woensdag 26 augustus 2009

Liberaal onderwijs

De VVD vindt dat kinderen zo snel mogelijk hun eigen leven moeten kunnen vormen, ook kinderen van 13 jaar. Zoals de 13-jarige Laura Dekker uit Wijk bij Duurstede die in haar eentje de wereld rond wil zeilen. VVD-Kamerlid Hamming noemt Laura Dekker "een uniek kind" en een "ondernemende meid". Nu is elk kind uniek, maar dat zal het Kamerlid wel niet bedoelen. Nee, Laura is uniek omdat ze ondernemend is en met "haar kop een stuk boven het maaiveld uitsteekt". Daar is iets voor te zeggen. De dwang van de middelmaat is verschrikkelijk. En de overheid is inderdaad "verstikkend", zoals Hamming het zegt.

Maar kort voordat het Kamerlid van de VVD haar uitlatingen deed was er nog ander opmerkelijk nieuws in de openbaarheid getreden dat de positie van onze jongeren raakt: volgens een onderzoek van het blad J/M zijn veel ouders ontevreden over het onderwijs dat hun kinderen ontvangen. Met name het middelbaar onderwijs - zeg maar van 13 jaar en ouder - moet het van de ouders ontgelden. De eenvoudige vraag is nu: moeten kinderen zelf hun leven kunnen vormgeven, of moeten ze middels goed en door hun ouders gesteund onderwijs goed worden vormgegeven alvorens ze zelf hun levens vormgeven?

Eerst iets over het onderzoek van J/M. Dit blad is een blad over opvoeding en onderwijs voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar. Samen met onderzoeksbureau Qrius - een bureau dat zich heeft toegelegd op onderwijs- en opvoedingsprojecten - hield J/M "Het Grote J/M Onderwijsonderzoek 2009". Conclusies waren dat "ouders teleurgesteld zijn in school" en dat "hoe langer op school, hoe lager de waardering". Een citaat: "Scholen moeten strenger, ordelijker en gedisciplineerder zijn. Zo ziet 80% graag de strenge, maar rechtvaardige docent terug in de klas. Volgens 61% zou het helpen als leraren zich niet meer bij de voornaam laten noemen en 56% van de ouders pleit voor het herinvoeren van strafregels. Ruim eenderde vindt dat de school van hun eigen kind te soft optreedt tegen pesters en grote monden. Volgens de meeste ouders worden hun kinderen zeker niet overvraagd. Dat de druk om te presteren te groot is, vindt 60% dan ook "onzin". Spellen, rekenen/wiskunde, grammatica, leesvaardigheid, feitenkennis: daar moeten scholen nu écht (veel) meer aan doen. Al was het maar omdat ouders hun kinderen zelf vaak niet kunnen helpen met bijvoorbeeld het huidige realistische rekenonderwijs; een meerderheid weet namelijk niet eens of hun school met deze methode werkt en als ze het wel weten, hebben ze geen idee wat het inhoudt. En leerkrachten zelf doen er goed aan de Nederlandse spelling nog eens goed te bestuderen, want tweederde van de ouders heeft de docent weleens op een spelfout betrapt."

J/M houdt jaarlijks een dergelijk onderzoek. Al eerder bleek dat veel ouders een strengere school willen, maar ook dat de kloof tussen bewust kinderlozen en ouders met kinderen groeit. Met andere woorden: de politieke consensus die bepaalt wat goed is voor kinderen valt niet samen met de consensus onder ouders; niet-direct belanghebbenden en relatieve buitenstaanders bepalen een groot deel van het beleid ten aanzien van kinderen en jongeren. Dat is niet nieuw. Een duidelijk voorbeeld van deze discrepantie is dat de meeste ouders hun kinderen nog wel eens een corrigerende tik geven terwijl politici en beleidsmakers deze tik als een crimineel feit hebben vastgelegd in ons strafrecht. Met andere woorden: ouders zijn overtreders en de overheid weet het beter.

Er is niet alleen afstand tussen hen die het onderwijs bepalen en hen die er gebruik van maken. Er is ook afstand tussen wat thuis normaal is en op school gangbaar is. Presley Bergen van Beter Onderwijs Nederland: "Daar komt bij dat de meeste ouders die strikte regeltjes (die veel ouders willen, evg) wel voor andere kinderen willen, maar niet voor hun eigen kind. Het zijn dezelfde ouders die op hoge poten verhaal op school gaan halen als hun kind onheus bejegend is." Ouders zouden zich dus af moeten vragen of er geen verband is tussen losgelaten, jengelende en terroriserende eigen kinderen in bijvoorbeeld de supermarkt en soortgelijk gedrag op school. Blijkbaar zien veel ouders dat niet en beschouwen ze de school als een professionele, machinale instelling die bij hun kinderen 'het meeste eruit moet halen', terwijl hun kinderen thuis vrij zijn om te doen wat ze willen. Het serieuze leven vindt op school plaats; thuis is de plek voor de bijzaken.

Er is nog een derde element van afstand. Veel ouders snappen de huidige methodes niet, bijvoorbeeld het 'realistische rekenonderwijs'. En dat vinden ze vervelend, want ze kunnen zo hun kinderen niet helpen. De 'realiteit' van het onderwijs sluit als het ware de realiteit van thuis uit. Iets soortgelijks is er aan de hand als het om sociaal-emotionele vorming gaat. Terwijl men er - voor de vorm - nog vanuit gaat dat ouders ook nog een deel van de opvoeding ter hand nemen, is men op school bezig om kinderen op een therapeutische wijze dieper te kneden. Kinderen moeten worden aangepast aan de maatschappelijke eisen die deskundigen en beleidsmakers stellen, maar dit houdt niet in dat kinderen aangepast worden aan de behoeften en eisen van de ouders. Anders gezegd: ouders willen een minder democratische onderwijssituaite voor hun kinderen; de overheid pro-reageert al jaren door van hun kinderen democratische persoonlijkheden te maken waarvan de richting zich niets aantrekt van de eisen en verlangens van de ouders.

Onderwijs in Nederland is per definitie onderwijs op afstand: afstand tussen politiek en ouders, afstand tussen de normen op school en die thuis, afstand tussen de realiteit van denken, spreken en opvoeden thuis en die op school. Het meest funeste hievan is dat er afstand wordt gecreëerd tussen kinderen en hun ouders. En dat is overheidsbeleid, pedagogisch beleid en schoolbeleid.

Maar goed: nu is er een Kamerlid van de VVD opgestaan, mevrouw Hamming, die vindt dat de overheden met hun vingers van de kinderen af moeten blijven. Als een 13-jarig meisje wil zeilen moet ze gewoon lesboeken mee kunnen nemen om deze zelf te bestuderen. En ouders kunnen dat volgens mevr. Hamming het beste inschatten. Tja. Haar insteek is niet die van de ouders, maar die van de autonomie van het kind. Ik dacht dat volgens liberalen kinderen onbeschreven bladen - tabula rasa's - waren; nu blijken dergelijke tabula rasa's boven het maaiveld uit te kunnen steken. En ouders dergelijke ondernemingen het beste kunnen inschatten, ook wat betreft de risico's die dat met zich meebrengt, waarom past de VVD-politica dat dan niet toe op andere, meer actuele zaken zoals seksuele staatsopvoeding op school, waar de VVD een groot voorstander van is?

En dan wat betreft haar insteek bij de ouders: waar zijn de liberalen als de belangen van de ouders in het bijzonder onderwijs ter spraken komen? Dan weet opeens de overheid beter dan deze ouders hoe ze hun kinderen op moeten voeden. En kan een 13-jarige Antilliaanse jongen uit Rotterdam zichzelf ook 'vormen'? De VVD produceert weer eens gekwek in de ruimte. Ik zie er van komen dat de VVD gaat pleiten voor strenger onderwijs, maar dat pubers ook weg mogen blijven van school en zichzelf mogen onderwijzen. Het is de liberale inconsistentie in een notendop: volgens de autonomieprincipes is een schoolsysteem op zich al iets verschrikkelijks; volgens haar staatsdenken is de hele samenleving een door de overheid aangestuurde school. Waar de VVD officieel te hoop loopt tegen vormen van unschooling zoals in het Iederwijs-onderwijs, blijkt ze in werkelijkheid geen enkel principieel verweer te hebben. Als vorming ook door pubers zelf kan gebeuren, terwijl hun ouders - pak 'm beet - 3000 kilometer ver weg zijn, is elke notie van 'vorming' een wassen neus.

Een logische liberale stap zou zijn die van de 'verstikkende overheid' naar de 'verantwoordelijke ouders' in plaats van de overheid. Maar dat willen de liberalen niet! Beter is het om kinderen te verprutsen dan om zowel de autonomie van kinderen, individuen als de macht van de staat ter discussie te stellen.

Wat in ieder geval duidelijk is dat dit soort mensen beslissen welk onderwijs onze kinderen wel of niet krijgen. En let wel: een volksvertegenwoordiger die haar schouders ophaalt bij het idee dat een 13-jarig meisje verdrinkt in de Atlantische Oceaan geeft ook niet om het wel en wee van uw kinderen die gewoon thuis blijven om onderwijs te volgen en schoolmelk te drinken.


Lees verder...

donderdag 20 augustus 2009

RK-Kerk is negatief over traditionele gelovigen

Het volgende artikel is geschreven naar aanelding van een column van Mgr. dr. G. de Korte in het Nederlands Dagblad d.d. 15 augustus 2009 met als titel "Heilzame wacht bij tong en toetsenbord". Zowel de titel als de lead in de krant (i.c. "Bisschop De Korte keerde zich afgelopen zaterdag in deze krant tegen respectloze, kerkelijke discussies op internetfora. De kritiek is daar ,,harteloos'' en komt vooral 'van rechts', van ,,verbitterde en verzuurde mensen''. Een orthodox, rooms-katholieke gelovige voelt zich aangesproken.") zijn voor rekening van het Nederlands Dagblad.

In plaats van zich te storen aan irritante katholieke bloggers kan mgr. De Korte zich beter door hen wakker laten schudden. Zijn kritiek ( Nederlands Dagblad 15 augustus) op de 'toon' van veel querulante bloggers is modieus. De moderne orthodoxie heeft absolute waarheden vervangen door communicatieve vaardigheden. Wie inhoudelijk kritiek levert, zoals orthodoxen doen, kan op dedain rekenen van de bestuurders.

Mgr. De Korte stelt dat het ,,altijd goed is om te beseffen dat blijde ogen dezelfde werkelijkheid anders zien dan droevige ogen''. Hij richt zijn pijlen op de 'verzuurde generatie' die de sfeer in de kerk verpest. Verschillende bloggers in orthodox katholieke kring leggen naar het gevoel van deze bisschop op een onheuse manier de kerkleiding het vuur aan de schenen door ze te bestoken met beschuldigingen over misstanden en tekortkomingen in en van de Rooms-Katholieke Kerk. Hiermee worden volgens De Korte fatsoensregels geschonden. Toch is dat voor de monseigneur niet het belangrijkste verwijt. Hij zegt namelijk: ,,Verbitterde, verzuurde mensen zien alles met sombere ogen en dreigen hoopvolle ontwikkelingen in de kerk over het hoofd te zien.'' Want wie alles alleen maar met sombere ogen beziet, ziet al het wezenlijke over het hoofd, zoals de 'hoopvolle dingen'. Zijn column is te lezen als een oproep om de verzuurde en gesloten houding open te breken.

Te veel hoop

Toch zijn er vraagtekens te plaatsen bij zijn verhaal. Als het ongeoorloofd is om in een complexe situatie van ontkerstening zondebokken aan te wijzen, mag er dan nog wel geanalyseerd worden? Kortom: mag er nog worden nagedacht en geschreven op de wijze die aan de gelovige helderheid wil verschaffen? Athanasius zei nog: ,,De waarheid is helder''. Is er in onze tijd ruimte voor een helderheid die meer is dan ,,hoopvolle ontwikkelingen''? En voor een waarheid die kan leiden tot schuld?

Wie hoopvolle ontwikkelingen wil zien, zal toch allereerst moeten leren wat de realiteit is waarin we leven? En moeten we voordat we blijde ogen hebben, niet eerst ogen bezitten die iets zien? Zoals we ook oren nodig hebben om te horen?

Katholieke gelovigen hebben te lang bij hoop alleen geleefd. Sinds het Tweede Vaticaanse Concilie (Vaticanum II) is er een stortvloed geweest van hoopvolle ontwikkelingen die de gelovige heeft bedolven. Nu een overgebleven rest de balans opmaakt, ziet men dat blijde, hoopvolle ogen nergens meer op slaan. Waar zijn de waarheid, helderheid, gemeenschap en zekerheid gebleven die door de ,,hoopvolle ontwikkelingen'' zijn weggeslagen en waar elke normale gelovige naar verlangt?

Het verwijzen naar ,,hoopvolle ontwikkelingen'' overtuigt niet meer.

Geen waarheden

Al sinds 1962 zijn de gelovigen getuige van een Rooms-Katholieke Kerk die in haar spreken de accenten heeft verlegd van de realiteit naar de hoop. Dit klinkt overal in door. Het leven onder het beslag van eeuwige waarheden is sinds 1962 vervangen door een modern, hoopvol perspectief van een betere wereld, geproduceerd door politici en ontwikkelingswerkers. De gewone gelovige is verzand geraakt in de complexiteit van het leven; een mix van politieke correctheid en spirituele vaagheid die protestanten tevreden stelt, maar katholieken in de kou zet.

Het verwijt aan verzuurde orthodoxen is een eenzijdig verwijt. Ook de kerkleiding is ronduit negatief als het om traditionele rooms-katholieken gaat. Klap op de vuurpijl was de reactie van monseigneur De Korte, begin dit jaar, naar aanleiding van de affaire-Williamson. De Korte noemde de priesterbroederschap van Pius X toen een ,,zeer onsmakelijke groep. Zij hebben allerlei opvattingen die in strijd zijn met Vaticanum II''. Er werd hier een merkwaardig front zichtbaar. Want terwijl de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland voornamelijk wordt bevolkt door gelovigen die opvattingen koesteren die in strijd zijn met al de ooit gehouden concilies, acht de clerus het nodig expliciet het gedachtegoed van traditionalisten af te serveren om daarna in oecumene te gaan met protestanten. Maar die erkennen toch geen Vaticaanse concilies?

Blind

Nu zijn niet alle traditionalisten blij met Pius X. Toch heeft de bejegening van deze 'groep' de toon gezet richting alles wat traditioneel is en grote vraagtekens plaatst bij het succes van de Katholieke Kerk na Vaticanum II.

De Korte verpersoonlijkt een kerk die blind lijkt voor de terechte wens van traditionele katholieken.

Daarom moet hij niet spreken over ,,blijde ogen'', maar dient hij het gesprek aan te gaan met treurenden die na 47 jaar treuren, wellicht zuur en verbitterd zijn geraakt. De ware oecumene is allereerst met de traditionalisten in de Rooms-Katholieke Kerk; pas daarna zijn de protestanten aan de beurt.


Lees verder...

UPDATE: Een journalistieke staart met een katholiek muisje

In het Nederlands Dagblad van 20 augustus stond een artikel van mijn hand over de 'kwestie bisschop Gerard de Korte versus de katholieke bloggers': "Rooms-Katholieke Kerk is negatief over traditionele gelovigen". De waarde journalist van het Nederlands dagblad had aan mijn kleine bijdrage toegevoegd dat ik een "orthodox, rooms-katholieke gelovige " ben. Nu, dat is officieel weliswaar iets te voorbarig, al moet worden gezegd dat het wel op de roll staat een dergelijke overgang mee te maken - Deo Volente. Deze voorbarige journalistieke hap uit mijn bord met rode linzen zij deze man dus vergund.

Ondertussen heeft bisschop Mgr. dr. G. de Korte contact met mij gezocht met het verzoek tot een gesprek. Ik heb daarmee ingestemd.

Verder moge het duidelijk zijn dat het artikel op persoonlijke titel geschreven is, en niet namens bitterlemon.eu - zoals alles op bitterlemon.eu wordt geschreven op persoonlijke titel. Doel van mijn stuk was om een bepaalde impasse te doorbreken. Het is niet overdreven om te stellen dat het katholieke discours in Nederland niet geheel in balans is. Dit geldt overigens ook voor de rest van (christelijk) Nederland. Als ex-neocalvinist heb ik persoonlijk geen problemen met felle polemieken. Ik zie mezelf niet in het gezelschap van grote polemisten als prof. K. Schilder of dr. George Puchinger staan, maar ik kan deze mannen wel waarderen. Het probleem met de pennestrijd van dit moment is echter het ontbreken van het fundamentele discours. Wat is een strijd als een tegenstander steeds onttrekkende en omtrekkende bewegingen maakt? Het is als een voetbalwedstrijd tussen iemand die het zitten op de bank beu is en een wedstrijd begint met een tegenstander die steeds het veld af rent of anderszins van rol wisselt. Dit veronderstelt deze beeldspraak nog dat er een duidelijke overeenstemming is wat betreft de grenzen van het veld, de regels, de vorm van het spel, etc. Zelfs dat is nu niet meer vanzelfsprekend. Het discours ligt in alle facetten uit elkaar.

Polemiek zonder fundamentele katholiciteit is een riskant iets. Waar overeenstemming slechts iets is van een vrije wilsbeslissing van mensen, en niet van onlosmakelijke extra-persoonlijke verbondenheid, wordt polemiek of een vrijblijvend spel (er wordt niet gereageerd) en daarmee de polemische pen bot, of polemiek drijft mensen uit elkaar omdat persoonlijke waarheid, persoonlijk gevoelen en inhoudelijke, fundamentele overeenstemming samenvallen en geen speelruimte overlaten om op harde wijze gecorrigeerd te worden (of zich te laten corrigeren) zonder daadwerkelijk gezichtsverlies - of zelfs gezagsverlies - te leiden voor de moderne Bühne.

Het huidige discours mist een dergelijke ondergrond van onlosmakelijke verbondenheid die vrijblijvendheid, relativeringsdrang en subjectivisme secundair maakt of zelfs terzijde stelt. Het neocalvinisme leert ons dat polemiek zonder katholieke primordialiteit leidt tot verscheurdheid en vervreemding. Wie echter blijft geloven in de primordialiteit - en daarin blijft staan en opereren - kan ondanks welke polemiek dan ook open blijven staan voor wat op hem af komt. Een voorbeeld daarvan is het blijven geloven in de werkelijkheid van het ambt - waaronder dat van bisschop - ongeacht de ruis die het modernisme heeft veroorzaakt in de status. Maar elk ontologisch aangrijpingspunt is waardevol, ongeacht welk verschil van inzicht er leeft.

Ook de traditionalist gelooft dus in de dialoog, maar dan een dialoog vanuit de logos en in en tussen de articulatiepunten die de orde ons aanreikt in Schrift, Traditie en realiteit. Een goede dialoog kan voor de traditionalist leiden tot een sterker besef van de realiteit waarin hij leeft en die hij uit en door de Traditie mag kennen. De filosoof Voegelin duidde een dergelijk diep besef van ultieme realiteit aan met het woord 'realissimum'. Daarin klinkt door de ervaring die secundair mee resoneert met en rond het dogma als plaats waar de werkelijkheid open ligt en samen mag worden ontdekt. Wordt vervolgd.


Lees verder...

woensdag 19 augustus 2009

"I am an IKEA-god!"

"10% of Europeans were conceived on an IKEA bed. The other 90% were conceived on the floor because they couldn’t put the bed together." (Jay Leno)

Hoera voor de moderne mens! De moderne individu is individu. Is autonoom. Kent zijn of haar rechten. Weet wat ie wil. Hoe de vork in de steel steekt. Hoe Abraham de mosterd haalt en waar. Weet waar hij zich kan ontplooien, zich kan ontspannen en uithangen. Weet wanneer het lichtje uitgaat en waar het knopje zit. Zowel dat van zijn IKEA-huis, zijn IKEA-lamp, zijn IKEA-bestaan. Want het leven is IKEA. Het wordt in elkaar gefröbeld aan de hand van gidsjes, oprispinkjes en surftourtjes. Het wordt om de paar jaar groots omgebouwd, doorlopend gefinetuned op de eigen goddelijke wensen (nieuw teelepeltje hier, nieuw washandje daar), om uiteindelijk - en daar gaat het om - dit alles te beleven en te ondergaan met jezelf in het centrum van het bestaan, en uit te roepen: "I am an IKEA-god!".

Het was al jaren bekend, maar toch is het voor Elsevier blijvend nieuws: wereldwijd worden er komend jaar meer IKEA-gidsen worden verkocht dan Bijbels of Harry Potterboeken. Al jarenlang, maar dus ook dit jaar. De IKEA is een icoon van het liberale designdenken. De autonome individu heeft vorm aan zijn eigen leven, legt er beslag uit in een handeling die we 'zelfontplooiing' noemen, en heeft daarbij handboeken - voorbeelden nodig.

Dat is logisch. Want de mens is immers een onbeschreven blad - een tabula rasa - en de vormen die vanuit het onbeschrevene voorkomen zijn vaak weerzinwekkend saai en voorspelbaar. Ja, u leest het goed: voor de liberaal is het onbeschrevene voorspelbaar. Want op de achterkant van elk onbeschreven blad staat namelijk geschreven: "Haat het interieur van je moeder, je grootmoeder." "Haat het duurzame, de herinnering die niet op de harde schijf wordt opgeslagen; plaats deze niet aan de wand." Kortweg: de 'Drie Haatten': haat tegen de natuur, tegen de historie en tegen de religie.

Wat moet een moderne vormgeving in vredesnaam met een antieke kolenkit of een jaren '50 trouwfoto van je ouders? Of met een kwispeldoor waar je opa nog zijn pruimtabakrestanten in uitspoog? Of een antieke Statenbijbel met allerlei vrouwonvriendelijk tekstmateriaal (al zitten er vaak nog wel hele goede sloten op)? Modern leven bestaat er in jezelf te omringen met objecten die het functionele, het gemakkelijke en een leuke vorm bij elkaar brengen. Om zo een leven zonder hindernissen, ergernissen, vlekjes en plekjes te designen. Zoals het Vlaamse project Design for All zegt:

"Technologische kennis en technische ontwikkelingen helpen de mens om voortdurend de inherente grenzen van fysieke, zintuiglijke, mentale en psychische beperkingen te verruimen en te overschrijden. Technische ontwikkelingen en hulpmiddelen vergemakkelijken en veraangenamen het leven van mensen. Zij dragen bij tot een gezonder en tot een langer leven, vergroten de artificiële intelligentie en het externe geheugen, vergemakkelijken communicatie en versnellen de verplaatsing van goederen en van personen over grote afstanden, verhogen comfort en zelfredzaamheid, bieden beschutting en veiligheid, vergemakkelijken arbeid en vergroten ontspanningsmogelijkheden. Tezelfdertijd echter kunnen mens-gemaakte ruimten, voorwerpen en diensten belemmerend werken, indien zij niet ontworpen zijn voor de reële verscheidenheid van menselijke capaciteiten en van relevante beperkingen."

De ironie druipt er vanaf. Niet zo vreemd aangezien het Design for All-denken, net als IKEA, afkomstig is uit Scandianavië - vandaar ook dat Design for All refereert aan een een heuse Stockholm Declaration. Afkomstig uit het functionalisme in Scandinavië bouwde het voort op de sociale en politieke ontwikkelingen in deze landen. De combinatie van socialisme, secularisme en verzorgingsstaat leidde tot de idee van de welzijnsstaat: een concept van 'een maatschappij voor iedereen' refereerde heel sterk naar de noodzaak van toegankelijkheid, gelijkheid en diversiteit. Design for All verklaart dan ook: "Design for All is ontwerpen voor menselijke diversiteit, voor sociale inclusie en voor gelijkheid".

Design for All maakt het voor mensen mogelijk om zonder anderen een goed leven te hebben. "Zelfredzaam" betekent eigenlijk: anderen niet nodig hebben omdat je gebruik maakt van wat anderen je voorschotelen. Je bepaalt niet wat je wordt voorgeschoteld. Nee. Je maakt gebruik van catalogi, van voorbeelden en plaatjes, je verdiept je in instructies hoe je een kast in elkaar moet zetten en eigent je zo de kast zowaar mentaal toe in het proces van "verscheidenheid van je menselijke capaciteit".

Wie IKEA-gespoeld in een hogere bewustzijnsfase is beland, kan zelf ook vormgeven. Dat betekent: nadoen. Het onbeschreven (tafel-, bureau-, ego)blad leert eerst dat hij onbeschreven is, dat hij vrij is, dat hij een god is van zijn eigen bestaan. Dan wordt er een gids tevoorschijn getoverd: "IKEA 2009 - Leef nu", en het spel begint. Je bouwt een legowereld van steentjes die nergens naar verwijzen, alleen naar 'functie', 'gemak', 'kleurcombinatie' en 'vervangbaarheid' - want ja, de grillige IKEA-god wil ook wel eens wat anders.

Het IKEA-concept is voortreffelijk. Het is socialistisch toegankelijk voor iedereen, weet rotzooi te verhullen in politieke correctheid ("geen kinderarbeid"), valt je door het principe van "mechanische verkoop" niet lastig met menselijke verkopers, heeft geen zelfstandige ondernemers nodig. Er is alleen contact met een kassapersoneel (wat in de toekomst ook niet meer nodig zal zijn). Je wordt dus ook niet nodeloos geconfronteerd met minimumloners, wat voor een goedverdienende dubbelmodalistische sociaal-liberaal een onaangename ervaring moet zijn, zeker op je vrije Tweede Pinksterdag. IKEA haalt het goede naar boven bij elke liberale stadsbestuurder: die wil als het er op aankomt immers geen ondernemers, maar enkel en alleen grote vestigingen van alles wegconcurrerende IKEA-concepten aan de rand van zijn stad.

De bronnen van het moderne leven liggen onder grote blauwe constructies, aan de rand van onze steden, het liefst aan autosnelwegen. Zie je op een zater-, zon- of feestdag een chique parkeergarage, blauw van kleur, met grote rijen auto's in de file ernaartoe, dan weet je: daar ligt een bron van mijn bestaan. "Ik leef nu! Ik ben mijn eigen Intelligent Design! En ik weet het, want het staat in de Gids 2009, en straks in de Gids 2010."

Twee jaar geleden had IKEA een actie onder de slogan "Design your own life". Met daarnaast: "Iedereen = designer". Talloze voorbeelden van egotomane troep zijn er ook te bekijken, met fraaie bijschriften zoals "Being a designer = being a artist - Greetje uit Katwijk = designer". De actie was volgens IKEA bedoeld om mensen "kritisch naar hun eigen huis te laten kijken en hun eigen trend te bepalen, waarmee ze hun eigen leven kunnen inrichten."

Je eigen trend bepalen is je eigen levensloop bepalen. Het kan niet fraaier geformuleerd worden. En wie zijn eigen levensloop bepaalt is zijn eigen god. IKEA schenkt ons dat. En schenkt ons dat in een Gideon-exemplaar. Zodat iedereen kan zeggen: "I am an IKEA-god!".


Lees verder...

vrijdag 14 augustus 2009

Cordon sanitaire

Wat is een democratie zonder een 'cordon sanitaire'? Is democratie wel mogelijk zonder 'cordon sanitaire'? Ik meen van niet. Een 'cordon sanitaire' - een politiek-institutionele uitsluiting van de normafwijking - is het wezen van een democratie. Het is de binnenkant van de illusie van de 'open society'. Zonder 'cordon sanitaire' is een democratie niet meer interessant voor de democratiefetisjisten die onze elite bevolken. Een ander woord voor 'cordon sanitaire' is ook wel 'vooruitgang' - politiek en maatschappelijk.

Ik geef toe, het is een komkommeronderwerp, het 'cordon sanitaire'. Maar juist in een tijd van dreigende pandemieën zoals de 'Mexicaanse Griep' geeft het een boeiend contrast. Enerzijds wordt er nauwelijks gedaan om te voorkomen dat een daadwerkelijke ziekte zich verspreidt; anderzijds wordt een afwijkende politieke mening wel als dodelijke ziekte voortdurend bestreden. Concreet: terwijl door ongehinderd naar en van Mexico de 'Mexicaanse Griep' zich breeduit in Europa kan nestelen, wordt het wapen van een barricade tegen een ziekte - het 'cordon sanitaire' - slechts ingezet tegen een Vlaams Belang in België en door menig politieke partij in Nederland tegen een PVV.

Een ziekte waar je aan dood kunt gaan - in het beginstadium van de 'Mexicaanse Griep' was dit tenminste niet uit te sluiten - is minder erg dan een politiek standpunt dat indruist tegen de democratische consensus. Men had in een beginstadium kunnen besluiten om alle personenverkeer met Mexico aan banden te leggen. Of Amerikaanse toeristen net zo vervelend tegemoet treden op onze luchthavens als dat ze in de VS met de vliegtuigpassagiers uit Europa doen. Het had de ziekte wellicht ietwat vertraagd, ons meer uitsluitsel gegeven en meer tijd om mogelijke bijwerkingen van een inderhaast gefabriceerd serum te onderzoeken. Het mocht niet zo zijn; de economie liet niet toe dat dit soort gedachten serieus aan bod konden komen. Een 'cordon sanitair' in dezen was slechts iets voor China, dat door mensen in quarantaine te zetten liet zien dat een land dat slecht is voor politieke opposanten, nog wel goed kan zijn voor de rest van de bevolking.

Hoewel. China kan natuurlijk als voorbeeld dienen van hoe we om kunnen gaan met politieke misdadigers. Het Chinese 'cordon sanitaire' van heropvoedingskampen is uitermate effectief gebleken: van een reële oppositie is in dit immense land nog amper sprake. Het Chinese 'cordon sanitair' van prikkeldraad, arbeidslagers en heropvoedingskampen kent geen OezgoersBelang (als opvolger van het Oezgoers Blok), heeft geen weet van communautaire kwesties en waagt het niet te lachen om de Prins-Filipsen van Peking en Shanghai. De Chinezen hebben begrepen: de vooruitgangsmachine moet de olie koesteren; doch moet het zand mijden. En wat voor een Chinese 'closed society' geldt, geldt ook voor de 'open society' bij ons: het moet wel gesmeerd verlopen, anders heeft de democratie een probleem.

Een paar werken terug stond er in het opinieweekblad VrijNederland een onthullend artikel over het Vlaamse 'cordon sanitaire' dat is gericht tegen de VlaamsBelang. Zijn er in Nederland volop twijfels over de werkingskracht van zo'n cordon tegen de PVV, in Vlaanderen juicht men bij de resultaten van twintig jaar 'cordon sanitaire': bij de laatstgehouden verkiezingen is het Vlaams Belang gekelderd van 24,1 procent van de stemmen naar 15,3 procent. Volgens Tom Lanoye, de staatsgesubsidieerde, 'objectieve' kwaliteitsjournalist van het linkse dagblad De Morgen, heeft het cordon gewerkt aangezien het de kiezer op het VlaamsBelang heeft ontmoedigd (sic). Eric Defoort, voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging, zegt het nog weer anders: "Het werkte vooral bij de rekrutering van het politiek personeel binnen het Vlaams Belang. Men wist heel goed dat als men op een lijst van het Vlaams Belang ging staan, men een sociaal doodsvonnis tekende." Deze uitspraken typeren de moderne democratie. Je valt een partij aan op de belabberde inbreng van haar vertegenwoordigers en zegt na twintig jaar dat het ook een doelbewuste actie was om met een cordon sanitaire te voorkomen dat er betere vertegenwoordigers plaats zouden nemen namens de door jou zo verfoeide partij. Verder blijkt men er bewust op uit te zijn geweest massaal de Vlaamse kiezer te 'ontmoedigen' zodat deze 'ontmoedigde' kiezer weer tot aanhang mocht worden gerekend van de 'gevestigde' partijen.

Een kiezer met moed is geen partij voor de democratie. Alvorens de democratie zegeviert, dient de kiezer gebroken te worden. Hoe? Door het procedé van uitsluiten, isoleren, laten verpieteren en ontmoedigen. De democratie breekt - dat is de sleutel van haar succes. Ze breekt nooit alles tegelijk; niet iedereen wordt en masse gevlegeld en verbroken. Met evenzo mooie als voze redeneringen. Leest u wat Etienne Vermeersch, christelijk renegaat en beroepsatheïst - intellectueel - zegt. Het is volgens hem onzin dat het cordon ondemocratisch zou zijn: "Het democratisch bestel zegt dat de mensen die een coalitie vormen, bepalen met wie ze willen samengaan. Als zij vooraf akkoord gaan dat ze nooit met het Vlaams Belang in een meerderheid zullen stappen, is dat hun keuze." Leest u wat hij zegt? Het cordon is een op papier vastgelegde overeenkomst voor elke verkiezingsuitslag uit. Hier is dus geen coalitie van regeringspartijen aan het woord, maar een coalitie van partijen - bevolkingsgroepen - die van tevoren een bevolkingsgroep uitsluit - no matter how big they are. Het is namelijk een kwestie van moraal. Vermeersch: "Voor mij is het altijd een morele kwestie geweest en op morele kwesties geef je nooit toe."

Nu zult u zeggen: maar als het een kwestie is van moraal, wat is er dan tegen een dergelijke overeenkomst? Wel dit: de coalitie is een coalitie ongeacht de stem van het volk - het is dus een coalitie los van - zelfs - zonodig tegenover het volk. Het is per definitie geen 'nee' op basis van standpunten. Vermeersch: "In Nederland zou men eerst duidelijk moeten kunnen omschrijven in welke mate de standpunten van Wilders fundamenteel immoreel zijn, racistisch of xenofoob of op een andere manier strijdig met de mensenrechten. Tegen de islam zijn is geen argument. Ik heb ook ooit geschreven dat geen enkele organisatie zo'n breed spoor van bloed door de geschiedenis heeft getrokken als het christendom. Als ik nu hetzelfde zou zeggen over de islam, zou men mij een islamofoob noemen". Het gaat niet om standpunten; het gaat om achterliggende fundamentele zaken. Er moet fundamenteel een common sense bestaan over de fundamenten; wie deze niet onderschrijft, heeft geen deel aan de democratie. Met andere woorden: de elite bepaalt de gezindheid waarmee men de democratische arena dient te betreden, alleen met standpunten ben je er nog niet. Deze elite bepaalt dat je alles mag zeggen over het christendom, maar niet over de islam of het communisme. Vermeersch weet dat. Hij refereert wel aan het communisme (verderop in het Vrij Nederland-artikel), maar trekt er geen conclusies uit. Maar let u ook op zijn formulering: "als (!) ik nu hetzelfde zou zeggen over de islam". Vermeersch zegt: "als". Maar hij zegt het niet. Zou hij dit zeggen, dan zou hij aan de andere kant van de flinterdunne krijtstreep terecht komen die hij - en zijn politiek-intellectuele vrienden - hebben getrokken. Evenzo is zijn suggestie dat het Vlaams Belang zou zijn voortgekomen uit een 'foute' jeugdbeweging een versluiering van het feit dat het Vlaams Belang uit dezelfde 'troebele' vijver komt als (deels) N-VA, SP-A-partner Spirit (pardon: haar opvolger), VLD (en daarmee LDD) en mannen aan de wieg van de CVP (had de christen-democraat en belangrijke 'Europeaan' Victor Leemans ook niet iets op zijn kerfstok, dat wil zeggen: vlak na de Tweede Wereldoorlog?).

Waar komt deze harde eenzijdigheid vandaan? De elite kent geen genade voor het volk. De elite kan falen, maar faalt nooit. Natuurlijk maakt men fouten. Vermeersch refereert aan de veilige Franse elite: "De intellectuele elite kan trouwens ook onnoemelijk dom zijn. In Frankrijk is ze na de Tweede Wereldoorlog eerst de communisten en daarna de maoïsten gevolgd. Met een totaal gebrek aan intellectuele ernst. Ze geloofden niet eens wat er in de Sovjet-Unie of het China van Mao werkelijk aan de hand was. De intellectuele elite moet vooral onderzoeken, nadenken en dan niet met slogans maar met solide argumenten werken." U leest het: communistische intellectuelen die meeheulen met communistische massamoordenaars zijn "dom". Ze zijn niet medeschuldig, ze worden geen communist genoemd. Ze zijn allereerst: "intellectuele elite" - die ook (!) dom kan zijn. Diagnose: een "gebrek aan intellectuele ernst". Vermeersch verzwijgt het massale goedpraten van links van het communisme in de jaren '60 en '70 niet alleen in Frankrijk. Vermeersch verzwijgt dat het actuele atheïsme waarin hij grossiert intellectueel schatplichtig is aan deze mensen "zonder intellectuele ernst" die bovendien blind waren voor tientallen miljoenen doden. Het is voor een zelfverklaard scepticus trouwens uitermate lachwekkend de beschuldiging te uiten dat mensen gebrek zouden hebben aan intellectuele ernst. Leidt scepsis niet tot ongeloof, en is ongeloof niet zijn verwijt aan intellectueel Frankrijk (niet van nu, maar van toen).

Een scepticus is bovendien nooit een democraat, want een scepticus gelooft niet in 'het volk'. Ook niet een sceptische 'gewild kinderloze' Vermeersch die om sociaal-economische èn democratische redenen voor een onafhankelijk Vlaanderen is. Iemand die overbevolking vreest en een beroep doet op economische solidariteit? Die het volk per definitie buiten spel durft te zetten en daarna (sic) met de democratie aan komt zetten? Iemand die niet zo eerlijk is om 'cordon sanitaire' ook voor de christen-democraten te gebruiken die door Belgisch (en Nederlands) 'Paars' buitengesloten diende te worden om abortus en euthanasie in te kunnen voeren? Het procedé van uitsluiten, marginaliseren, breken en aanpassen is een instrument van een elite die haar agenda doorvoert, ongeacht de stem van het volk. Het draait bij mannen als Vermeersch om hemzelf: de elite die in clubs en salonbijeenkomsten bepaalt welk volk op welk territorium thuishoort: "De intellectuele elite moet vooral onderzoeken, nadenken en dan niet met slogans maar met solide argumenten werken." Sprekend in een land waarin een elite stelselmatig geen belang hecht aan de stem van het volk, waarin de elite een systeem heeft geïntroduceerd waarin een meerderheid tot minderheid is verklaard, zijn dit krachteloze woorden.

Het is het doel van hen die het 'cordon sanitaire' bedienen: dat we geloven in de oprechtheid van hun woorden. Maar waarom zouden we? De mensen van het cordon zeggen dat ze geloven in de kracht van de democratie en de kracht van argumenten. Maar die kracht geldt niet voor hen die het cordon treft. En ze gelden niet voor het volk - dat moet niet overtuigd, maar moet moedeloos gemaakt worden. En als men zelf 'fouten' maakt, zoals het vergoelijken van communisme, dan is men 'dom'. Nooit slecht, maar altijd blijvend redelijk en tijdelijk dom.

Officieel is democratie gebaseerd op de kracht van de rede, maar in de praktijk moeten zijn die erin geloven en eraan deelnemen op hun tellen passen; voor je het weet ga je ten onder door een te groot geloof in de democratie. Dan ben je ontgoocheld, omdat je hebt meegedaan met het spel en niets bent opgeschoten. Maar ondertussen deed je nooit mee aan het spel - ja, wel aan een ander spel: hen die zichzelf bloot geven kraken en hun vrienden bovendien.


Lees verder...

zaterdag 8 augustus 2009

Onbeantwoorde vragen

Waarom mag de PVV van Wilders niet weten wat allochtonen onze maatschappij kosten? En hoe geloofwaardig is een overheid die alles bijhoudt, maar geen antwoord kan geven op vragen van Geert Wilders? Is het soms omdat we langer moeten doorwerken? En dat we tot na onze 65ste moeten doorwerken omdat de immigratie en aanwezigheid van allochtonen ons met een last heeft opgezadeld waar de komende generaties voor moeten zwoegen? Krijgt Wilders geen antwoord van het kabinet omdat dit gegeven onder tafel moet blijven?

Terwijl ons door economen, zoals prof. Piet Nijkamp, wordt wijsgemaakt dat allochtonen meer opbrengen dan ze kosten. En terwijl ons wordt wijsgemaakt dat immigratie zou nodig zijn om ons welvaartsniveau op peil te houden en de kosten en lasten van de vergrijzing op te vangen, mag de burger niet verder vragen. Er is volgens minister van integratie Eberhard van der Laan namelijk geen simpele rekensom te maken van de kosten en baten van een immigrant. Terwijl hij in hetzelfde relaas Wilders opriep zelf met een rekenmachine het uit te rekenen (sarcasme is dus ook al een volwaardig kabinetsantwoord) zei onze minister dus ook meteen maar dat zoiets niet mogelijk is door een overheid.

Wie de wereld van overheids- en semi-overheidsinstellingen kent, weet dat alle kosten tot in het detail worden vastgelegd en doorberekend. Men komt in veel sectoren om in de berekeningen en vastleggingen. Er is eerder teveel informatie dan te weinig. Een overheid die van zorginstellingen verlangt de precieze kosten van een patiënt met een meervoudige stoornis van tevoren vast te leggen en daarna deze zorginstelling hierna achteraf keihard op afrekent is niet bij machte een globale berekening te maken van kosten van immigratie en allochtonen in onze samenleving.

Men toont zelfs niet te wil daartoe. Terwijl het toch van groot belang is om de bevolking te overtuigen dat immigratie werkelijk een antwoord zou zijn op de vergrijzingskosten? Of hoeft het volk niet overtuigd te worden? Omdat vanuit Europa al wordt aangestuurd op immigratie als oplossing voor een ouder wordend Europa. Dus vanuit Europa is men wel in staat globale berekeningen te maken over de kosten en baten van immigratie (en dus de aanwezigheid van allochtonen), en vanuit Den Haag niet.

Of men weet in Brussel ook niets. Net zoals in Den Haag. En wordt er alleen geroepen om meer immigratie om andere redenen dan economische.

Ik geloof dat niet. Er is iets anders aan de hand. Het is het moment waarop deze discussie plaatsvindt. Het is namelijk ook het moment waarop de discussie al jaren in volle gang is over de noodzaak mensen langer te laten werken en dus de pensioengerechtigde leeftijd op te schroeven. Mensen zouden langer moeten doorwerken vanwege de vergrijzing: relatief minder werkenden per niet-werkenden en een stijging van het aantal hoger bejaarden.

Er wordt latent een kosten-baten analyse losgelaten op de thematiek rond vergrijzing en langer doorwerken. Daarin spelen tal van factoren mee. De collectieve lastendruk voor de werkenden is er één van. Deze lastendruk betreft niet alleen de directe zorgkosten, maar natuurlijk ook kosten van maatschappelijke aard en rente en aflossing van de staatsschuld.

En hier wringt het. Wat als blijkt dat allochtonen per saldo vele tientallen miljarden meer hebben gekost dan opgeleverd? Wat - en hier komt het - als blijkt dat we vooral langer moeten doorwerken vanwege de kosten van de allochtonen? En dat we langer moeten doorwerken, hogere lasten moeten betalen terwijl de kosten van allochtonen gelijk blijven en er Europabreed gesproken wordt over massale immigratie om de vergrijzing op te vangen?

Zou het kabinet hier soms bang voor zijn? Voor het risico dat dit soort gegevens naar boven zouden komen? Niet dat vergrijzing geen probleem zou zijn, maar dat een grote oorzaak zou duiden op een falende politiek van de afgelopen veertig jaar en een zeker gelijk van Wilders? En dat de oplossing van het probleem geen oplossing is, maar een socialistisch-liberaal experiment waarvan de risico's worden afgewenteld op de huidige, autochtone generaties?

Elsevier-journalist Syp Winia heeft met een rekenmachine een tijdje terug uitgerekend dat immigratie ons zo'n tweehonderd miljard Euro heeft gekost. Zolang het kabinet weigert met eigen cijfers te komen, moeten we dit getal maar als werkhypothese aannemen. En we moeten maar eens een omgekeerde bewijslast invoeren. Totdat het kabinet overtuigend bewijst dat allochtonen meer opleveren dan ze kosten, zijn de cijfers van Wynia waar. En moeten we straks na onze 65ste doorwerken omdat de grenzen open zijn en het allochtonenprobleem een groot taboe is. Onze werknemers moeten zich afbeulen totdat ze versleten zijn en niemand mag weten 'waarom?'.


Lees verder...

vrijdag 7 augustus 2009

Verdenkingsindustrie Nederland BV

De nieuwe verboden en geboden blijven over ons heen tuimelen. Nu weer heeft het CDA het idee om in de strijd tegen alcoholgebruik onder jongeren deze jongeren te verplichten aan een blaastest op straat mee te doen. Verder is er sprake van een verbod om achter het stuur van de auto - dus rijdend - de TomTom in te stellen. En natuurlijk mogen we het ideetje niet vergeten om alle nieuwe fietsen standaard met een chip uit te rusten om deze ingeval van diefstal makkelijker op te kunnen sporen.

Met rekeningrijden zullen al onze automobiliteitsbewegingen geregistreerd kunnen worden; met een fietschip zal dit ook het geval zijn met onze fietsbewegingen. Want de praktijk leert dat elk voordeel - verkeersveiligheid, diefstalpreventie, belastingheffing - wordt ingehaald door de algemene veiligheidsmanie: gegevens registreren, opslaan, analyseren en de burger voortdurend controleren. Het is zoals prof. Ronald Leenes zegt in de Katholiek Nieuwsblad van deze week: "Iedere Nederlander is voortaan verdacht." Iedereen wordt in de gaten gehouden; van iedere burger dient riskant gedrag geëlimineerd te worden. Iedereen kan riskant gedrag vertonen, dus iedereen is verdacht.

Het lijkt een logisch uitvloeisel van de nachtwakerstaat: wanneer veiligheid de essentie is van de staat, is preventie een logisch vervolg. En in een preventiestaat is iedereen verdacht. Elke handeling is een handeling die moet worden gewogen in een mogelijke keten van handelingen die tot een misdrijf kan leiden. Het principe van preventie is door de technologische ontwikkelijkingen c.q. mogelijkheden onder handbereik komen te liggen van de moderne staat. Bezoek je foute sites of gebruik je in telefoongesprekken te vaak foute termen, dan beïnvloedt zoiets je risicoprofiel nadelig. De verdenking neemt dan toe.

Nu hanteerde men in de nachtwakerstaat nog overzichtelijke misdrijven: aantasting leven, gezondheid, eigendom, etc. Dus concrete daden konden misdaden zijn. In een samenleving waarin iedere moderne burger een potentiële homo is met een gevoelige plaat voor zijn kop doen ook andere dingen ertoe: intenties, gevoelens, woorden en gedachten. Nog meer dan voor daden geldt het voor gedachten: mensen kunnen vanalles in hun hoofd halen; elke verdenking is bij voorbaat gerechtvaardigd tenzij het positieve tegendeel blijkt.

Een man is verdacht, tenzij hij het rolpatroon van de feministes aanneemt. Een christen is verdacht tenzij hij of zij de seculiere staat omhelst. Een moslim blijft verdacht, ook als hij de seculiere staat omhelst. Iemand die denkt is verdacht, tenzij hij meeverdenkt en potentiële argwaan omzet in een aanklacht tegen alles wat recht, rechts en rechtvaardig is. Rouvoet is dus verdacht tenzij hij het standpunt van D66 op het Gezinscongres in de RAI verkondigt en net doet alsof dit het standpunt is van èn het kabinet, èn ons volk, èn van hemzelf. Rouvoet was al verdacht doordat hij niet meedeed met de GayPride; hij heeft nog één kans om het goed te maken. Doet hij dat niet dan wordt de verdenking omgezet. En vastgelegd. En geregistreerd. En wordt er een chip in Rouvoet geplaatst. En een halsband om zijn hals gelegd. En moet hij een blaastest doen. En wordt hij als oudste kind van Nederland vastgelegd in het Elektronisch Kinddossier. En dat is maar goed ook, want zonder verdenkingen hebben de ambtenaren geen werk.


Lees verder...

woensdag 5 augustus 2009

Lachen om Jozua?

Het is onze broeders van DeDagelijkseStandaard (DDS) weer eens gelukt het conservatisme naar beneden te halen. Ongetwijfeld met goede bedoelingen (ook in de zomer moet de webstek vol) en een tijdgebonden dimensie (de zomer maakt je lui zodat je inspanning het liefst aan anderen overlaat) plaatste men een stuk van een liberaal meisje op de site onder de titel "Zeven maal neen aan het conservatisme". Het meisje, Isabelle Buhre heeft een blauwe maandag een heus anticonservaitef weblog beheerd. Vanaf begin juni tot (?) runde zij het blog http://liberaalreveil.blogspot.com/, een thans buiten gebruik zijnde edoch belangrijke bron van anticonservatieve inzichten zijnde blogspotblog.

Geïnspireerd door het cabaretesque conservatisme van de EO moet men bij DDS hebben gedacht: "laten wij ons dierbaarste goed ook eens in de zeik zetten door een volstrekte nobody". Deze diende zich aan in de persone van Isabelle Buhre.

Isabelle Buhre heeft zich een blauwe maandag ingelaten met de zogenaamde groot-Nederlandse gedachte, door naar aanleiding van het briljante inzicht van Geert Wiliders om Vlaanderen bij Nederland in te lijven, een zogenaamde Groot-Nederlandse Studentenvereniging op te richten. Op zich niets mis mee, natuurlijk, en ook een liberaal meisje heeft recht om terug te grijpen op de traditie van P.J. Oud en P. Geyl. Meisje Jong en Bits trok daarop onbevooroordeeld naar de Vlaamse seperatisten van onder meer de keurige KVHV, maar ook naar de jongens van de wat radicalere NSV - om zich toen waarschijnlijk een hoedje te schrikken. Ze dacht toen: hoe verf ik mijn blazoen weer wit, dit na Groot-Nederlandse en Vlaams-seperatistische toenaderingen uit deze radicale hoek. Dat soort jongens hebben geen geruststellende uitwerking op een liberaal Amsterdams studentenmeisje dat qua image graag vast wil houden aan 'het jongste vrouwelijke lid van Skulls and Bones met een vaginistisch mantelpakje'. Het schoonwassen gebeurde door met veel bombarie een blog op zetten tegen het conservatisme (om na drie (?) postings er weer mee te stoppen. En de daad van zuivering werd afgerond met een Open Podium op DDS.

Het is een dom stuk geworden. De eerste zin wil ik u niet onthouden: "Conservatief Nederland begint zich hoe langer hoe meer te verenigen via het Internet..." En toen haakte ik af. Kortsluiting. Doe ik aan "verenigen via Internet"? Ik kan me er niets bij voorstellen. Ik niet - Jozua (Livestro) wel. Hijzelf waagt zich niet aan een conservatief manifest. Hij laat de hete aardappels van conservatieve ethiek en dogmatiek graag door passanten uit het vuur halen. Die passanten zijn er. De beste conservatieven op DDS zijn wat passanten (uitgezonderd Frank, laat dit ook gezegd worden). Er worden dan goede dingen gezegd. De integere, verontwaardigde conservatief kan het er dan niet bij laten zitten, en schrijft of een reactie of zelfs een eigen stuk. En deze reacties zijn vaak goed. Rutger heeft ze goed op een rijtje - net als Ronald, en de reflexieve reacties van Erwin zijn ook raak: conservatisme is niet iets om ter discussie te stellen, althans niet op conservatieve podia. Het conservatisme is een te serieuze zaak om aan anderen over te laten. Rutger en Ronald hebben laten zien dat we geen Isabelle nodig hebben; 'Rome' is reeds onder ons. Jozua weet wel van Rome, maar weet ook dat op het web Carthago beter scoort.

Conservatisme mag niet serieus worden benaderd. Stel je eens voor dat blijkt dat conservatisme meer is dan kapitalisme en klimaathetze? Daarom mag er ook niet een discussie worden gestart door een tegenstander van formaat uit te nodigen. Of een conservatief boegbeeld aan het woord te laten die een verhaal heeft. Dan is men meteen gedwongen de gespeelde arrogantie af te leggen die men bij DDS bij het moderaten aan de de dag legt. Dat is slecht voor de bezoekersaantallen, maar goed voor de zaak. En daar helpt geen oprechte, doch verscholen goede inborst aan die er bij sommige redactieleden van DDS wel zal zijn.

De weg naar Carthago is geplaveid met goede bedoelingen, maar die liggen meestal diep onder de liberale zeespiegel - tenzij je Carthago benadert vanuit de woestijn. Een conservatief is echter geen vis die zwemt in de liberale Mediterranee, of een kameel die snel drinkt en langzaam sjokt - met een Isabelle op z'n rug: "Hort, hort, Jozua, hort!!!"


Lees verder...

Plastic

Op enkele van mijn eenvoudige vakantiebestedingen kwam ik de afgelopen dagen tot enkele net zo eenvoudige inzichten: Elk betreden van de natuur begint met plastic afval en eindigt ermee. Gisteren was ik bij de IJsselmeerkust en ontmoette daar de resten van light vruchtenyoghurts, blikjes energy-dranken en vitaminerijke vruchtensapdoosjes. Blikjes zijn van metaal; de rest bevat plastic. Naast de losse plasticresten was het opvallend: sportende, lijnende, gezonde burgers plastificeren met turbosnelheid hun uitwerpselen c.q. wegwerpselen de natuur in. Het is de zoete wraak van de plastic turbomens: 'ik plastic, jij plastic'.

Een dag eerder was ik met mijn gezin wat natuurschoon ingewandeld. Een landschap van oude hagen, oude boerderijen, beken, bossages. Het begon uiteraard met dezelfde rommelresten. Maar na verloop van tijd werd het bizar: als onderdeel van de wandelroute had men fijn bouwafval gebruikt om de paden te verharden. Naast steen, keramiek en gruis zat er allerhande plastic materiaal tussen dat ooit onderdeel was geweest van onze woningen of was gebruikt bij de bouw ervan.

Plastic is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Zelfs veel van onze lichamen bevatten deze kunststof. Plastic is het icoon van de maakbare samenleving. Dit icoon heeft ook bijwerkingen: 'het vergiftigt de wereldzeeën'. En het vernielt uiteindelijk de wereld.

Dit is de kernachtige boodschap van Jesse Goossens, de schrijfster van het boek Plastic Soep. Enige tijd terug hoorde ik op Radio 1 een interview met deze vrouw en wat ze zei schokte me. Op een luchtige manier deed ze uit de doeken wat zoiets simpels als 'plastic' doet met ons milieu. Het beeld wat de meeste mensen het beste bijblijft is dat van een immense watervlakte waarin - waarop talloze plastic voorwerpen, zakken, vellen en wat dan ook drijven. De foto op de voorkant van haar boek laat zo'n vlakte zien in de Stille Oceaan. Het blijkt echter dat er op vele plaatsen op deze wereld immense plasticbergen zich ophopen, aangevoerd door zeestromingen, maar gevoed door de mens en zijn handelen. Alleen al in de Stille Oceaan drijft een hoeveelheid plastic rond met een omvang van tweemaal de Verenigde Staten. En niet alleen in de Stille Oceaan.

De gevolgen die Goossens beschrijft zijn deprimerend. Plastic vervuilt niet alleen visueel, het valt uiteen in kleine deeltjes die weer opgegeten worden door vissen en andere waterdieren. Het plastic komt niet alleen op de bodem terecht of dwarrelt door het water, het vermengt zich ook met de waterfauna, neemt giffen op, komt in de voedselketens terecht van dieren, maar ook van mensen omdat wij dit plastic via onze vismaaltijden binnenkrijgen.

Het boek Plastic Soep maakt gebruik van tal van interviews, waaronder dat met de 'ontdekker' van de "Great Pacific Garbage Patch": Captain Charles Moore. Het is een overdaad van informatie die op je af komt. Ook na het verschijnen gaat deze stroom door. Op haar blog verwijst Jesse Goossens naar een bericht van de BBC waaruit blijkt dat de pH-waarde van de oceanen honderd keer sneller verandert dan hij op natuurlijke wijze zou doen. Volgens wetenschappers daalt de pH-waarde, wordt het water zuurder, waardoor het hele ecosysteem gevaar loopt. De mens is de oorzaak van de daling vanwege de uitstoot van koolstofdioxide (CO2), welke de oceanen absorberen. Dit veroorzaakt koolzuur in het water en aldus verzuring van de oceanen. Goossens wijst er fijntjes op dat een grote veroorzaker van CO2 het plastic is - ook bioplastic. Plastic breekt af in CO2. Ze wijst erop dat in 2006 er volgens de Verenigde Naties op elke vierkante zeemijl 46.000 plastic deeltjes dreven. Niet alleen de productie van plastic veroorzaakt een grote hoeveelheid CO2, ook het afbreken ervan.

"Plastic is ondenkbaar in onze wereld", zoals ook Jesse Goossens zegt. Een wereld zonder plastic is ondenkbaar voor moderne mensen. Toch moeten we het ondenkbare gaan denken om de maakbare wereld terug te dringen. Het denken is uiteraard niet genoeg om de maakbaarheid terug te dringen, maar het is wel een begin. Het plastic moet eerst uit ons denken; pas daarna kan plastic weg uit onze natuur. Dan komt er in ieder geval niet meer bij, bij de enorme enorme berg die er al is.

Dit is een vervelende boodschap voor vele eencellige ramconservatieven die conservaludiek Nederland bevuilen. Over klimaat kun je namelijk oeverloos abstract doordiscussiëren. En over een achteloos weggeworpen bekertje kun je alle moraalkleppen deugdelijk opentrekken. Maar een wereld van plastic is een ander verhaal. Dat vraagt om een conservatieve revolutie: terug naar een wereld zonder plastic, een wereld van voor de plastic door middel van maatregelen die de cultuur van het plastic om zeep brengt. Dit is allemaal te simpel voorgesteld, uiteraard. Daarom vluchten we in abstracte klimaatprobleemontkenningsdiscussies, en mijden we het concrete: het plastic in onze natuur, in onze wereldzeeën, in onze lichamen.


Lees verder...

zaterdag 1 augustus 2009

Nogmaals de EO - een reprise

Het jarenlange, halfzachte morren in de achterban van de Evangelische Omroep is door de persoon van Arie Boomsma weer iets luider geworden. Nadat Andries Knevel de kozijnen eruit sloopte met zijn vreemde schuldbelijdenis, waarin hij spijt betuigde dat hij vroeger de mensen op het verkeerde pad had gebracht met zijn creationisme, gooit Arie Boomsma de ruiten in. Een ieder zijn gave. Ikzelf zag in 2000 al reden om te bedanken voor deze omroep. Na een kortstondig lidmaatschap begon dominee Arie van der Veer te zeveren over engelen, dit naar aanleiding van een Amerikaanse soap waarin glimmende, negroïde showbizz-engelen 'iets' van een boodschap moesten overbrengen. Dit was voor mij de laatste - en enige - druppel die de vingerhoed deed overstromen. Er valt genoeg hierover te zeggen. Voor een deel heb ik dat al enkele jaren geleden gedaan. In het artikel "Eén, twee, drie, vier, schutting van papier" schreef ik 28 februari 2006, op bitterlemon.eu 1.0, een artikel over het vertrek van EO-directeur Ad de Boer en de komst van Arie Boomsma. Het is nog steeds actueel. Ik wil het u graag nogmaals toeschuiven:

Eén, twee, drie, vier, schutting van papier

Het afscheid van Ad de Boer, per 1 maart 2006, als directeur van de EO - de Evangelische Omroep - gaf me iets dubbels. Uit zijn woorden sprak een mengeling van sympathie en meewarigheid die ik moeilijk kon plaatsen. Tot ik besefte dat het juist de dubbele mensen zijn die het afscheid markeren: niet zozeer het afscheid van een positie, maar bovenal het afscheid van een tijdperk.

Juist de dubbelheid van sommige mensen maakt deze mensen bij uitstek geschikt om een bepaalde bevolkingsgroep ergens naartoe - of ergens in - te loodsen. Waar een man uit één stuk hier niet toe in staat is, kan iemand met een zekere dubbelheid in zich wel grote successen boeken. Successen op dit terrein - namelijk het terrein van het van kleur doen verschieten van een bevolkingsgroep - worden zelden behaald op een open en transparante manier. Meestal zijn het de zogenaamde behoudzuchtigen die de verandering dragen en in gang zetten. Juist de continue - en niet de revolutionaire - doorwerking van transformerende processen is de kracht van deze veranderingen, gekoppeld aan de psychologie van de behoudzuchtige mens.

De psychologie van de behoudzuchtigen hoort graag wat ze wil horen: behoudzuchtige verzuchtingen. Deze verzuchtingen zijn niet zozeer uitingen van de wensdroom van een klassieke inborst, maar het resumerende, reciterende relaas van een historische veelheid aan feiten en indrukken die een sympathieke indruk achterlaten in de psyche van de behoudzuchtige mens. Want daar gaat het de behoudzuchtige mens om: om de sympathie en niet om het eigen gelijk. Rekeningen moeten netjes betaald worden, wat er daarna gebeurt is van een geheel andere orde. Als het zojuist afbetaalde bankstel dan keurig netjes van tien hoog het raam uitgedonderd wordt, dan is dat niet meer erg. Andere tijden brengen immers andere zitgewoonten? En een rusteloze tijd heeft immers geen zitgelegenheden meer nodig?

Het afscheid van Ad de Boer van de EO markeert het afscheid van een tijdperk. Christelijk i.c. evangelisch Nederland is van kleur veranderd. En haar leiders hebben daar leiding aan gegegeven. En alleen de dubbele mens kon dit integer doen. Alleen de bruggenbouwer was hiertoe in staat. Een mens die zijn herinneringen en geweten nog in het huis van zijn ouders heeft opgestald, maar in zijn handelen kind van de tijdgeest is geworden; zo'n mens is uitermate geschikt om een volksdeel om te turnen tot haar tegendeel. En zo'n mens was Ad de Boer van de EO.

Sympathiek

In lange interviews in zowel het Nederlands Dagblad [1] als in het Reformatorisch Dagblad [2] lezen we enorme biografische relazen over de jeugd, de kerkelijke jeugd en de politieke jeugd van Ad de Boer. Vooral de kerkelijke kwesties en ruzies, die eind jaren zestig en begin jaren zeventig in zijn milieu opspeelden, lijken hem nog steeds hoog te zitten: "Ik vind het erg voor predikanten die toen geschorst en afgezet zijn, hoewel ze geen centimeter afweken van de Bijbel of de belijdenis. Daar kan ik om huilen. Elke keer als er een overlijdt, denk ik: er is er weer een gestorven, tegen wie niet gezegd is: "Jij bent ten onrechte door ons uit de kerk gezet". (…). Men moet wel snel zijn, want straks is er niemand meer aan wie men zijn verontschuldigingen kan aanbieden." Tot zover de oude Ad. De nieuwe Ad neemt het roer meteen over: "Maar nogmaals: zelf ik heb geen grammetje hard feelings over het royement van 1973. In de ChristenUnie werk ik fantastisch samen met GPV'ers van vroeger. Het gaat geweldig samen, prijs de Heer!"

Hetzelfde geldt voor de misstanden in onze samenleving; Ad de Boer: "Natuurlijk toornt God over de seksualisering van de samenleving, die kinderen en jongeren kapotmaakt." Maar ook hier een volgt een heel groot MAAR: "Maar laten we eerst naar onszelf kijken. Ik bedoel: wat maken we als christenen nou van ons christelijk leven? De bakken geld die we uitgeven aan dure kleren, uitgaan en cosmetica, ik vind het een verschrikking." Gevoel voor proporties kan men Ad de Boer in ieder geval niet toeschrijven.

Voordat De Boer zijn eigen zonderegister opengooit toont hij ons het "goede" dat hij mocht doen: "Als ik voor driehonderd euro een pak moet kopen, dan kan ik kiezen: of ik koop voor driehonderd euro een pak, of ik wacht tot de uitverkoop en koop er één voor de halve prijs en geef de resterende honderdvijftig euro aan mensen die het nodig hebben." (Hier wordt overigens in het midden gelaten wat hij nu werkelijk doet, maar dit terzijde.) Ook het vervolg mag er wezen: "Ik wil me niet als modelchristen neerzetten, omdat ik bij de Aldi voor twee euro een Kaapse Pracht koop. Maar ik vind wel dat we met groot gemak te veel geld uitgeven aan eten, kleding en luxegoederen. Kan het iets minder onder ons, christenen? Als het gaat om toorn en oordeel, moeten we eerst denken aan onze manier van leven."

En dan komt de "eigen" zonde: "En wat mijzelf betreft: laat ik dan denken aan mijn botte manier van reageren, aan mijn chagrijn en aan mijn onvermogen om op een goede manier met mijn boosheid om te gaan." Als Ad de Boer hier de waarheid spreekt, weet òf hij òf weten de interviewers dit goed te verbloemen. Maar we zijn gewaarschuwd: we zullen zijn woorden met gepast wantrouwen tegemoet treden (voor zover we dat al niet deden).

Als overgangstype naar de nieuwe gelovige is Ad de Boer een man zonder vijanden ("nee, veel vijanden heb ik niet"), met weinig zonden (zoals we hierboven kunnen zien), zonder grote woorden en zonder al teveel concrete naasten, want als we goed begrijpen draait de boekhoudersethiek van Ad de Boer liever de kleine kruidenier of wijnspecialist de nek om met een beroep op naastenliefde, dan dat hij de Aldi voorbij loopt. Blind voor het belang van deze kleine zelfstandige naaste, zet Ad zich liever in voor de armen uit de Derde Wereld. Zoals de schaalgrootte van EO en massamedia bij Ad de Boer de concrete kerk en de concrete standpunten uit het oog hebben doen verliezen, zo doet zijn grenzeloze barmhartigheid met de concrete naaste. In het evangelische universum van Ad de Boer heb je filiaalhouders en vakkenvullers, en heb je omroepbonzen en missionair voetvolk.

Schutting van papier

Volgens het Nederlands Dagblad neemt De Boer de laatste tijd geregeld afstand van standpunten die hij 25 jaar geleden met verve verdedigde. De Boer bestrijdt dit niet en geeft aan dat hij nu genuanceerder over de manier waarop je de Bijbel kunt lezen en over homoseksualiteit. Verder heeft hij heeft spijt van zijn harde oppositie tegen het Schrifkritische rapport uit 1981 God met ons, over het Schriftgezag. Ad de Boer bood een van de opstellers, ds. J. Vlaardingerbroek, per brief zijn excuses aan en zocht hem op. De Boer:

"Woensdag ben ik bij hem geweest, samen met Andries Knevel. Het was geweldig, hartverwarmend. We hebben gezegd dat we hem in 1981 te hard hebben aangepakt: "We hebben u als een ketter neergezet, en dat was u niet en dat bent u niet", hebben we gezegd. Op onderdelen trok Vlaardingerbroek in 1980 dezelfde lijnen als orthodoxe gereformeerde theologen nu, zoals Ad de Bruijne in Kampen en Eric Peels in Apeldoorn."

Het is een mooie tactiek. In de weerzin op eigen overzelfverzekerd gedrag wordt iedereen gespaard... behalve het klassieke, orthodoxe christendom dat nog vasthoudt aan onwrikb're vastigheden. Door breed uit te meten hoe hij en Andries Knevel al te grote woorden uit het verleden hebben rechtgezet, pleit De Boer hemzelf vrij, maar zet hij de klassieke christenheid in haar hemd. De Liverpoolse bisschop J.C. Ryle waarschuwde rond 1900 voor hen die barmhartiger zijn dan Jezus Christus Zelf. Horen we het goed, en horen in we de woorden van de scheidende directeur van de EO een verootmoediging die eveneens verder gaat dan die van Jezus Christus Zelf?

Met vrolijke dronkemanspassen stappen Ad de Boer en Andries Knevel op een glunderende verootmoedigde wijze over een kwart eeuw theologiegeschiedenis en laten de puinhopen van wat eens de Gereformeerde Kerken waren, en waar het rapport God met Ons als een rafelige vlag op de puinhopen staat, voor wat ze zijn; men is de Rubicon overgestoken, en weer is er een zonde uitgedelgd. En de jongenskelen galmen ons een vrolijk opwekkingsgezang toe: "Eén, twee, drie vier, schutting van papier".

Een nieuw christendom

Veel blijft ontuitgesproken. Hoe het dan wel zit, is minder van belang. Als het Nederlands Dagblad vraagt waar voor Ad de Boer de grens dan ligt, aangezien de tijd verandert en hij mee verandert, antwoordt De Boer:

"Ik denk daar heel ontspannen over. Als ik terugkijk op mijn leven, zie ik dat de continuïteit overheerst. Ik neem de Bijbel op een paar punten iets minder letterlijk en ben iets gematigder geworden. Ik schiet minder vanuit de heup en ben niet meer zo'n argumentenmitrailleur. En ik heb er het nodige bij gekregen: mijn relatie met God is veel persoonlijker geworden; ik heb in bidden en zingen veel van evangelischen geleerd! Maar verder ben ik vooral mezelf gebleven."

In het interview in het Reformatorisch Dagblad confronteert De Boer zich met de nieuwe dogma's van het nieuwe geloof. Tot deze nieuwe dogma's behoort ook noodzaak van een persoonlijk geloof. Ook in het Reformatorisch Dagblad stelt Ad de Boer: "Het gaat om persoonlijk geloof". Deze ferme schutting van nieuwe rechtzinnigheid blijkt bij nader onderzoek van papier-maché te zijn gemaakt, getuige de tweedimensionaliteit van de meeste van zijn verhalen. Hetzelfde geldt voor het dogma rond het "missionaire"; dat heeft Ad de Boer zelf "niet zo erg", maar goed, het "klaagt me wel eens aan". Het is mooi dat klassieke niet-missionaire, normale mensen zich hierin kunnen herkennen: niet-missionair doorleven en zo nu en dan schuld ervaren richting de komende generatie van missionaire christenen. Zo hebben we emotioneel alles op een rijtje.

Voor de rest bespaar ik de lezers zoveel als mogelijk de vele gemeenplaatsen van De Boer. Behalve die wanneer Ad de Boer erkent dat hij op sommige momenten verkeerde beslissingen nam (welke zegt hij niet). En die andere: dat hij het niet moeilijk vindt om fouten toe te geven. Ad de Boer zal hiermee niet een plaats verwerven in de geschiedenisboekjes. Mensen zoals hij zijn de moedwillige dragers van processen die ze zelf als onomkeerbaar beschouwen en waar men zelfs (enthousiast) mee kan leren leven door zich te fixeren op de krenten in de pap: "missionair", "charismatisch" en "persoonlijk geloof". Het is de eerlijkheid die ze van huis uit is meegegeven die laat zien hoe voos deze nieuwe principes zijn: of ze voldoen er zelf niet aan (maar da's niet erg; fouten zijn makkelijk toe te geven) of de openingen naar een inhoudsloos "persoonlijk geloof" doen ons vrezen dat bij toekomstige generaties "de poorten der hel" dit "persoonlijk geloof" wel eens zouden kunnen overweldigen. Maar ook dat is geen probleem voor de generatie van Ad de Boer, aangezien ze ook in dit opzicht met pensioen gaan: "Uiteindelijk hangt het niet aan mij. God houdt mij vast. Zijn Geest is er bij. Dus waarom zou ik me zorgen maken? Waar de EO staat over twintig jaar, weet ik niet, maar ik heb er alle vertrouwen in, omdat ik God vertrouw. We zijn als kinderen van God altijd ook kinderen van onze tijd, onontkoombaar: vroeger, nu en straks. En als Gods Geest de tijdgeest van vroeger en van nu kon gebruiken om mensen te winnen, zou Hij dat dan over tien of twintig jaar niet kunnen?".

Het evangelie van Ad de Boer zal 't 'm goed doen in een liberale samenleving waarin de geschiedenis tot een einde gekomen is (als behalve het starre christendom ook de islam nog wordt bezworen). Het geloof van de opwekkingsliederen, die weliswaar haast uitsluitend over de persoonlijke relatie tussen God en de mens gaan, mist weliswaar de diepte en de breedte van het leven, maar dat zal straks niet meer erg zijn. Ad de Boer: "Toen Ceausescu werd verjaagd in Roemenië, liet de dominee in onze kerk psalmen zingen." In een democratische wereld zullen er geen dictators meer verjaagd worden; de diepte en breedte van dit leven kunnen we daarom wel missen. De weemoed naar de tijd van de Psalmen en van het "echte leven" zal daarom uitsterven met de generatie van Ad de Boer.

Voorbeeldcasus Arie Boomsma

Enkele dagen geleden presenteerde het Reformatorisch Dagblad een onderzoek waarin aankomende jonge SGP-politici werden vergeleken met aankomende jonge ChristenUnie-politici. Het RD leidde uit haar onderzoek af dat de jongere generatie CU'ers steeds verder af komt te staan van de SGP'ers èn van de oudere generatie CU'ers. Zaken als praktisch Schriftgezag, zondagsheiliging en openlijke vermaning waren enkele "testcases".

Geheel aan dit beeld voldeed het portret dat het Nederlands Dagblad schetste van een jonge EO-programmamaker: Arie Boomsma, de zoon van ds. Pieter Boomsma [3]. Hij peilt goed waar de generatie De Boer/Knevel de EO heen heeft gedreven. Arie Boomsma: "In de eerste gesprekken met de EO hierover was ik huiverig dat ik zo'n typische EO-groep zou krijgen. Maar er is een koersverandering gaande binnen de EO, waarin ik duidelijk zie dat ze ín de maatschappij willen staan."

Arie is blij dat het in het EO-programmateam vanuit de christelijke overtuiging komt, maar deze christelijke overtuiging is niet exclusief. Arie: "Ik ben niet zo dom te denken dat mijn overtuiging de enige weg is om de maatschappij te helpen." Op het feit dat er verschillende geloven aan zijn programma meedoen, zoals katholiek, evangelisch, streng-gereformeerd, maar niet islamitisch, zegt hij: "Ik denk dat dat nu nog wel bewust is gebeurd. Aan mij zal het niet liggen, ik vind het best jammer. Als EO moet je je die vragen wel stellen."

Het is verfrissend dat jongens als Arie Boomsma geen papieren schuttingen meer nodig hebben, zoals Ad de Boer en Andries Knevel die nog wel nodig hebben. Bij hem is het: "Geen woorden maar daden". De twijfel voorbij. Jezelf openlijk durven tegenspreken in een enkel interview. Zo heeft Arie Boomsma na een lange periode weer een groeiende herwaardering voor "de ouderwetse orde van dienst. Orgelspel, psalmen, een preek die prikkelt, maar ook gegrond is. Maar uit de vastgeroeste kerkelijke dogmatiek spreekt weer weinig passie. Daar zit mijn worsteling. Naarmate ik bewuster God opzoek, ervaar ik passie en wil ik er tegenaan. Als ik dat loslaat, wordt het een soort laffe gang in de passieve stroom waarin veel mensen zijn beland." Maar toch gaat hij elke week naar een halleluja-gemeente. Sleur? Verstarring van deze Bos en Lommeraar? Wat maakt het uit! Geen consistente woorden, maar onsamenhangende daden!

Ik hoop dat de generatie Arie Boomsma het snel over zal nemen van de generatie Ad de Boer/Knevel. De gevolgen zullen verfrissend zijn: weinig vrome gebakken lucht, weinig woorden, maar veel daden. En erg weinig EO, op den duur... Maar dat is niet erg. Om het met de woorden van De Boer te zeggen: "We zijn nieuwsgierig wat er straks op onze weg komt". Er is ook leven na de EO.

Noten

[1] "Ad de Boer wilde doen wat Jongeling deed", interview door Willem Bouwman in Nederlands Dagblad d.d. 25 februari 2006-02-28.
[2] "Leven met scheuren en barsten", interview door Michiel Bakker in Reformatorisch Dagblad d.d. 17/02/2006.
[3] "Arie Boomsma gaat opzoomeren", door Maurits Schmidt in Nederlands Dagblad d.d. 28/02/2006.


Lees verder...