vrijdag 9 januari 2009

Donald Duck

Een nabeschouwing op de verkiezing van Barack Obama, samen met Tom Zwitser.

Op de hoogfeestdagen van de democratie staan we altijd vooraan. Naar aanleiding van de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn er dit jaar weer grootse democratische spektakels in televisiestudio´s en voormalige Arbeiders IJspaleizen van de Dollard tot de Schelde om de Obamaverkiezingen te zien. En wij kijken toe.

Wij hadden al gekozen. De wereld had al gekozen. Nu Amerika nog. Een groots moment voor de werelddemocratie. Talloze democratische ramp- en feesttoeristen verzamelen zich om er samen een leuk avondje van te maken. Eenentwintig maanden campagne in zowel de VS als Europa dienen natuurlijk feestelijk te worden afgesloten.

Elke rechtgeaarde democraat houdt nu zijn hart vast. Stel je eens voor dat die racistische Amerikanen het toch zouden wagen om eenmaal in het stemhokje hun hoop opzij te zetten en alsnog in kleine meerderheid op John McCain te stemmen en de battle of races voort te zetten? Gelukkig zijn de racisten in een goede stemming en kan president Barack de hoop van de wereld voortzetten.

Maar wat is hoop zonder opsmuk? En een verkiezingsavondje zonder democratische tombola? Wat is een Tombola zonder voorwerpen van hoop en verandering? In heel de wereld zijn er daarom grote verzamelingen democratische poppetjes en attributen te bewonderen in een grote Tombola met fantastische democratische prijzen: de vrouw met de baard, de vrouw met lippenstift, de olifantenvrouw, een echte olifant, een islamitische neger, een negerpoppetje dat, als je ‘m op de kop houdt zegt: “Yes, we can!”. Alles valt te winnen voor wie echt wil. En waar komen we anders voor?

In de Obamiaanse eredienst van de democratie klinkt een voortdurend “Oh when the Saints are coming in”. De Saints, dat zijn wij natuurlijk, de aanhangers van Obama die voor change zijn. Change is heilig. Iedereen die verandert is een held en een heilige. Want wie in staat is helemaal te veranderen (en dan nog een keer, et cetera) is de ware gelovige. Christus eist volledige verandering, Obama ook. Wij juichen hem toe zoals we ooit Christus toejuichten. Zelfs in een land als Amerika waar 85 procent zich ´christen´ noemt is 85 procent radeloos en zonder hoop wanneer de stem van Obama niet klinkt. Rome mag dan een plaatsvervanger van Petrus hebben, wij roepen om de vervanging van Christus zelf.

En deze stem klonk de laatste maanden veelvuldig in Amerikaanse en Europeaanse media. Hollywood en de grote Broadcasting Networks zorgden ervoor dat de domineesretoriek van Obama zonder cynisch, links commentaar bij het publiek kon worden gebracht. Het volk roept om charisma; ze krijgt een media-icoon. Een republikeins charisma was allang fijngemalen door de televisie-industrie met haar Oprah Winfrey’s en George Clooney’s. Het democratische charisma wordt daarentegen gekoesterd en beschermd door het liberale, progressieve journaille.

De talloze redevoeringen van Obama zorgden in de loop naar de verkiezingen voor een steeds grotere staat van opwinding. “It’s time for a change” gonst het door de democratische mensenmassa’s. Het mooie van Obama’s change is dat ieder voor zich de change moet invullen, omdat Hij de change niet invult. Gedurende de avond worden we voortdurend aangemoedigd: “verzin uw persoonlijke change.” Onder bier en fris, met verhitte rode hoofden wisselen we onze changes uit.

“Ik neem een andere vrouw, voor de vierde keer.”

“En ik een andere auto, op kosten van de zaak uiteraard.”

“Ik heb zin in een nieuw kapsel.”

“Ik neem een zesde creditcard”

“Ik denk dat ik voor de verandering eens geen Jupiler neem, maar een Stella Artois.”


Dit alles als een grote voorbereiding op The Big Change. Want wie niet blijft veranderen is nooit klaar voor de Final Change. Maar die uiteindelijke verandering blijft een verrassing. Obama wil het ons niet verklappen. En daarom juichen wij nog harder voor hem. Want hij is de man die ons uiteindelijk de Big Change brengt, de ware verlossing waar we in geloof naar uit zien. En om op dat moment echt goed verlost te kunnen worden, moeten we, behalve voortdurend veranderen, ons zelf ook voortdurend verlossen van de kleinigheidjes en beslommeringen in het leven. Later op de avond wisselen we ook onze kleinburgerlijke zelfverlossinkjes uit.

“Ik verlos me van mijn ouders, laat ze maar ergens verrekken waar ik geen last van ze heb”

“En ik van mijn schulden. Ik geloof er gewoon niet meer in.”

“Ons interieur is al vijf jaar oud en onze keuken al drie jaar. Weg ermee!”


We worden steeds enthousiaster, door het dolle heen. Opgedweept door een kiene mediatactiek. Want het Obama c.q. Hollywood circus verandert immers onze harten en verlost ons van alles? We roepen Obama en schreeuwen om New Change: “Obama, Leef voor Ons. Verlos ons van onszelf, wij kunnen het niet. Neem het stokje over. Wij zijn moe van de crisissen, het combineren van huishouden, democratie en werk. We zijn moe van change. De oude change waarmee we Christus toeschreeuwden, vroeg: “bidt voor ons, of sterf voor ons, en help ons onze levens zelf in te richten”. Nu schreeuwen we het uit, harder dan ooit tevoren: “Oh, Obama, verander ons, verlos ons, leef voor ons, win voor ons. YES YOU CAN!”

In Obama dienen de mogelijkheden zich al aan. Een zwarte president is een precedent voor totalitaire correctheid: de volgende James Bond is een zwarte James Bond. Waarom niet? Want volgens de ‘huidige Bond’, Daniel Craig, is de wereld klaar voor een zwarte Bond – al zou Ian Fleming zich volgens hem bij deze gedachte in zijn graf omdraaien. En wat komt erna? Een zwarte Donald Duck? En daarna een witte Mickey Mouse? Een zwarte paus? Of een blanke Martin Luther King wellicht?

Nee. Een Donald Duck is genoeg. Wanneer Donald Duck een zwart eendje is geworden is onze hoop op change ultieme werkelijkheid geworden.

Geen opmerkingen: