donderdag 3 mei 2007

DE RENEGAAT

Wie is Hugo Camps? Hugo Camps is een Vlaamse onderzoeksjournalist, columnist in De Morgen, medewerker van Elsevier en van de NRC Handelsblad. En hij is een renegaat.

Wat is Hugo Camps? Een renegaat. Iemand die haat wat hij is (geweest) en waar hij vandaan komt. Hugo haat alles wat hem tot Hugo Camps maakt. Hugo haat Vlamingen. Tenminste: Vlamingen die doen alsof Vlaams zijn iets voor ze betekent. Aan de lopende band kiepert hij daarom emmers vuiligheid over het VlaamsBelang heen. In de socialistiese krant De Morgen.

Elke column van hem in het linkse dagblad De Morgen druipt van deze haat. Maar de vraag is: wat haat Hugo Camp? Veel: Wilders (volgens Camps "het Mozartscharminkel"), VlaamsBelang, Filip de Winter, heterosexuelen, gereformeerden, ultra-gereformeerden en calvinistische gereformeerden. En Nederlanders die in Vlaanderen wonen (met name die in Brasschaat). En Vlamingen die waar dan ook wonen.
Hugo haat nederlanders. Waarom? Hij schrijft er menigmaal voor en verdient aan ze. En Nederlanders bepalen hem natuurlijk bij de geschiedenis en het eigene van het Vlaams-zijn. Hugo schrijft voor de NRC en de Elsevier. Waarmee maar duidelijk is dat dit soort bladen één pot nat zijn als het erop aan komt: de grootste linkse slijmhoesters mogen hun substantie uitsmeren in een zogenaamd rechts blad als de Elsevier.
Maar ook dat maakt hij goed: over de Nederlanders die typisch "Elseviers" zijn - zoals de immigranten in Brasschaat in zijn column in De Morgen van 16 november 2006 - kiepert Camps vuiligheid. Dat is consequent. Ere wie ere toekomt.

Hugo haat heteroseksuelen. Waarschijnlijk omdat hij het zelf ook is. Vandaar zijn uitdrukking "die ranzige hetero" in De Morgen van vandaag. Wat je bent, moet je haten. Dat maakt je immers een objectief journalist. En hij haat sport; dat maakt het makkelijk om een moderne cynische sportjournalist te zijn. Zonder dedain en spot is er immers geen professionele sportjournalistiek?
En Hugo haat gereformeerden; in dezelfde column van vandaag: "De kleine rancune is onverminderd aan de macht, nu dan mede namens de God van ultragereformeerden." Dat is vreemd. Die wonen er toch niet in België? Nee, en dat weet Hugo ook. Maar steeds als het gaat over Fortuyn, Wilders of het VlaamsBelang moeten de gereformeerden het ontgelden. Of wanneer hij opkomt voor islamieten en andere doekjesdragers.
Waarom haat Hugo gereformeerden? Om meerdere redenen. Gereformeerden komen oorspronkelijk uit de Zuidelijke Nederlanden. Gereformeerden zijn dus typisch Belgisch. En ze hebben de opdeling van De Nederlanden op hun geweten. Dat steekt Hugo nog steeds. Maar om de steeds maar herhalende haat tegenover gereformeerden te verklaren, moeten we dieper graven.
Waarop lijken gereformeerden? Op welke Vlaamse/Belgisch bevolkingsdeel lijken ze het meest? Op joden. Gereformeerden hangen ook aan de Torah en de Wet van Mozes. Lopen (volgens Hugo) ook nog steeds in het zwart. Net als die joden.
Hugo haat dus ook joden. Jodendom hoort bij identiteit. Dus moeten we het haten. Maar er is een probleem. Wie jodenhaat uitspreekt, is niet meer (betaald) welkom bij De Morgen, Elsevier en NRC Handelsblad. Dus vervangen we het woord joden door gereformeerden, denkt Hugo.

Over zichzelf zei Camps in 1996: "Ik ben er nu wel achter dat ik ook maar tot de categorie gemiddelde sukkels behoor." Nu, Hugo, u bent gemiddeld. Laat dat een troost zijn. U past uitstekend in de zelfhaatkant van de Westerse cultuur. Bij de rappende Haarlemmers, de hangjongeren van de Veluwe en de geëmigreerde Vlaamse Libanezen.

Wat produceert Hugo Camps dus? Bruin schuim. Bruin snot. En bruin slijm. Van niet-meer-te-pruimen-tabak. En van eeuwigdurende verkoudheid. Want haat vermindert de weerstand. Welke rode zakdoek is groot genoeg om de ongevraagde consumptie van Hugo Camps weg te vegen?