vrijdag 29 december 2006

2006: Het jaar van het terrorisme

De ware terrorist is in het jaar 2007 geen fundamentalistische Afghaan, maar een klassiek ogende Nederlander, Vlaming of Europeaan. Als kenner van het conservatieve en traditionele denken, weet de neoconservatief immers waar hij zijn tanden in moet zetten. Waar een Al-Qaida ongericht vernielingen aanricht, zijn de acties van de neocons gericht. In naam van Allah en de Verlichting moeten Europa, volk, christendom, huwelijk en familie eerst worden losgemaakt van elkaar, om daarna stuk voor stuk te worden verkruimeld.

We leven in de tijd van de terreurdreiging. De donkere achtergrond van het terrorisme heeft onze blik vertroebeld en in veel gevallen zelfs blind gemaakt. De ware terroristen lopen niet in burqa's rond, maar werken aan onze academies in westerse colbertjes en mantelpakjes. Met of zonder stropdas zaaien deze terroristen een sfeer van achterdocht, haat, angst en onzekerheid. Het jaar 2007 wordt voor de klassieke Europeaan het jaar om de goede van de slechte boom te onderscheiden door op de vruchten te letten.

Als er iets is wat het afgelopen jaar de actualiteit direct of indirect heeft bepaald, dan is dat het terrorisme. De dreiging van terreur heeft niet alleen het veiligheidsbeleid en de buitenlandse politiek van veel Westerse landen getoonzet; het heeft daarnaast zijn stempel gezet op een belangrijk deel van het publieke debat in Nederland, België en in de Westerse wereld als geheel.

Het fenomeen terrorisme is niet nieuw. Niemand minder dan Edmund Burke was de eerste die deze term in de mond nam en koppelde aan het zaaien van schrik en verderf om een doel te bereiken. Niet alleen regimes kunnen een waar schrikbewind voeren, zoals dat van Robespierre tijdens de Franse Revolutie, ook autonome organisaties en personen kunnen zich hieraan schuldig maken. Europa kende (en kent) haar eigen terreurorganisaties, zoals de ETA in Spanje, de IRA in Groot-Brittanië, de RAF in West-Duitsland en de Rode Brigades in Italië.

In onze tijd is er een verandering gekomen in de aard van het terrorisme. Er is een nieuwe variant ontstaan: terreur zonder doel. Hadden oorspronkelijke terreurorganisaties altijd een concreet doel voor ogen: separatisme of het vestigen van een ander politiek systeem, het moderne terrorisme opereert zonder zo'n concreet doel. Het gaat deze nieuwe variant om de loutere destabilisatie van de wereldeconomie, van de handel, het transport en de culturele uitwisselingen in het algemeen. Haar doel is niet het overtuigen van een populatie van bijvoorbeeld een land of een werelddeel, maar het verwarren en destabiliseren van de maatschappijen waarin deze populatie leeft.

Werd het oude terrorisme altijd nog weerhouden door factoren als goodwill bij de basis, het nieuwe terrorisme trekt zich nergens wat van aan. Haar doelen zijn abstract. Organisaties als ETA en IRA hadden (en hebben) altijd nog hun thuisbasis van Basken en (Rooms-katholieke) Noord-Ieren waar ze rekening mee moesten (moeten) houden. Een organisatie als Al-Qaida heeft dat niet. Zij maakt rustig slachtoffers onder potentiële sympathisanten. Haar doel is niet zozeer overtuiging, maar vernietiging.

De Engelse filosoof John Gray heeft op de treffende overeenkomsten tussen Al-Qaida en het modernisme gewezen. In zijn boek "Al-Qaida en de moderne tijd" analyseert hij het verschijnsel Islamitisch fundamentalisme als een product van de moderniteit. De maakbaarheidsidee en het abstract ideologische zijn niet alleen typerend voor een organisatie als Al-Qaida, maar evenzeer voor het Verlichtingsdenken. Beide bewegingen gedijen het beste in een vacuümtoestand. Daarom richten beide bewegingen zich op de vernietiging van het bestaande. Gecreëerde anarchie schreeuwt om macht, en zowel fundamentalistische Islamieten als Verlichtingsdrijvers staan vooraan om de macht te gebruiken voor eigen doeleinden.

De definitie van terrorisme is aan het verschuiven. Was het in vroeger dagen zo dat de machthebbers bepaalden wat terrorisme was, nu ligt dat anders. Vroeger waren opstandelingen voor de machthebbers terroristen, zoals de verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers "terroristen" waren. Voor de bepaling van "de klassieke terrorist" was het nodig de grond van zijn handelen - van zijn opstand - te bezien. Lag deze grond voor zijn opstand in oude rechten, vrijheden en in historische verworvenheden, dan kon er onmogelijk over terrorisme gesproken worden. De opstandeling dient namelijk het belang waarvoor hij in opstand komt: volk, historie, verwanten en geloof - het één nooit los van het ander.

De moderne terrorist opereert los van een organische rechtsbasis. Voor hem (of haar) zijn de geschiedenis, volk, organisch geloof, verwantschap verworden tot abstracties: tot elementen die gebruikt kunnen worden om het doel te bereiken, maar die bij falen kunnen worden afgedankt. De moderne terrorist is een socialist, liberaal of neoconservatief die speelt met normen en waarden, die dolt met klassieke deugden en paradeert met cultuur en identiteit. Totdat het niet meer voldoet, dan worden deze zaken afgedankt.

De moderne terrorist waar de conservatief in 2007 rekening mee moet houden is diegene die meehuilt met alles wat klassiek, conservatief, rechts of behoudend is, maar ondertussen een eigen agenda hanteert. Het is de André Rouvoet die in naam van de afgewezen asielzoekers de grondwet en het staatsrecht vloert. Het is een kardinaal Danneels die in naam van de humaniteit zijn Rooms-katholieke kerk afbreekt. Het is een Guy Verhofstadt die zijn oude rechtse vrienden in naam van de vrijheid het leven politiek onmogelijk wil maken. Het zijn neoconservatieven als Leon de Winter en Afshin Ellian die in naam van de vooruitgang en de Verlichting het volk, de beschaving, de godsdienst en de cultuur willen vernietigen.

Autonoom ten aanzien van onze geschiedenis, de natuurlijke en bovennatuurlijke orde, van het volk en van het verbond van onze voorvaderen, is hun enige doel het destabiliseren en verzwakken van onze beschaving. Hun ideaal is een vacuüm waarin deze machtsdenkers hun slag kunnen slaan. Met hun politiek van goede bedoelingen, zaaien ze een sfeer van weerzin en achterdocht ten opzichte van ons christelijke verleden, ten opzichte van de strijd die onze voorouders hebben gestreden, ten opzichte van de traditionele structuren die onze cultuur eeuwenlang hebben gedragen.

De ware terrorist is in het jaar 2007 geen fundamentalistische Afghaan, maar een beschaafd ogende Nederlander, Belg, Vlaming of Europeaan. Sommigen roepen al argwaan op bij hun verschijning: socialisten, groenen en soortgelijk volk. Hun mogelijkheden van terreur zijn daarom beperkt. Het zijn de zogenaamde "medestaanders" die de conservatief het meest moet vrezen: de neoconservatieven. Want als kenner van het conservatieve, religieuze en traditionele denken weet de neoconservatief immers waar hij zijn tanden in moet zetten. Waar een Al-Qaida ongericht vernielingen aanricht, zijn de acties van de neocons gericht. Ze weten waar ze hun pijlen op moeten richten. In naam van Allah en/of de Verlichting moeten Europa, volk, christendom, huwelijk en familie eerst worden losgemaakt van elkaar, om daarna stuk voor stuk te worden verkruimeld.

Terrorisme anno 2007 is de terreur van de goede bedoelingen. Het is de terreur van de totale bevrijding. Bevrijd van verleden, religie, bloedband en orde streeft dit nieuwe terrorisme een wereld na waarin iedereen zorgeloos kan voortleven. Maar wel na te zijn gehersenspoeld tot een Verlicht creatuur. En onder de hoede van de Verlichtingsautonomen, dat ook.

Ik wens u daarom een voorspoedig en oplettend 2007.

Geen opmerkingen: