vrijdag 19 juni 2009

Kijken naar de Untergang des Abendlandes met een dikke, vette joint

Hoe gaan we om met Wilders? De meeste conservatieven hebben hun antwoord klaar: we verwerpen hem, en met hem de ontwortelde massa's, de platte cultuur. Een goede vriend van mij omschreef de houding van veel conservatieve en christelijke intellectuelen als die van iemand die met een dikke, vette joint op een berg naar de Untergang des Abendlandes zit te kijken.

Ik moet hier wel eens aan denken als ik reacties lees van conservatieve en christelijke commentatoren, bloggers of schrijvers. Men staat per definitie buiten het geheel en kan zo fantastisch zien wat er mis gaat en wat er nooit meer goed zal komen. Men huilt niet, men knarst de tanden niet van woede, men slijpt de messen niet om in te grijpen, nee, men analyseert. Men analyseert zonder zelf onder te gaan, in de analyse dat iedereen ten onder zal gaan. Dat is knap. Daarvoor heb je een dikke, vette joint nodig.

Er zijn verschillende joints die men kan roken: bijvoorbeeld de libertarische, de cultureel onthechtte, of de godsdienstig bewogen joint.

Met een libertarische joint behoud je je eigen waarden voor jezelf, maar interpreteer je de Untergang als het dynamische krachtenspel van vrije markt, vrijheid, politiek. De eerste joint is dus vrij plat en wordt vooral door liberalen met al dan niet christelijk burgermansfatsoen gerookt. Cultuur, dat is Untergang, en daar moet je je in zien te handhaven.

De cultureel onthechtte joint is complexer; je ziet de werkelijkheid gebeuren, maar je maakt er zelf geen onderdeel van uit. Je hebt een dodelijke ziekte en denkt erover na via je weblog. Een vijand is een gestalte uit de klassieke Griekse literatuur. Schoonheid en andere ultieme ervaringen houden je op de been; of is het de gedachte dat het gepeupel deze ervaringen niet kent, die je op de been houdt? De cultureel onthechtte joint is een elitaire joint; niet iedere plebejer die hem rookt kan op een zelfde wijze als de elite genieten van de Untergang.

De godsdienstig bewogen joint is de meest irritante. Die zijn de mensen die tussen elke haal roepen: "Het moet gebeuren! We moeten naar de haaien! Het staat immers beschreven in de Apacalyptische visioenen van De Grote Jointroker. Maar er is redding! Alleen niet hier, maar elders: aan de andere kant van de het land, in de grond, tussen de puinhopen van de stad na de Untergang. Tot die tijd moeten we bewogen zijn en diep inhaleren. We zijn immers allemaal schuldig, en zullen allemaal untergehen."

Voor mensen die vechten voor de stad, die iets van een Untergang vermoeden, die geen antwoorden weten dan een vlucht in het bekende, het simpele, overzichtelijke leven van democratie, hedonisme, kleine verantwoordelijkheden, etc. is de houding van de toeschouwer onbegrijpelijk. Zodanig onbegrijpelijk dat ze agressie oproept. De jointroker kan nog zoveel goede bedoelingen hebben, de massa, het land, de stad heeft er niets aan. De Untergang staat immers voor de deur. En moeten wij, als volk, dan maar het beste er van maken? En als we het doen dan deugen we ook niet? Dan zijn we plat, genotzuchtig, modern?

Ik zou willen pleiten voor het hebben van clementie met de gewone man. Ook de gewone man die rondraast in het modernisme. En daarom bepleit ik ook houding van clementie voor Wilders als dè exponent van de Gewone Man. Is hij ontworteld; wij zijn het ook. Is hij modern; wij zijn het ook, al vechten we ertegen. Zit hij verstrikt in verworvenheden van de moderniteit; wij zijn het niet minder. Wij zijn het voorbeeld van Wilders en niet andersom. De aangepaste, onthechtte conservatief, de moderne christen, de fatsoenlijke HBO-plus burger: zij zijn hem voorgegaan in alle laakbaarheden.

Ik zou het daarom willen omdraaien. Niet de mensen die stemmen, op Wilders stemmen, zijn per definitie ontworteld; veel van de critici zijn het. Een stem op verkiezingsdag stelt niet veel voor. Een klein kind kan op een knop drukken. Voor het leveren van commentaar komt meer om de hoek kijken: pen, papier, een computer, wat denkwerk, analytisch vermogen, etc. en volkomen normaal mens kan zomaar pardoes door het rode licht fietsen, of per ongeluk voor een rood licht wachten als er verder in het verkeer geen kip te bekennen is. Ondertussen is hij niet per definitie voor het rijden door rood licht; wellicht zelfs in het geheel niet. Voor het schrijven van een verhandeling waarin rijden door rood licht wordt verdedigd komt meer om de hoek kijken. Zo iemand kan zich er niet vanaf maken: het was een "slip of the pen/mind/tongue".

Wil ik hiermee vooral de denkende mensen op hun nummer zetten die op Wilders hebben gestemd? Nee. Ik wil mensen die stemmen buiten beschouwing laten. Het is onzinnig te discussieren over de verantwoordelijkheid van hen die op het verkeerde willekeurige moment op het knopje van de flipperkast hebben gedrukt: de stemmachine. Mensen stemmen om te protesteren, ze stemmen niet om te protesteren. En niemand ziet ze, behalve zijzelf en Maurice de Hondt.

Hoe gaan we om met Wilders? Zien we hem in de eerste plaats als een ontwortelde modernist met kwalijke middelen? Bijvoorbeeld door de maatschappij als een lichaam te beschouwen "dat verziekt wordt door een fremdes Element. Het falen van een bevolkingsgroep is niet te wijten aan de cultuur die wij allen delen, maar aan het specifieke geestesmerk van die groep." Deze opmerking komt van conservatieve blogger Rutger Schimmel. Hij en andere conservatieven maken zich druk om het fenomeen Wilders. Schimmel: "Wilders draagt verkeerde oplossingen aan voor terechte sentimenten. Conservatieven (aannemend dat die zich zullen verenigen) zouden hun eigen zaak weinig goeds doen door met hem in zee te gaan." Olivier van Renswoude is hier al op ingegaan, maar ik wil er nog wat aan toevoegen.

Ik ben allereerst benieuwd daar deze "terechte sentimenten", maar dit terzijde. Ik bespeur bij Schimmel en andere conservatieven net zo weinig, of eigenlijk nog minder verworteling dan bij Wilders. Ook moderne conservatieven gruwen van homofobie, zijn niet categorisch tegen kindermoord, hebben niets met nationalistische of etnische categorieën. Zien een godsdienstige samenleving als een bedreiging; ook een streng christelijke. Vallen de Kerk aan zoals deze zich heeft opgesteld in het verleden. In alle vriendelijkheid: ook deze 'moderne' conservatieven hebben geen 'last' van primaire reacties; zijn schijnbaar hoogstens verworteld via de klassieke boekjes die ze lezen en bestuderen.

Wilders leest, voor zover ik weet, geen Great Books. Geen Burke, Plato of Tocqueville. Maar hij komt nog wel op voor werkende Nederlanders, voor AOW'ers, voor slachtoffers van het globalisme zonder zich primair ook maar iets aan te trekken van de wetten van de vrije markt. Zijn primaire insteek is bij het volk, terwijl de primaire insteek van veel moderne conservatieven is gelegen in abstracte wetten van markt, democratie, 'hoge cultuur' en rechtsstaat.

Natuurlijk: Wilders is modern. Maar niet alleen. Geen enkel mens is puur de inhoud van een ideologisch label. Een liberaal is geen liberaal, maar een natuurlijk mens met historische wortels, levend in een sociaal weefsel wat hij dan wel kan ontkennen, maar het is er wel. Een modern mens is nooit primair een modernist, hoogstens secundair. Als er iets zal ondergaan, dan is het de moderniteit: de tweede natuur van de mens. De eerste natuur is niet weg te poetsen. Ook homo's worden geboren uit de daad van (hetero)seksualiteit. We kunnen de organische samenlevingverwerpen als fascistisch, omdat dit denkmodel uitgaat van 'vreemde elementen die een gezond lichaam verzieken'. Feit blijft dat de natuur wel zo werkt, ook ons eigen lichaam. Sociaal werkt het ook zo. Een televisie die aanstaat, is een stoorzender in een gesprek. Een eerwraak is een 'fremdes Element' (waarom Duits?) in een fragiel constitutioneel bouwwerk.

Conservatieven zouden deze wetten moeten begrijpen. Ze zouden in precies dezelfde werkelijkheid moeten staan als Wilders en kornuiten. Naast hen moeten gaan staan. Niet om overal mee in te stemmen, maar om precies hetzelfde te ervaren als wat veel mensen ervaren. Dezelfde woede, dezelfde weerzin, dezelfde strijdlust. Maar dan dieper, breder. Maar niet minder betrokken. En zeker niet vanaf de Berg der Joint.

Geen opmerkingen: