woensdag 7 maart 2007

DUBBELE LOYALITEIT

De kwestie van de dubbele paspoorten van bewindslieden en politici is niet voorbij. Voor PvdA-leider Wouter Bos moet het mogelijk zijn om je nationaliteit in te leveren. Het kabinet wil af van het automatische verkrijgen van de nationaliteit van het land van herkomst bij de geboorte van kinderen uit bijvoorbeeld Turkse ouders. En in Vlaanderen begint Filip de Winter soortgelijke vragen als Wilders te stellen bij de dubbele nationaliteit van Vlaamse volksvertegenwoordigers.

En er is het geharrewar rond Khadija Arib. Want cirkelde de kwestie rond de dubbele nationaliteit eerst rond de personen van Albayrak en Aboutaleb, nu is er ook nog de kwestie rond Arib. Dit kersverse Nederlands-Marokkaanse PvdA-tweede kamerlid blijkt ook lid te zijn van een Marokkaanse commissie die door de koning van Marokko zelf is aangesteld. Voor de PvdA is dit geen probleem, maar duidelijk is dat de kwestie dubbele loyaliteit nog wel even de tongen zal beroeren.

Wilders raakte een gevoelige snaar toen hij al voor het optreden van twee nieuwe bewindslieden deze naar huis wilde sturen, puur op basis van het feit dat beiden naast het Nederlandse paspoort ook een Turks c.q. Marokkaans paspoort bezitten. Voor Wilders is het duidelijk: wie een Marokkaanse nationaliteit bezit, is ook onderdaan van de Marokaanse regering.

Het schuimbekken bij getergde politiekcorrecte leidslieden hield niet op. Bijzonder vermakelijk was de verontwaardiging van André Rouvoet. Terwijl de ambtenaren de straat op worden gestuurd omdat ze weigeren een homohuwelijk te sluiten, maakte Rouvoet zich hier niet kwaad over. Integendeel: een motie van de SGP hierover mocht niet worden ondersteund door de CU-fractie aangezien dit tegen het regeerakkoord in zou druisen. Een merkwaardige gespleten loyaliteit...

Maar uiteindelijk raakt het punt van Wilders de multiculturele samenleving. Daarin hebben de tegenstanders van Wilders gelijk. Natuurlijk zou het ook verkeerd zijn iemand met een Zweeds paspoort als bewindspersoon te handhaven. Maar de uiteindelijke vraag is voor Wilders gelegen in de invloed van vijandige culturen op die van ons. Nader bepaald: moet het mogelijk zijn voor mensen met een duidelijke islamitische agenda onze rechtsstaat te bewaken en te besturen? Wanneer deze mensen ook nog eens aangeven een gedeelde loyaliteit te hebben met een ander land? Zoals Albayrak?

De vraag naar de uiteindelijke loyaliteit is niet zo simpel weg te zetten met een verwijzing naar de eed op de grondwet. Als er een gedeelde loyaliteit is, dan zweert de Nederlander trouw aan de Nederlandse grondwet, maar wat doet de Marokkaanse c.q. Turkse helft?

Wilders voelt aan dat een beroep op de eed op de grondwet geen hout snijdt. In ons land geeft de grondwet niet een ultieme basis weer, maar is het resultaat van een politiek en cultureel wordignsproces. Iemand die de grondwet innerlijk verwerpt, kan ook trouw eraan zweren om daarna dezelfde grondwet om zeep te helpen: politiek en cultureel.

Natuurlijk: mensen kunnen kritiek hebben en deze kritiek in de democratische weg gebruiken om hun gelijk op een legitieme wijze te halen. Maar deze houding vooronderstelt een afgewogen rationele handelwijze die is gebaseerd op diepere prerationele onwankelbare fundamenten. Met andere woorden: een eedzwering op de grondwet is betrouwbaar indien aan deze loyaliteit een ongedeelde en fundamentele binding bestaat aan de werkelijkheid waarin deze binding wordt uitgesproken: die van de Nederlandse natie.

Tegenstanders van Wilders voelen dat ook aan. Zij wijzen erop dat zowel Albayrak als Aboutaleb toonbeelden zijn van geïntegreerde Nederlanders. Naar het hoe en waarom hiervan moeten we echter raden. Want hoe diep gaat deze integratie? Wat is integratie waard indien deze gepaard/gemengd kan gaan met een Turkse nationaliteit en loyaliteit en - in dit verband niet onbelangrijk - met een islamitische loyaliteit?

Hoe je het ook wendt of keert: de vraag naar de verhouding tussen de ultieme loyaliteiten blijft noodzakelijk. Zeker wanneer het mensen betreft die de ultimiteit zelf vertegenwoordigen: de Staat met onder meer haar geweldsmonopolie. Een mens bezit verschillende loyaliteiten. En dit betekent niet dat deze noodzakelijkerwijze met elkaar strijden of hoeven te strijden. Maar daarmee zijn we er niet.
Het probleem van de aanwezige moslims in ons land los je niet op door dan maar op voorhand de islam buiten elke discussie te houden. Vreemd eigenlijk: waar iemand als Joop den Uyl christelijke politiek fundamenteel onverenigbaar vond met democratie, zou volgens moderne socialisten de islam op voorhand buiten het denken erover moeten worden geplaatst. Als de islam een probleem is, is ze dat ongeacht hoeveel islamieten er in ons land wonen en hoelang.

Dat is de winst van het punt van Wilders. Bepaalde motieven en ingrediënten van iemands identiteit zijn niet zomaar weg te poetsen. Wie religie serieus neemt, moet ook aanvaarden dat religie kan botsen met iets anders. Wanneer religieuze motieven serieus worden genomen, moet ook onder ogen worden gezien dat deze motieven strijdig kunnen zijn met ons bestel, maar ook dat bepaalde sterke motieven alle ander kunnen wegduwen en de andere kunnen gaan overheersen.

Het probleem van de islam drukt ons op het feit dat de verhouding tussen geloof en politiek niet kan worden afgedaan met een beroep op de scheiding van kerk en staat. En al evenmin kan worden omzeild met een scheiding tussen publiek en privaat. Want het punt is dat gedeelde loyaliteiten altijd naar boven komen wanneer er een ultieme situatie ontstaat: oorlog, economische malaise, etnische, religieuze, sociaal-economische onlusten, etc.

Wanneer de nood aan de man komt, zijn liefde, religie, geldzucht, afkomst, etc. etc. allemaal potentiële troublemakers. Met een rationele benadering ben je er dus niet. Belangrijk is een systeem waarin de belangrijkste - zo niet alle - grondmotieven niet alleen naast elkaar kunnen leven, maar in elkaars verlengde liggen en elkaar zonodig zelfs versterken.

Je kunt natuurlijk de idee van de vrije markt overal op loslaten. Ook op nationaliteiten. Wat met werkrelaties, sociale relaties en liefdesrelaties kan, kan in liberale ogen ook met nationale relaties. Dit zijn meestal luxeredeneringen. Zolang er geen oorlogen, economische crises en dergelijke plaatsvinden kan over zoiets vrijblijvend worden gesproken. Een ander verhaal wordt het wanneer er een serieus probleem optreedt. De islam is geen probleem zolang een staat personen niet dwingt te kiezen tussen islam of iets anders. Of tussen christendom of iets anders. Of tussen vrouw en kinderen en iets anders. Of tussen familieloyaliteit en iets anders. Of tussen een zelf opgebouwde onderneming en iets anders. Enz. enz.
De vraag is of in een cultuur als de onze dit te vermijden is. Een kenmerk van de moderne cultuur is juist dat ze schotjes, scheidingswanden, onderscheiden en verschillen wil opheffen ten bate van moderniserende processen op economisch, sociaal, moreel en cultureel gebied. De moderne overheid bemoeit zich ook met emancipatie, economische herverdeling en collectieve voorzieningen.
Het is nu al op voorhand duidelijk dat de islam niet te verenigen is met onze politieke cultuur. Maar daarmee zijn we er niet. In onze politieke cultuur is geen enkele binding of loyaliteit te accepteren. Elke loyaliteit gaat immers potentieel in tegen de suprematie van moderniteit en staatssoevereiniteit.

De politiek hoeft geen rekening houden met het onmogelijke. Wel met het onwaarschijnlijke dat mogelijk kan worden. Dit onwaarschijnlijke kan in onze tijd vrij snel opduiken. Een relatief nieuw fenomeen homohuwelijk wordt nu al als kenmerk van onze cultuur gezien, ook door Wilders. Elke politieke gril kan mensen voor het blok zetten. De oplossing is relatief simpel: wordt onverschillig en laat al je normen, waarden (en hoop) varen wanneer je binnentreed in het kamp der Nederlanden.
Het bizarre van deze discussie werd vanmorgen verwoord door prof. G. Manenschijn in het dagblad Trouw: "Iemand kan als Wilders één nationaliteit hebben: de Nederlandse, en toch disloyaal zijn aan onze traditie van verdraagzaamheid."

Manenschijn heeft geen gelijk. Loyaliteiten doen er wel degelijk toe. En hij zelf geeft al aan dat loyaliteiten niet altijd een verrijking van onze cultuur inhouden. Het werkelijke probleem wordt door zowel Manenschijn als door Wilders als door alle anderen omzeild: er is in onze (politieke) cultuur geen gezamenlijk fundament voorhanden dat alle motieven c.q. loyaliteiten niet alleen omvat, maar ook insluit, voedt, (onderling) versterkt en uitdraagt, ook tot in noodsituaties aan toe.
Het probleem wordt omzeild omdat niemand de vraag wil stellen naar de mogelijke oplossing van dit probleem: hoe komen we aan zo'n fundament waaruit burgers en inwoners ontspruiten uit één stuk? Zo'n vraag stelt fundamenteel de scheidingen en onderscheidingen van de moderniteit ter discussie. Wilders zien we dat nog niet doen. Manenschijn ook niet. En ook niet Bos, Rutte en al die anderen. Alleen paleoconservatieven zie ik dat doen. Maar dan moeten we er wel zijn. En dat is een ander verhaal.

Geen opmerkingen: