vrijdag 15 februari 2008

DE PRINSES OP DE ERWT

De moderne seculiere liberaal kenmerkt zich door een aantal zaken. Allereerst door een hypergevoeligheid ten aanzien van alles wat maar tegen zijn eigen denken ingaat. Ten tweede door een totale ongevoeligheid voor de belangen van concrete andere personen. En ten slotte door een enorme keel die wordt opengezet als onze liberale prinsessen weer eens een erwtje hebben ontdekt: een of andere uitspraak die hen niet welgevallig is.

Worden onze liberalen dan nooit moe? Of gaan ze pas met een gerust hart slapen als de hele wereld naar hun liberale Filistijnen is? Toegegeven, uitspraken van een aartsbisschop Williams of een Turkse minister-president roepen ook bij mij een spontane wrevel op. Maar waar komt dit gevoel vandaan? Door een oprechte verontwaardiging over wat er tegen alle goede moraal en fatsoen indruist? Mijns inziens niet. Zo heel gek waren veel van de gewraakte uitspraken van Williams en Erdogan niet. De wrevel van de seculieren - en dus ook mijn aanvankelijke wrevel - komt dus ergens anders vandaan. Mijns inziens uit het moderne onvermogen daadwerkelijke verschillen te kunnen verdragen. Vanwege dit onvermogen bestempelt men elk geluid dat tegen de liberale hoofdstroom ingaat meteen te als een vals geluid? Iedereen die niet liberaal is, is achterlijk, slecht of een nar. Tja. Soms hebben narren gelijk. Zoals de Anglicaanse aartsbisschop Williams. Deze zei in een lezing dat wat hem betreft de islamieten in Groot-Brittannië eenzelfde status als de joden mogen hebben. Dat zou volgens hem betekenen dat de islamieten, net als de joden, eigen rechtbanken mogen hanteren voor het afhandelen van financiële conflicten en echtscheidingszaken. Daarvoor zou dan dat deel van de sharia kunnen gaan dat daar mee te maken heeft. Net zoals de joden in Engeland al eeuwen hebben: eigen rechtbanken voor een beperkt aantal civiele zaken.

Dit had hij natuurlijk beter niet zo kunnen formuleren. Want door de term "sharia" zo te gebruiken, liet de bisschop blijken van een zeldzaam soort onnozelheid te beschikken dat doorgaans alleen onder christenen wordt gevonden die ondanks alles in de goede bedoelingen van de seculiere aasgieren blijven geloven. De sharia is immers een mijnenveld vol ongevaarlijke planten tussen gevaarlijke boobytraps [2]. Maar toch zat er een kern van waarheid in wat hij zei; om daarna meteen langs de hoofdzaak te schieten, dat wel - maar toch. De kern van waarheid is dat bepaalde - in relatie tot de meerderheidscultuur vreemde - bevolkingselementen nu eenmaal een eigen rechtsgevoel bezitten dat afwijkt van het doorsnee rechtsgevoel van de inheemse Europeaan en dat het daarom niet zo'n slecht idee is om deze bevolkingsgroepen een aantal onderlinge zaken te laten uitvoeren op basis van eigen regels die direct aansluiten bij het rechtsgevoel van deze bevolkingsgroepen. Het is een opvatting met oude papieren. In oude samenlevingsverbanden, zoals de rijksvorm, was er altijd sprake van een territorium dat door meerdere naties werd gedeeld en waar de eenheid bestond in "troon en altaar": keizer en kerk. Het door elkaar wonen van verschillende bevolkingsgroepen bestond al sinds tribale tijden, en was de realiteit in grote delen van Europa dat in de lijn van deze oude Europese volksrealiteit bleef staan: Rusland, Oostenrijk-Hongarije. Met de komst van de natiestaat veranderde dit echter. [3]

