet-christelijke. Maar met de gelijkschakeling van religieuze minachting met racisme zwijgt Balkenende ondertussen over het religie-vijandige atheïsme. Echte spookredeneringen geven blijkbaar niet om drogredenen.

Liberalen als Verdonk en anderen spreken te pas en te onpas over het "trots zijn op Nederland". Maar men bedoelt het tegenovergestelde. Is het bij de christen-democraten de barmhartigheid die spoken creëert, bij de liberalen is het de vrije markt. Trots zijn op Nederland is bij de liberalen uitverkoop houden van alles wat los en vast zit. En wie zich hier tegen verzet maakt zich schuldig aan weer één of andere spookdreiging.

De oude natie-staat kenmerkte zich onder meer door het hanteren van eigen symbolen en mythes om de nationale identiteit te versterken en vorm te geven. De moderne staat doet het precies andersom. Zijn hanteert (soms dezelfde) mythes om juist het tegenovergestelde te bewerkstelligen: het afbreken van de nationale identiteit door het oproepen van een sfeer van oorlog en schuld.

Het spookt in De Nederlanden. En als het aan de gevestigde politiek ligt, blijft het spoken. Is het niet racistisch, dan wel op een andere wijze. Spoken zijn namelijk nodig om de massa murw te maken en murw te houden: laat mensen zich schuldig voelen en je kunt met ze doen wat je wilt. Tien procent "racisten" is "officieel" tien procent teveel. Maar zelfs in een tijd dat niemand nog in rassentheorieën gelooft, blijft het racisme bestaan - rara, hoe kan dat? De reden ligt hierin: "racisten" zijn nog steeds nodig om De Nederlanden af te breken door dit "spook" met alle middelen te gaan bestrijden. En politici zijn voor deze afbraak natuurlijk ook nodig. Maar wie dit laatste beweert moet op zijn tellen passen - want voor hij het weet is hij of zij een "racist". En kom maar eens van dat label af.

Noten

[1] Tien procent van de Nederlanders racist in het Nederlands Dagblad d.d. 03/-6/2006.
[2] PvdA: kabinet negeert racisme in Trouw d.d. 06/06/2006
[3] Balkenende: Benader moslims toleranter in Reformatorisch Dagblad d.d. 07/06/2006.
[4] Zie noot 1.
[5] Racisme en de Verlichting door Koenraad Elst op Brussels Journal d.d. 28/01/2006.

Geen opmerkingen: