vrijdag 26 oktober 2007

RECHTSSTAAT VERSUS AMBT

Het kabinet stuurt binnenkort een wetsvoorstel naar de Raad van State om radicale predikers sneller uit hum ambt te kunnen zetten. Deze maatregel is vooral bedoeld om radicale imams aan te kunnen pakken. Dit lijkt een loffelijk streven. Maar ook hier schuilen tal van adders onder het gras. Niet de terreurdreiging, maar de strijd tegen discriminatie is het Leidmotief. En daarvoor moet onze rechtsstaat sowieso wijken. In de ogen van menigeen zijn tal van radicale imams een doorn in het oog van de politiek en - in het verlengde hiervan - van justitie.

Een recent rapport van de AIVD (Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst) concludeerde weliswaar dat er bij het gros van deze radicale imams geen sprake is van geweld of een oproepen daartoe, maar toch stelt men vast dat er bij de zogenaamde radicale imams sprake is van een groot risico voor onze rechtsstaat. De vijandschap ten aanzien van onze rechtsstaat die deze predikers verkondigen - volgens de AIVD - is doordrenkt met een antidemocratische houding, en een visie op vrouwen en homoseksuelen die - volgens de AIVD - op gespannen voet staat met deze rechtsstaat. Dus niet de expliciete steun aan geweld of een oproepen ervan is het probleem rond deze imams, maar hun houding ten opzichte van de liberale rechtsstaat, die zoals u weet allang niet meer slechts de "Staat" behelst, maar zich meer en meer uitstrekt over geheel het mensenleven. Niet het terrorisme, maar de discriminatie. Niet het geweld, maar het ondemocratische. Daarom moeten imams eerder uit hun ambt worden gezet.

Het is een vreemd voorstel [1]. De steun van de overgrote meerderheid van de Tweede Kamer voor het idee van dit kabinet om radicale imams eerder uit hun ambt te kunnen zetten roept vragen op. Want het voornoemde voorstel is vreemd om meerderlei redenen. Allereerst is er de positie van het ambt. Een ambt is een hoedanigheid die door iets hogers is verleend. De koningin regeert bij de "gratie Gods" en zelfs in onze geseculariseerde tijd zijn ambten - zoals van minister, volksvertegenwoordiger en ambtenaar - nog steeds iets dat wijst naar een hoedanigheid die door iets hogers verleend, gelegitimeerd is en inhoud aan wordt gegeven. Dit ambt verwijst in staatkundige zin naar het volk, haar constitutie, verleden en soevereiniteit. Het ambt van een prediker verwijst naar een andere instantie. Elke prediker meent dat hij geroepen is door God (of een allah) of door een geloofsgemeenschap. Hoe kan een overheid iets intrekken dat ze niet heeft verleend? Meent de overheid het recht te hebben in de plaats te gaan staan van deze God of geloofsgemeenschap? En heeft ze het recht er zelfs boven te gaan staan?

De overheid - en de politiek - probeert deze vraag waarschijnlijk te omzeilen door van de ambtelijke relatie tussen geestelijk ambtsdrager en geloofsgemeenschap een standaard arbeidsverhouding te creëren. Het advies - op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken - dat onlangs werd uitgebracht, wees ook al in deze richting [2]. De uitzonderingspositie van geestelijke ambten, zoals een predikant, moet volgens dit advies worden opgeheven. Nu is de predikant nog een zelfstandig beroep, als het aan de adviesgroep ligt, komt de predikant straks gewoon in dienst van een geloofsgemeenschap. Doel hiervan is om het de overheid mogelijk maken deze arbeidsovereenkomst te ontbinden en zodoende het de predikant onmogelijk te maken zijn “beroep” uit te oefenen. De keerzijde hiervan is dat een geloofsgemeenschap die hier niet aan voldoet kan worden vervolgd en zelfs kan worden verboden. Het ambt bestaat dus in de ogen van de overheid niet. Er bestaan slechts arbeidsverhoudingen die door een overheid ontbonden kunnen worden. Hierbij rijst de vraag: als het ambt niet echt iets is, is dan een geloofsgemeenschap dan wel iets? Nu zijn kerken nog steeds niet geheel gelijkgeschakeld met verenigingen en stichtingen. Maar de tendens is om deze grootheden toch gelijk te schakelen. En zoals stichtingen en verenigingen ontbonden kunnen worden door een rechter, kunnen kerken dat straks ook. Als het aan veel juristen ligt. Maar ook zonder dat het meteen zo ver komt; zonder ambten is er geen geloofsgemeenschap.

Dat de scheiding tussen kerk en staat hiermee een farce is, moge duidelijk zijn. Het zal de overheid een rotzorg zijn. Want wie gelooft hier nog in? Niemand toch zeker? Ernstiger is echter de misvatting dat een overheid een ambt kan opheffen. Vooral in de protestantse traditie is dit in feite onmogelijk. Het bijzondere ambt, zoals dat van predikant, is slechts een verbijzondering van het algemene ambt: van dat van aller gelovigen. Het oneervol afnemen van dit ambt door een meerdere kerkelijke vergadering, behelst volgens de orthodoxe lijn automatisch het afnemen en afleggen van het geloofsambt. Ook in de Rooms-katholieke traditie is excommunicatie altijd oneervol en gaat gepaard met het erkennen van de geëxcommuniceerde als zijnde afvallig en ongelovig. Een overheid die dus een ambt afneemt, verklaart daarmee dat zij zich bevoegd acht iemand het geloof af te nemen en mensen voor al dan niet gelovig te verklaren.

Geheel in deze lijn is het recente idee om een verklaring van goed gedrag te eisen van kerkelijk werkers die met kinderen omgaan [3]. Zoals dat nu reeds gebeurt in andere beroepsgroepen, wil een meerderheid van de Tweede Kamer zo'n verklaring ook eisen van kerkelijk werkers. Men wil zo voorkomen dat (veroordeelde en bekende) pedoseksuelen opnieuw een aanstelling krijgen waarin ze met kinderen kunnen omgaan. Daarbij is nog weinig gesproken over sancties, wanneer kerken weigeren hier gehoor aan te geven. Maar het principe is vreemd: hoe kan een overheid toezien op een levenssfeer waarin het professionele, het non-professionele, het persoonlijke en het gemeenschappelijke niet van elkaar te scheiden zijn? Moet iemand die kerkelijk catechismusonderwijs geeft zo’n verklaring bezitten? Maar dat kan iedereen zijn. Althans in het calvinistische kerkrecht kan dat iedereen zijn die wordt gedelegeerd door kerkenraad waarbij de ouders de keuze krijgen om daar gebruik van te maken of niet. Want volgens de calvinistische traditie mogen ook ouders zelf, of de vader zelf, het onderwijs van de kerk verzorgen. Moeten ouders – moeten vaders – dan ook zo’n verklaring van goed gedrag aanvragen?

De effectiviteit is hier niet in het geding. Waar het om gaat is de staat die controle wenst in geloofsgemeenschappen als kerken, moskeeën en synagogen. Men heeft reeds tal van middelen tot haar beschikking om geweldsplegers, kindermisbruikers, terroristen en staatsgevaarlijke lieden aan te pakken. De huidige voorstellen hebben een ander doel: het genereren van een wettelijk kader om elk onwelgevoegelijk geluid dat uit kerken komt te smoren in een set van regels die ertoe kunnen leiden dat kerken verboden worden en geloofsgemeenschappen en voorgangers worden vervolgd. Er is in het overheidsbeleid klaarblijkelijk een verschuiving gaande van concrete strafrechtelijk daden naar vermeende motieven. En van daaruit is er weer sprake van een verschuiving naar daar weer achterliggende motieven die stevig worden aangelengd met de huidige liberale staatsdoctrine van gelijkheid, democratie en seculariteit. Wanneer een overheid zich gaat bemoeien met het inhoudelijk theologische moeten er toch tal van belletjes gaan rinkelen?

Nu vraagt u zich misschien af waar deze ophef voor nodig is. Gevaarlijke imams moeten toch het land uit kunnen worden gezet? Staatsgevaarlijke, opruiende preken in moskeeën moeten toch kunnen worden gestopt? Maar daar gaat het niet om; daar gaat het niet meer om. Niet het geweld is de spits van de maatregelen, maar de discriminatie. Van geweld is er namelijk geen sprake, wel van discriminatie [5]. Er is volgens het kabinet – en volgens de politiek in het algemeen - sprake van opvattingen die ingaan tegen de huidige gelijkheidsdoctrine. Daar zit ‘m de kneep. Waar grondrechten nog gelijkwaardig aan elkaar zijn – en dus met elkaar concurreren- en het antidiscriminatiebeginsel nog niet mag heersen over de andere grondrechten, moet via een omweg toch mogelijk worden gemaakt om elk geluid dat tegen de antidiscriminatiebepaling in gaat te smoren. Niet de misdaad, maar de mening en de overtuiging worden aangepakt. Niet de direct schadelijke overtuiging, maar de – volgens de bestuurders – achterliggende en onderliggende opvattingen moeten worden aangepakt. Met andere woorden: de orthodoxie moet worden aangepakt. Om individuele opvattingen zo aan te pakken is het nog te vroeg. Maar op institutioneel vlak wil men al wel zo ver gaan. Desnoods moeten bij – volgens de rechters – kwalijke uitspraken van kerkelijke vergaderingen straks gehele synodes en predikantencorpsen uit hun ambt worden gezet. En moet er als voorgangers doorgaan met preken en bidden ook gehele kerken en geloofsgemeenschappen worden aangepakt, vervolgd en worden verboden. Want dat laatste ligt natuurlijk in het verlengde. Een enkeling strafbaar stellen is niet genoeg. Men eist een institutionele aanpak betreffende de totaliteit van geloofsgemeenschappen. Een hetze en een beschuldiging zijn snel gemaakt. Zoals te zien was rond de besluiten van de synode van de Gereformeerde Gemeenten die het onverstandig vonden Nigeriaanse voorgangers op Nederlandse kansels toe te laten [4].

Hoewel volgens direct betrokkenen van “racisme” absoluut geen sprake was, werd deze beschuldiging toch geformuleerd door een landelijk dagblad. Door allerlei “buitenstaanders” erbij te slepen, riep men een sfeer op van racisme, achterlijkheid en schandaal. In de toekomst kan dit resulteren in een uit het ambt zetting van een gehele synode, met daarbij het verbod om in het openbaar te preken, te bidden en Bijbel te lezen (want dat is een openbare uitoefening van het protestantse ambt). In de strijd tegen zogenaamd terrorisme worden op dit moment alle principes van de liberale rechtsstaat met voeten getreden. Het voorstel om voorgangers uit hun ambt te zetten is daarvan het zoveelste bewijs. Het liberale beest wordt wakker. En de lamlijers van CDA, CU en PvdA die het huidige kabinet bevolken, gaan maar door de constitutionele hysterie die gaande is te voeren. Dat zelfs christelijke gelovigen in CDA en CU hier aan mee willen werken is schandalig. Een christelijke partij die het overheidsgezag boven het kerkelijke en geloofsmatige ambt stelt, is volstrekt goddeloos en vervloekt. Laten we daarom hopen dat – in ieder geval – het CDA en de CU zich van deze voostellen zullen distantiëren en alles zullen doen om soortelijke wetgeving tegen te houden. Doet men dat niet, dan is de christelijke partijpolitiek in Nederland nagenoeg opgehouden te bestaan.

Bronnen

[1] Ter Horst: eerder beroepsverbod voor radicale imams op Trouw.nl d.d. 18 oktober 2007; & Ter Horst: vaker beroepsverbod radicale imams op Elsevier.nl d.d. 18 oktober 2007

[2] Bij terreurdreiging mag je moskee of kerk sluiten in Trouw d.d. 5 oktober 2007

[3] PVV: namen voor misbruik veroordeelde priesters desnoods openbaar

[4] Kerk discrimineert zwarte predikanten in Trouw d.d. 17 oktober 2007; & Zwarten mogen kansel niet op in Trouwd.d. 17 oktober 2007

[5] Zie de nota "Aandachtsgebieden AIVD"

Lees verder...

dinsdag 16 oktober 2007

DE NIEUWE BARBAREN

Identiteitsminnend Nederland is boos. Maxima heeft voor haar beurt gesproken. "De" Nederlander bestaat volgens haar niet. Het negentiende-eeuwse sprookje van nationale identiteit moet nog even in stand blijven. De nieuwe elite is nog niet klaar met de job. Nederland moet leeg, en de identiteit helpt daarbij een handje. Als laatste opium van en voor het volk leidt ze de aandacht af van de barbaren die onze ziel vermoorden: de vaderlandse elite. We worden geregeerd door barbaren. Hoogopgeleide barbaren. Mensen met een groot geloof. Geloof in vooruitgang, maakbaarheid, gelijkheid, en in het leven als een optelsom van gemaakte dingen. Het leven zelf is niks. Het moet eerst gemaakt worden. Volgens principes van deze tijd: gelijkheid, individualiteit, collectiviteit en relativiteit. En natuurlijk identiteit. Hoewel, dit laatste is nog maar de vraag. Een identiteit wordt immers ook gemaakt. En gekozen. En heb je wel een identiteit als deze ieder willekeurig moment kan worden ingewisseld voor een andere?

Bedreiging voor de maakbaarheid: binding. Wie zich bindt, is hopeloos verloren. Loopt voor die het weet een achterstand op die niet meer valt in te halen. Loopt enge ziektes op als “carrièrestop”, deeltijdmoederschap, religiositeit of vaderlandsliefde. De mondiale globehopper stopt daarom alleen om bij te tanken, maar niet om te settelen en ergens neer te strijken. Je moet vooral cool zijn: gelaten, onaanraakbaar, kosmopolitisch en ongrijpbaar. De mens op wie alles afglijdt, heeft het gemaakt. Zoals Maxima. Over wie schrijver-journalist Frenk van der Linden onlangs dit zei: "Ze is charmant en geëngageerd. Maar niets blijft aan haar kleven, lijkt het. Ze kkomt ermee weg. Zelfs critici smelten." vanaf glijdt. Deze kosmopolitische vrouw heeft de mond voorbij gepraat. Ze heeft woorden gesproken waar het volk nog niet rijp voor is. “De” Nederlander bestaat volgens haar niet. En dat begrijpt het gewone volk natuurlijk niet. Hoezo? We zijn toch Nederlanders? We zijn toch “iemand”? Dat is toch echt iets? En niet alleen maar een keuze van het moment, een tijdelijke jas die je na een tijdje afdoet en weghangt?

Het volk is nog niet zover. Net als de arbeiders, de boeren, de vaders en de moeders. Ze zitten nog vast. Aan rolpatronen. Aan de sleur van zekerheid van baan en inkomen. Aan een vaste partner. Aan een kind of een stuk grond. Het volk is nog niet cool. Het volk is nog volk. Maxima had dat moeten beseffen. De elite is onthecht – en vat dat in tegenstelling tot vroeger nauwelijks nog zwaar op – en weet dat ook van zichzelf. De elite heeft ook nog een ideaal (daarvoor is ze elite): het volk maken zoals zichzelf. Maar dat is vrij lastig te verwezenlijken in een democratie; een systeem waarin niet op een fatsoenlijke wijze direct dwang is uit te oefenen. Maar waar dwang moeilijk ligt, is er altijd nog het opium. Het opium van en voor het volk: sprookjes, waandenkbeelden en afleidingsmanoeuvres.

In tegenstelling tot wat veel (culturele) marxisten denken, is de opium voor het volk niet de godsdienst, maar bestaat ze vooral uit negentiende-eeuwse verhalen. Met de vaste ingrediënten "vrijheid", "vooruitgang" en "democratie" schotelt ze het volk voor wat ze wil horen. De VOC moet ons trots maken (op de veelverdieners die op de Bahama's wonen). De tachtigjarige oorlog moet ons een strijdbaar gevoel geven. Het Oranjehuis moet ons samenbinden. De vlag moet ons met trots vervullen. Het volkslied moet harten sneller doen kloppen. De negentiende-eeuwers hebben er iets moois van gemaakt. Robert Fruin verzon het concept "Tachtigjarige Oorlog". "God, Nederland en Oranje" werd bij Da Costa weggekaapt. "Neerlands bloed" werd in een mooi (volks)lied gegoten. En de koning(in) was een vader (moeder) van het volk. De notabelen, de ambtenaren, de schoolmeesters - allen kregen ze aanzien, en alles en allen maakten het volk tam, mak en deemoedig. Nederland werd een keurig aangeharkt, deugdzaam museum. Een museumnatie om trots op te zijn. Van weerbaar, recalcitrant volk dat gezag liet gelden zonder politie of justitie, werden we een onderdanige natie. Terwijl ons krijgsliedjes "tegen de Spanjool en de Fransoos" werden geleerd, nam de elite ons de wapens af en het recht om ze te dragen. Waar het calvinisme voorheen stond voor strijdbaarheid, het rauwe volk vertegenwoordigde en met de samenleving verklonken was, maakte de mooi opgepoetste "nationale kerk" daar een einde aan; vanaf 1816 had de gelovige niets meer te vertellen in de kerk die domein werd van nieuwlichters, deugdengrossiers, ambtenaren en maakbaarheidsburgers. Het mooiste sprookje wil ik u niet onthouden: dat van het koningshuis. Het Oranjehuis was sinds Willem de Zwijger de hoeder geweest van rechtzinnigheid en beschermer van het gewone volk tegen de willekeur van de regenten die slechts dachten in termen van geld, humanisme en verdraagzaamheid. (Beide laatste zaken zijn immers ook goed voor de handel.) In 1815 werd dat anders. Toen sloot het Oranjehuis een verbond met de regenten, waarvan er tallozen gecollaboreerd hadden met de Franse bezetters. Het volk werd onderdanig gemaakt. Oude rechten moesten sneuvelen. De oude "Unie" werd achteloos en wederrechtelijk terzijde gesteld. Veel regenten werden zelfs in de adelstand verheven.

En pikte het volk dit? Natuurlijk deed ze dat. Waar voorheen Oranjehuis en Kerk het voor het volk opnamen, leek dat nu ook het geval te zijn. De Kerk was weliswaar buiten spel gezet, en de stadhouder heette voortaan "koning", maar verder was toch alles hetzelfde? Natuurlijk was het proces van ontmanteling van oude rechten en privilegieën al eerder begonnen. Maar de negentiende eeuw keerde het zaakje definitief om. Het volk vertrouwde Oranje en Kerk. Het verraad van beide instellingen (althans van de elite van de laatste instelling) ging aan het volk voorbij. Met mooie verhalen, mooie liederen, mooie vlaggen en mooie, historische jeugd- en jongensboeken werd alles uit de kast gehaald om "de nationale identiteit" te vieren. Een gezond volk heeft niets met een nationale identiteit. Gezond volk werkt, trouwt en viert feest. Gezond volk handhaaft de orde in het dorp en de eigen familie. Een gezond mens is iemand omdat hij ergens een zoon of een dochter van is. Gezond nationalisme denkt niet in termen van de natiestaat, maar in termen van dorp, streek, familie en gezin. Nederland werd steeds fatsoenlijker, saaier. Het geloof steeds zuiverder. De vervreemding tussen elite en onderlaag, tussen kerk en volk steeds groter en scherper. Mooie geestelijke liedjes, mooie nationale liedjes over "Batavieren" en "Geuzen" doen veel, maar niet alles voor de onteigenden, de landlozen, de weggeconcurreerden door grootschalige industrie. Geloof, deugd, moraal en fatsoen werd steeds meer een zaak van de buitenkant. En niet van de binnenkant. Instincten moesten de kop worden ingedrukt. Liefde moest vooral zoetgevooisd zijn. Straten moesten proper zijn. Waar in 1850 zelfs in Noord-Holland nog door het volk onderling de orde werd gehandhaafd, zonder tussenkomst van politie en justitie, was dit honderd jaar later verleden tijd. De veldwachter, oom agent, bromsnor en smeris hadden het overgenomen. Als representanten van de liberale nachtwakersstaat.

In plaats van het leger te leiden op het slagveld, reed de vorst in een gouden koets rond. In plaats van dronken Vaderlandse Liederen te zingen tijdens volksfeesten, zongen de schoolkinderen braaf hun Valerius-klanken op aubades en herdenkingsfestijnen. Gildes verdwenen. Ambachten. Gemeenschappelijke weidegronden. Ondernemers kwamen ervoor in de plaats. Tot ook zij werden vervangen door multinationals - een proces waar we nu midden in zitten, en waarin ook het sprookje "ondernemerschap" ten einde loopt. De negentiende-eeuwse natiestaat heeft met haar "natie", nationale wetten, nationale liederen, etc. etc. het volk losgemaakt van haar werkelijke "identiteit". Door mooie verhalen op te hangen, vergat het volk het gewoonterecht, de traditie en het streekgebonden karakter van mores en deugdzaamheid. En dit identiteitssprookje heeft haar werk gedaan. Het heeft bijna alles weggevaagd wat het volk nog bond aan het bestaan, aan traditie, aan God, aan instincten, gewoontes, etc. "De" Nederlander bestaat (bijna) niet meer. Evenmin als "de" Europeaan en "de" man of vrouw.

Maar laat Maxima het niet wagen dit hardop te stellen. Nog steeds is het volk niet los van haar bindingen. Nog steeds moet ze geloven dat er een "identiteit" is, in de vorm van gelijkheid, tolerantie, democratie, homohuwelijk en scheiding van kerk en staat. Want nog steeds zijn moeders er voor hun kinderen, vaders er voor hun gezinnen. Ondernemers (sommige) er voor hun werknemers, burgemeesters er voor hun dorpsgenoten. En zolang het volk niet "cool" is, moet de nationale identiteit van de daken af worden verkondigd. Maar de elite is reeds “cool”. Als je de elite opensnijdt, vindt je niets. Snij een minister open en je vindt geen verantwoordelijkheid. Snij een volksvertegenwoordiger open en je vindt geen roepingsbesef. Snij een koningin open en de identiteit is onvindbaar. Snij een moeder open en er is geen moederinstinct. Snij een willekeurige Europeaan open en tussen de pezen, het bloed en de vlezige massa is allesbehalve religie of een ziel te vinden. Ziehier de logica in een notendop van onze nieuwe elite.

Powerfeministe Heleen Mees bevestigde dit onlangs, toen ze schreef: "En het moederinstinct? Snij een vrouw open en je zult het niet vinden. Het is niet aangeboren." Met deze opmerkelijke uitspraak in een column in het dagblad Trouw gaf ze aan een echte vertegenwoordiger te zijn van onze moderne cultuur [1]. En gaf ze aan dat we worden geleid door barbaren van het ergste soort. Niet de barbaren uit de geschiedenis die altijd mee leken te vallen, maar de moderne variant. Die mee schijnen te vallen tot je ze door hebt. Totdat ze hun mond open doen. Totdat blijkt dat hun keel een open graf is. En ze dus niet meevallen, maar ons mee blijken te sleuren in hun diepe val. Heleen Mees is niet de eerste de beste. Mevrouw Mees is een vooraanstaand feministe. Ze is adviseuse in EU-zaken, columniste in de NRC Handelsblad, PvdA politica en is bovendien campagnemedewerkster van Hillary Clinton. In Nederland is ze verder actief via de lobbyorganisatie Women on Top, een feministische actieclub voor naschoolse kinderopvang, bestrijding van mannenbolwerken en elke vorm van rolpatroon dat zweemt naar traditionaliteit. Volgens deze Heleen Mees "is het Nederlandse anderhalfverdienersmodel een verraderlijk mengsel van traditionele rolpatronen, aangelengd met een vleugje feminisme." [2] De boodschap van Mees is helder: "Stop met huishouden. Women on Top! Weg met het deeltijdfeminisme!" En ook: "Stop met borstvoeding!" Want borstvoeding creëert volgens Mees een band tussen moeder en kind die volgens haar de carrière van de vrouw en de volledige arbeidsparticipatie van de moeder in de weg staan. Om vaders (of buitenstaanders) in te schakelen, dient daarom borstvoeding vermeden te worden [3].

Met andere woorden: de relatie tussen moeder en kind is een sociaal construct. En als je een mens opensnijdt vindt je geen sociale constructen. Desnoods moet de staat ingrijpen, als de bindingen maar verdwijnen en niet "kunstmatig" in stand worden gehouden. Dit "kunstmatige" van moederinstinct is natuurlijk discutabel. Tal van bronnen tonen aan dat "moederinstinct", "bloedband" en dergelijke biologisch is bepaald [4]. Maar dat geldt niet. De biologie is goed om godsdienst te ontkrachten, maar daarna moet de ideologie de biologie ontkrachten. Natuurlijk is leven, en is cultuur meer dan biologie. Zoals Beatrijs Ritsema terecht stelt in HP De Tijd (12 oktober 2007). Maar cultuur en biologie zijn geen vreemden voor elkaar, maar aan elkaar verwant. Niet als deterministische oorsprong, of als "tegenwicht", maar als verwante aanvulling. Cultuur en moraal beginnen in het lichaam. Wie een mens opensnijdt, vindt alles terug dat van waarde is. Maar je moet er wel oog voor hebben.

Wie niet gelooft in moraal, in bezieling, in geestelijke waarden, ziet dit niet. Die ziet zelfs geen lichaam dat streeft in harmonie te leven met omgeving, afkomst, moraal en cultuur, maar ziet slechts een maakbaarheidsproject. Iets soortgelijks wanstaltigs, als van Heleen Mees, liet Trouw-redactrice Elma Drayer zien. In haar column "Het onheil schuilt niet in hitsige beelden" zei ze: "Seks is even banaal als eten, drinken, slapen. De buurvrouw, uw puberdochter, de zwerver, de koningin, de minister van emancipatie - allemaal eten, drinken, slapen ze. En allemaal zijn ze in staat tot seksuele handelingen." In een relativerend vervolg veegt ze voor haar doen de vloer aan met het moralisme van het huidige kabinet inzake de verseksualisering van de samenleving, die dus volgens Drayer wel meevalt. Nu is de wartaal van een Elma Drayer makkelijk te ontzenuwen. Is seks even benaal als voedsel? Laat Elma haar kinderen seks hebben met vreemde meneren voor een snoepje? Veeleer is tetekend de onverschilligheid van Drayer ten aanzien van voedsel, drinken, slapen - en seks. Het door elkaar halen van basaal en banaal is tekenend voor onze cultuur. Basale dingen vormen de ondergrond van vele andere "gecultiveerde" zaken. Banale dingen niet.

Al het basale vormt tezamen wie we zijn - modern gezegd: onze identiteit. Dus niet de vlag, maar het huwelijk. Niet het volkslied, maar het feestlied in de kroeg. Niet de geschiedenislessen, maar de volksverhalen. Niet het fatsoen, maar het moederinstinct. Maar Elma Drayer en Heleen Mees geloven dit niet, en zij hebben vele navolgers. Waaronder Maxima (en haar adviseurs). En natuurlijk is het waar: als je een volk opensnijdt, vindt je geen identiteit. Instinct is niet te zien. Dus bestaat het niet. En als het bestaat, dan is het banaal. Ik zou zeggen: mevrouwen, elite, grachtengordelvolk - weet u wat banaal is? Identiteit is banaal. Nationale, mondiale of individuele identiteit; het maakt niet uit. Een identiteit is een sprookje om de massa voor de gek te houden en ondertussen stiekem te vernietigen. Een moderne vrouw maakt haar identiteit om haar echte "vrouw-zijn" achter zich te laten. En evenzo de man. En het volk. Maar om het banale te ontvluchten, moet je geloven in het lichamelijke. En om in het lichamelijke te geloven, moet je geloven in het geestelijke, de ziel, het metafysische.

En dat kunnen - en willen - meneren en mevrouwen van onze elite niet. Ook niet een verontwaardigde Leon de Winter die mooi spreekt over historische gebeurtenissen die onderdeel uitmaken van ons collectief bewustzijn, de "optelsom van al onze ervaringen, onze geschiedenis, onze gevoeligheden en wensen en obsessies en angsten – de Nederlandse cultuur" [6]. Er bestaat namelijk geen collectief bewustzijn, want dat is deze "optelsom". Want er bestaat geen collectief (en er bestaat geen som om ervaringen op te tellen). En als het zou bestaan, dat zou het volk niet bestaan, en zou het Nederlandse volk niet bestaan. Want een volk is immers een gemeenschap, en geen collectief (optelsom)? Maar Leon probeert tenminste nog iets. En dat is prijzenswaardig. Net zo prijzenswaardig als op Prinsjesdag met een vlaggetje zwaaien. Of voor een interland-voetbalwedstrijd het Wilhelmus aanheffen. Beter iets dan niets. Maar het helpt niet. Er komt geen identiteit in mee. Het sentiment droogt op. En het volk ligt er opengesneden en leeg bij. Want de barbaren heersen over ons. Snij deze barbaren weg uit onze samenleving en je vindt alles terug: God, bezieling, instinct, roeping en wijsheid. En iets wat op "identiteit" lijkt, maar veel en veel beter is. Maar wie durft het aan?

Noten

[1] Vrouwen, gebruik jullie talenten, door Heleen Mees, in Trouw d.d. 1 oktober 2007-10-09

[2] Helleen Mees: vrouwen, waar zijn jullie nou? in intermediair d.d. 11 april 2007

[3] Stop met borstvoeding door Heleen Mees in de NRC Handelsblad d.d. 7 november 2006

[4] Het onheil schuilt niet in hitsige beelden door Elma Drayer in Trouw d.d. 4 oktober 2007

[5] Uniseks hersenen bestaan niet, interview met Louann Brizendine in De Pers d.d. 8 oktober 2007

[6] Oh, is Maxima verkeerd geciteerd? Lees even mee door Leon De Winter op Elsevier.nl d.d. 12 oktober

Lees verder...

dinsdag 9 oktober 2007

ONZE LIBERALE FASCISTEN IN NEDERLAND

Christenen zijn hele erge mensen. Vergelijkbaar met mensen die je bij de eerste aanblik afknalt. Diverse liberalen van de Nederlandse Volkspartij voor Vrijheid en Democratie vinden christenen van de ChristenUnie een soort taliban. Terwijl men ijvert voor een missie waarin Nederlandse militairen met steun van de VVD taliban in Afghanistan afknallen, zijn de ChristenUnie mensen volgens diezelfde VVD ook een soort taliban. Zou het ervan komen? Dat onze militairen die terugkeren uit Uruzgan een vervolgmissie opgedragen krijgen: het opjagen en elimineren van christenen die voor de zondagsrust zijn? Men – de liberalen in naam – zullen het wel niet zo bedoelen. Men bedoelt immers nooit iets; men uit zich alleen maar. Zoals de kogel uit de loop van een geweer. De loop is gericht op christenen, de ChristenUnie in het bijzonder. Nu heb ik weinig op met deze partij, maar nog vele malen minder met een VVD.

En wel hierom. De partijleider en Tweede kamer fractievoorzitter van de VVD [1] en het nogal rechtse kamerlid Charlie Aptroot [2] van diezelfde VVD noemden allebei, in een tijdsbestek van enkele dagen, de ChristenUnie “de taliban”. Aanleiding was het voorstel van het kabinet om de regels voor de zondagsopenstelling van winkels strikter toe te passen. De huidige regeling is dat winkels twaalf zondagen per jaar open mogen zijn, mits het gemeentebestuur daarin bewilligt. Een uitzondering wordt gemaakt voor oorden met een toeristisch karakter. In dit soort plaatsen mogen winkels alle zondagen in het jaar open zijn. En daar wordt flink gebruik van gemaakt – misbruik. Zo heeft de gemeente Almere – de minst toeristische gemeente van Nederland – zichzelf tot toeristische trekpleister verklaard. Deze verzameling blokkendozen, Vinexwijken en forenzische slaapsteden, wil de regeling gebruiken om de middenstand te spekken en winkeltoeristen aan te trekken. Een handige redenering: door zichzelf toeristisch te noemen, komen de toeristen vanzelf. En anders zijn het de eigen bewoners die plotsklaps toerist zijn geworden.

Daar is de regeling niet voor bedoeld. Er zijn toentertijd zelfs voor het Paarse kabinet Kok diverse overwegingen geweest om de teugels niet geheel los te laten. En die zijn er nog steeds. Opvallend was dat het voorstel om de zondagswet strikter te handhaven afkomstig was van twee partijen: de SGP en de SP. De christelijke SGP en de socialistische SP delen niet zozeer religieuze doelen, maar veeleer sociale oogmerken. Om kleine middenstanders te beschermen, het sociale leven enigszins in stand te houden zijn er tal van goede redenen om de zondagsrust inzake de winkelopeningstijden op zondag te handhaven. Maar niet volgens de VVD en de liberale claque erom heen van Elsevier (onder meer Gerry van der List) en grachtengordel-links Nederland. Waar bemoeit men zich mee? Men maakt toch immers zelf wel uit of men zondags wel of niet een croissantje koopt? Als het niet zo triest was, was het zelfs grappig te noemen. De ondernemerspartij “VVD” redeneert niet vanuit de ondernemerspositie, maar vanuit de consumentenpositie. De onverzadigbare, grillige en alles eisende consument zou bepalen wat de wetten zijn? Sinds wanneer zijn wetten er niet meer om zwakken te beschermen, maar om sterken zich uit te laten leven ten koste van anderen? De mens die de keuzevrijheid heeft is de leidraad in het liberale beleid. Niet de kleine ondernemer die klem zit tussen dwingende franchiseformules en de grote concurrenten. Ook niet de arbeider of vrachtwagenchauffeur die wordt gedwongen te werken opdat Charlie Aptroot een doos sigaren kan kopen.

Het voze van de liberalen is duidelijk wanneer we de beperkte insteek van hun redenering in ogenschouw nemen. Als de eisende klant op zijn wenken bediend moet worden, waarom dan alleen in zijn winkelend bestaan, en niet in zijn politieke leven? ’s Nachts een fles melk kopen? Waarom dan ook niet ’s nachts Mark Rutte uit zijn bed bellen om hem ter verantwoording te roepen voor de prijs van diezelfde fles melk? Waarom nog een zomerreces in de politiek als ik dat als consument dat niet pikt? Waarom geen 24-uurs basisscholen, zeven dagen in de week? Of ambtenaren die continudienst draaien? Zover denken onze liberalen niet na. Het gaat ze niet om de burger, het gaat ze om de ideologische strijd. Toen de nieuwe zondagopeningsregel werd ingevoerd werd de toenmalige minister van Economische Zaken Hans Wijers ook verweten dat de nieuwe regeling ons economisch niets zou opleveren. Er zouden ondernemers verdwijnen, en vakkenvullers voor in de plaats komen. Het antwoord van de minster was veelzeggend. Ook al zou de verruiming van de winkeltijden op zondag banen kosten, dan nog was hij ervoor. Het was voor hem namelijk een principiële zaak. Mark Rutte zou zeggen: het is voor mij een fundamentalistische erezaak.

Het gaat de liberalen natuurlijk niet om de ondernemers. Daarvan hebben er al heel wat het loodje gelegd. In veel steden staat het totaal aan winkelareaal onder druk terwijl de gemiddelde winkelgrootte toeneemt. Veel kleine, zelfstandige ondernemers stoppen ermee, terwijl grote ketens uitbreiden, franchisers uitkopen. Het gaat de liberalen niet om de ondernemers. En waarschijnlijk ook niet om de burgers. Niet om hun belang, ook niet om hun stem. Toen in Utrecht in 2005 een referendum werd gehouden over de uitbreiding van de winkelzondagen, bleken niet alleen veel ondernemers tegen zo’n uitbreiding te zijn, maar – gezien de uitslag van het referendum – ook veel burgers: zo'n 65 procent. Veelzeggend was eveneens de poging van het gemeentebestuur van deze stad om onder deze uitslag uit te komen. Maar dat er veel burgers zijn die de noodzaak (dat is wat anders dan algemene wens) niet inzien van winkelen op zondag is niet vreemd. Ga maar eens na. Veel inwoners van binnensteden hebben helemaal geen behoefte aan constante hyperdrukte voor hun deur. Veel kinderen willen niet “in naam van vrijheid en democratie” een vader of moeder die ze nooit zien. Denkt u echt dat een vrachtwagenchauffeur tijd heeft zijn moeder in Appelscha te bezoeken tijdens een ritje van Zoetermeer naar Den Helder?

De kletsverhalen van “veel en hard werken is goed voor je; een vaste vrije dag is achterhaald”, van liberalen en neocons en dergelijke, zijn bullshit. Alleen rijke, vrije mensen die werk en privé kunnen integreren, kunnen zo denken. Mensen zonder echte verplichten en zorgen. Ambtenaren, academici, yuppen en zorgeloze studenten kunnen een soortelijk zwamgedrag vertonen. Maar zij behoren niet tot de echte wereld. Deze mensen leven nog in de middeleeuwen toen de bedstee twee passen verwijderd was van de werkplaats. Toen de boer nog bij de koeien sliep, opoe inwoonde en mensen vrij waren een kerk binnen te stappen voor een vroegmis of iets dergelijke. Winkels wel of niet open op zondag is voor liberalen een ideologische strijd. Alles moet wijken. Wie anders denkt, is een soort neonazi: een taliban die kan worden afgeknald. Een onmens dus. En ook dat is erg triest (anders was ook dit grappig geweest). Voor de liberalen staan de taliban voor het ultieme kwaad en zijn de christenen een afspiegeling van het moderne nazisme. Maar is zondagsrust wel een kenmerk van strenge islamieten? Of vrijdagsrust? Ik dacht dat zondagsrust een typisch joods verschijnsel was. Christenen die hangen aan de zondagsrust doen dit met een beroep op de sabbatsrust van de joden. De liberalen zeggen dus “taliban”, maar ze bedoelen: “verderfelijke joden”. Dit laatste kunnen ze natuurlijk niet uitspreken, maar ze bedoelen het wel. Is het louter onwetendheid dat men taliban met joden verwisselt? Ik denk van niet. De kwaadaardigheid onder verlichtingsfundamentalisten is namelijk structureel aan het worden.

De socioloog prof. J.A.A. van Doorn wees onlangs in een interview met Elsevier op de waanzinnige logica van Wilders [3]. Naar aanleiding van het Steuncomité van ex-moslims van Ehsan Jami, zei Van Doorn: "Keer het om. Laat een comité van islamieten zich bezighouden met afvallige joden, en het land is te klein." Een ander voorbeeld van de waanzinnige logica van Wilders kwam aan het licht tijdens de presentatie van de studie Schurende relaties tussen recht en religie [4]. Deze studie van het Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid van de Rijksuniversiteit Groningen, gedaan in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, bevatte pleidooien om kerk en moskee gelijk te stellen. In dit onderzoek doet men de opmerkelijke uitspraak dat Wilders lof verdient omdat hij kerken onder een verbodsartikel wil laten vallen. Gedoeld wordt op het voorstel van Joost Eerdmans en Geert Wilders, in 2004, om kerkgenootschappen niet meer als uitzonderingsgeval onder de zogenaamde “verbodenverklaring” te laten vallen die bepaalt dat als er een gevaar dreigt voor de openbare orde een organisatie kan worden verboden. Waar Wilders niet de kerk, maar de moskee op het oog had, pleiten de onderzoekers voor een alsnog doorvoeren van dit voorstel, maar dan met inbegrip van kerken. Dus wat gebeden en gepreekt wordt in kerkdiensten moet volgens de onderzoekers door de rechter kunnen worden getoetst met als uiterste consequentie het verbod van een kerk of kerkgenootschap. Omdat er imams zijn die vreemde dingen roepen, moet het mogelijk worden gemaakt om christelijke (of joodse) kerken te verbieden en te vervolgen.

De waanzinnige logica waar Van Doorn bevreesd voor is, is dus gemeengoed aan het worden. Drie verdere voorbeelden wil ik u niet onthouden. Ten eerste is er de veel geprezen Arabist Hans Jansen die in een interview met Elsevier een maand eerder pleitte voor een "Franse Revolutie" in de islamitische wereld, waarbij "de elite geëlimineerd" diende te worden [5]. Uiteraard niet door zijn hand, maar toch. Bij een Franse Revolutie hoort een eliminatie. Jansen noemt als object van eliminatie “de elite”. Maar hoe groot is die elite? Tien, twintig procent? Of tachtig? Want wat als een groot deel van het volk eenzelfde mening is toegedaan als de elite? En dus zelf tot die elite behoort? De islamitische wereld kent immers geen kaste van koningshuis, adel, clerus en patriciaat? Hans Jansen sprak het niet uit, maar liet het in de lucht hangen: om verder te komen op het pad van democratie en vooruitgang is het nodig (en niet: “kan het nodig zijn”) dat er koppen rollen. Hoeveel is niet van tevoren te zeggen.

Het tweede voorbeeld betreft de voorzitter van de Vlaamse Humanistische Verbond: Rik Pinxten. Deze hoogleraar religieuze antropologie aan de universiteit van Gent deed vorig jaar, in het dagblad Trouw, een opmerkelijke uitspraak: "óf we proberen de "zeloten" mee te nemen in de idealen van de Verlichting óf we laten hen vertrekken zodat ze hun ideaal elders kunnen proberen te verwezenlijken" [6]. Er is niets op tegen dat zij (gemeenschappen als "Staphorst", EvG) een "reservaatleven" leiden, maar het kan niet zo zijn dat de grotere groep zijn goed functionerende verbanden moet opgeven om de groepjes "aan boord te houden"." Volgens Pinxten is de "waarheid voorlopig en komt altijd via overleg tot stand." Wie dat overleg niet wil, moet volgens Pinxten dus kiezen: alsnog het verlichtingsideaal onderschrijven, een ’reservaat’ in, of vertrekken. Verbazingwekkend in dit geval was vooral de nonreactie in de media op wat de humanistische hoogleraar durfde te zeggen in een Nederlandse kwaliteitskrant. Men kijkt er niet meer van op, zo lijkt het wel.

Het derde voorbeeld – het meest waanzinnige – komt van de ex-Iraanse ex-communist Afshin Ellian, boegbeeld van nihilistisch conservatief Nederland, hoogleraar in Amsterdam en columnist bij de Elsevier en de NRC Handelsblad. Ellian is een discipel van de Verlichting en een groot humanist. In een column op Elsevier.nl ontsteekt onze Iraanse ayatollah in poëtische razernij, en dit alles naar aanleiding van de plannen van minister Ronald Plasterk om op te treden tegen de verseksualisering van onze maatschappij waarin vrouwen steeds meer als een lustobject worden gezien [7]. De reactie van Ellian was bizar: "Weet u nog dat het einde van de wereld gepaard gaat met natuurrampen zoals bloed in de rivieren, een uitgedoofde zon, een op de aarde gevallen maan, en de verdwijning van de Noordpool? De andere ramp is de vrouw, de vriendin van duivel. Met hun borsten, billen en ogen betoveren ze alle godvrezende mannen. Ze zijn lustobjecten bij uitstek, en zijn er nog trots op ook. Ze hebben de oermens verleid. Elke dag zoeken die duivelinnen naar middelen om hun uiterlijk nog verleidelijker te maken. Ze hebben God, Allah en alle andere leden van de hemelse maffia bedonderd. (...) Elk rechtsgeaarde christen en moslim moet achter Ronald Plasterk, onze hemelse ridder, gaan staan. (...) Vergis u niet, we zijn nog steeds in Nederland en niet in Iran." Om te besluiten met: "Het oprukkende internationale fundamentalisme is de grootste ramp aller tijden."

U leest het goed. De radicale atheïst Ronald Plasterk wil optreden tegen groepsverkrachtingen en het verkopen door minderjarige meisjes van hun lichaam tegen betaling van een Breezer, en de reactie van Ellian is een tirade tegen het christendom. Plasterk spreekt en Ellian valt niet zozeer Plasterk aan, maar de ChristenUnie binnen het kabinet waar Plasterk onderdeel van uitmaakt. Deze partij wordt gebombardeerd tot "het kloppende hart van het christendom". Door gal te spuwen op "oudtestamentische waarschuwingen" komt Ellian via de vergelijking met Iran bij de strijd tegen de islam uit. Het is alles één pot nat: islam, jodendom en christendom: "het oprukkende internationale fundamentalisme" als "grootste ramp aller tijden". Al eerder koppelde Ellian de ChristenUnie aan jihad, Saoedi-Arabië en het fundamentalisme: "Terwijl de Saoedische samenleving zeer voorzichtig, stapsgewijs, via niet-levende vrouwen, de vrouwelijkheid tracht te ontsluieren, proberen de christelijke fundamentalisten onze steden te versluieren." [8] En in nog een andere column had Ellian al duidelijk gemaakt wat volgens hem met deze “ramp” dient te gebeuren: "Het salafisme hier en in Saoedi-Arabië moet met wortel en tak worden uitgeroeid. Dat is ook wat onze soldaten doen in Afghanistan." [9]

Zou Mark Rutte deze woorden gelezen hebben? Je zou het haast denken. Elsevier is een van de weinige bastions waar het VVD-geluid de boventoon voert, al is het vaak in kritische zin (of op een “andere wijze” onkritisch, zo u wilt). De woorden zijn anders gekozen, de toon en de inhoud ervan is identiek: laag bij de gronds en kwaadaardig. Was het niet de Engelse politieke filosoof Harold Laski die ooit zei dat fascisme de natuurlijke reflex is van een liberalisme dat in het nauw wordt gedreven? Of Laski gelijk heeft of niet; tal van liberalen, humanisten en verlichtingsfundamentalisten doen niets anders dan hun best om Laski alsnog gelijk te geven. Over de ruggen van anderen. Door de steeds repeterende boodschap van "onze liberalen in Nederland" raken de mensen eraan gewend om religie in verband te zien met eliminatie, deportatie, vervolging. Niet als bron die deze zaken zou voortbrengen, maar als ultiem kwaad dat slechts verholpen kan worden met middelen als eiliminatie, deportatie, vervolging en opsluiting. Door steeds maar te herhalen, door koppelingen te leggen tussen christendom en terrorisme, tussen "het oudtestamentische" (lees: jodendom) en het kwaad in optima forma, wordt de massa bereidwillig gemaakt om alle, maar dan ook werkelijk alle middelen in zetten tegen de christelijke religie, en de joodse, in navolging van de islamitische. Waar Wilders steeds maar schreeuwt dat islam en nazisme aan elkaar gelieerd zijn, dat Mohammed een Hitler is, en dat de Koran een Mein Kampf is, koppen anderen diezelfde bal in het liberale, antireligieuze en fundamentalistische doel: Ellian als koploper. Men is slim genoeg om (nog steeds) niet uit te spreken wat men denkt, maar de suggestie ligt er en doet haar werk. Geweld mag - nee moet worden ingezet tegen het kwaad dat ook onder ons midden is. In de vorm van dominees, rabbijnen, ChristenUnie-politici en - voordat we het zouden vergeten - imams. Als "onze soldaten in Afghanistan" klaar zijn met hun klus, kunnen ze hier verder gaan. Rutte, Ellian cum suis hebben het draaiboek al klaar liggen.

Noten

[1] Rutte vergelijkt CU met taliban in Reformatorisch Dagblad d.d. 8 oktober 2007

[2] Regering is taliban in de polder in het Algemeen Dagblad d.d. 3 oktober 2007

[3] Interview met prof. J.A.A. van Doorn, Democratie is niet: de macht van het volk in Elsevier d.d. 5 oktober 2007

[4] Bij terreurdreiging mag je moskee of kerk sluiten in Trouw d.d. 5 oktober 2007

[5] Interview met prof. Hans Jansen, De islam heeft een Franse Revolutie nodig in Elsevier d.d. 1 september 2007

[6] Humanist wil fundi s het land uit in Trouw d.d. 24 november 2006

[7] Hoedt u voor duivelinnen met borsten en billen! door Afshin Ellian op Elsevier.nl d.d. 1 oktober 2007

[8] Weg met Unie Christen-fundamentalisten door Afshin Ellian op Elsevier.nl d.d. 6 april 2007

[9] Salafisme moet met wortel en tak uitgeroeid door Afshin Ellian op Elsevier.nl d.d. 21 juni 2007

Lees verder...

woensdag 3 oktober 2007

HOME IS WHERE ANYTHING GOES AND MY CASH FLOWS

De komst van Hirsi Ali naar Nederland maakt meteen duidelijk wat de Nederlandse identiteit inhoudt: thuis is waar men het gekste is. Want Hirsi blijft oorlog voeren, en wel op kosten van de burger en ten koste van het bloed van haar beveiligers. En wij maar dokken met onze centen.

Ze is terug. Voor hoelang weten we niet. Maar uw belastingcenten gaan alweer richting één van de - volgens het Amerikaanse weekblad Time - meest invloedrijke mensen van deze wereld: Ayaan Hirsi Ali. En ze wordt nog steeds bedreigd, beledigd en achterna gezeten. Als we haar moeten geloven. En waarom zouden we haar niet geloven; ze spreekt wel niet altijd de waarheid, maar een bedreiging is en blijft een serieuze zaak. De vraag is waarom we ons hier druk om zouden moeten maken. Waarom houden we ons bezig met een antisemitisch boegbeeld dat wordt bedreigd. Enkele decennia geleden werden er ook tal van jodenhaters bedreigd en bestookt. Die klaagden niet (al jatten die toen ook onze centen). Hirsi voert nog steeds oorlog. Met name tegen de islam en tegen alles wat religieus, traditioneel en gematigd is. Nu is de islam volgens haar niet en nooit gematigd. "Er bestaat geen gematigde islam" volgens haar. Daar zit iets in. Iets is gematigd wanneer het inherent begrensd is. Wanneer er obstakels zijn die nooit en te nimmer kunnen mogen worden opgeruimd. Ongeacht wat de macht en het getal ons ingeven.

De islam kent niet veel van zulke "matigende" elementen. Daarin lijkt ze op de moderniteit, waar ook geen gematigde variant van bestaat. Moderniteit gaat altijd door. Wil nooit terugkeren op haar schreden en verlangt altijd dat elke stap die er in het kader van haar vooruitgangsdenken voorwaarts wordt gedaan door iedereen als onveranderlijk en niet terug te draaien wordt aanvaardt. Moderniteit stopt voor niets. Niet voor traditie, niet voor structuren, niet voor verbanden, religies of wat dan ook. Moderniteit kent geen halt, geen terughoudendheid, geen matiging. Net als de verlichting. Die dendert ook altijd maar door. En net als Ayaan Hirsi Ali. Want ook Hirsi Ali kent geen gematigde variant. Net als islam, moderniteit en verlichting gaat ook zij altijd maar door. Tot alles kapot is, inclusief haar eigen lichaam.

Laat haar daarom alstublieft in haar eentje doordenderen. Desnoods op kosten van haar vriendjes. Maar niet uit uw en mijn portemonnee. Ik las in de krant dat een persoonlijke beveiliger zo tussen de 110 en 140 Euro per uur kost. Dat klinkt veel. Wat niet werd vermeld, waren de kosten van de risicofactor. Het is duur omdat er een groot risico is. Was er geen risico dan waren er ook geen kosten. Een hoog risico betekent dus dat het beveiligingspersoneel een groot risico loopt te worden verwond of te worden gedood. Kijk, daar heb ik nou problemen mee. Waar betreffende Uruzgan doorlopend de vraag aan de orde is wat voor zin het heeft de levens van onze jongens op het spel te zetten (ondanks het feit dat ze er voor worden betaald), wordt die vraag niet gesteld als het om Ayaan gaat. In haar geval is het duidelijk: het heeft geen zin om iets te investeren in Ayaans veiligheid of wat in dan ook aangaande deze persone. Beveiliging is in haar geval een vrijbrief om te doen wat ze wilt. Ongeacht de consequenties.

Velen in ons land zijn zo gek om haar hierin vrij te laten. Ze is tot boegbeeld, first lady en diva - alles ineen - verklaard om de rol te vervullen van opinieleider en martelaar van het ongeloof. In Amerika zijn niet zo gek. Zelfs ex-presidenten krijgen daar geen levenslange beveiliging. Maar Ayaan is volgens haarzelf - en volgens haar groupies - een verhaal apart. Ayaan troont boven de presidenten van de USA. Ze troont boven de miljard moslims, boven de twee miljard christenen. Haar roeping - vanuit nowhere - staat buiten kijf. De Hogere Macht - die volgens Ayaan niet bestaat - heeft uit schamel Somalische zand een vrouw geformeerd om een belangrijke missie te vervullen: beledigen, mensenlevens op het spel zetten en burgers op kosten jagen.

Waar aan deze voorwaarden wordt voldaan, is haar vaderland. Of dit nu Nederland, Timboektoe, Amerika of Bobbejaanland is; overal waar men maar gek genoeg is deze vrouw serieus te nemen is haar thuis. Ayaans identiteit is die van een spaarvarken waar je geld in kunt gooien. En bij elke klinkende munt wordt je getracteerd op een salvo beledigingen en verwensingen. Wij in Nederland zijn zo gek om daar ruimte aan te geven. Behalve een gekke Maxima moeten we ook een gekke Ayaan huisvesten en bekostigen. Laten we hopen dat Ayaans verblijf van korte duur mag zijn. We hebben aan Maxima onze handen al meer dan vol.

Lees verder...