De natiestaat - of soevereine staat - die doorbrak rond de Franse Revolutie, maar al in de daar voorafgaande eeuwen werd voorbereid, veroorzaakte een breuk met het volks- en rechtsdenken van voorheen. De vervanging van traditie, gewoonterecht en religie door abstracte staatsopvattingen en rechtsbeginselen, creëerde de centralistische natiestaat. Daarin vielen territorium, volksverband, staatsbereik samen in één gemeenschappelijk staatsbereik: de natiestaat. Vanuit dit eenheidsdenken van de natiestaat - volgens elke rechtgeaarde conservatief een onaanvaardbare abstractie - werd er een legitimatie van de staatsmacht verzonnen die binnen het bereik van de natiestaat zou moeten gelden. De idee van de natiestaat – die dus niet zo heel oud is, en pas in zwang is geraakt sinds de negentiende eeuw – verdraagt zich niet met een gedeelde staat. De vooronderstelling van de natiestaat is de eenheid van de politieke tekentafel. Deze eenheid is, historisch gezien, meestal een geforceerde en met geweld afgedwongen eenheid waar de bevolking – de aanvankelijke slachtoffers van het streven van de natiestaat – zich uiteindelijk aan heeft aangepast. Zodanig dat ze deze aanpassing als normaal heeft aanvaard en alles wat daar tegenin gaat als crimineel beschouwt. Anders gezegd: dat er in geheel Europa sinds de Franse Revolutie voortdurend een politiek is gevoerd die gericht was tegen kerk en godsdienst, tegen minderheidstalen en minderheidsculturen heeft het volk weliswaar getransformeerd, maar de nazaten van de getransformeerden – van de slachtoffers – keren zich met het grootste gemak tegen dezelfde zaken als dat de transformators deden ten koste van de voorouders. Bijvoorbeeld: in Frankrijk is er gedurende de afgelopen twee eeuwen een keiharde politiek gevoerd tegen de Rooms-katholieke kerk in het bijzonder en tegen religie en godsdienst in het algemeen. Nog in 1908 werd het leger grootschalig ingezet tegen de katholieke kerk. Een van de speerpunten van de Franse staat was – en is nog steeds – de eliminering van het instituut kerk. Het volk leed onder deze politiek van liberale machthebbers die datzelfde leger met hetzelfde gemak inzetten tegen opstandige arbeiders of mijnwerkers om diezelfde militairen in de Eerste Wereldoorlog um sonst de dood in te sturen. Nu is het Franse volk wantrouwend ten opzichte van de staat en soms zelfs vijandig. Je zou dus denken: het volk kiest de kant van de slachtoffers van de staat: de voorouders, de kerk en de traditie. Maar neen. Het volk dat is geseculariseerd door de elite, met behulp van dwang, geweld en revolutie(s), kiest uiteindelijk de kant van de transformators en kiest positie tegen de getransformeerden. Met andere woorden: de natiestaat, de moderne staat, creëert voortdurend haar eigen gelijk.

Elke stem die de vanzelfsprekendheid van de nationale opdelingen in modernistische zin aan de kaak stelt, is een welkome stem. Ook al is het de stem van een nar: zoals in dit geval aartsbisschop Williams. Het voorbeeld van de positie van de joden in Groot-Brittannië is een goed voorbeeld. Joden hebben in Groot-Brittannië al eeuwenlang eigen rechtbanken om conflicten te bemiddelen in de relationele en de financiële sfeer. Al eeuwen kennen de joden in dit land deze uitzonderingspositie die hun – ditmaal – niet is verleend door een revolutionairliberaal bewind, maar door achterlijke (en dus "verwerpelijke") voorgangers van de moderne liberalen is verleend. Deze uitzondering van de joodse gemeenschap paste uitstekend in het beeld van het klassieke Engeland waar niet de abstractie en de centralistische eenheidsstaat regeerde, maar waar gewoonterecht en lokaliteit de samenleving bepaalde, evenals christendom en feodalisme. Wie dit naast de woorden van Williams legt, ziet nogal wat lacunes in diens spreken. Williams spreekt over de rechten van de islamieten naast de joden. Maar hij identificeert ondertussen wel het christendom met moderne, seculiere, liberale rechtstaat. Dezelfde Britse staat die erover denkt het propageren van de oude Britse of christelijke visie op homoseksualiteit strafbaar te stellen met hoge gevangenisstraffen. En dezelfde staat die het huwelijk net zo te grabbel gooit als dat regeringen in bijvoorbeeld Nederland dat doen.

Christenen in Engeland krijgen het steeds moeilijker. De joden moeten maar afwachten hoelang hun uitzonderingspositie nog duurt in een liberale maatschappij. Joodvriendelijkheid is geen liberale eigenschap – al wil de linkse mythe ons anders doen geloven. Een uitzondering bepleiten voor islamieten helpt de positie van joden en christenen niet verder, maar verergert deze waarschijnlijk eerder. Williams zet namelijk de wereld op de kop door de actuele problemen van het christendom in Groot-Brittannië buiten beschouwing te laten, maar ondertussen wel op te komen voor een islam die in Groot-Brittannië ook onaangename kanten kent. De grondidee van aartsbisschop Williams is dus goed; zij het dat de toepassing absurd is. Het klassieke christendom kent – evenals het doorsnee Jodendom – een maatschappijvisie die is ingesteld op begrenzing en waardering van traditie en gewoonte [4]. De (moderne) islam kent deze visie niet of in veel mindere mate. De islam is – evenals liberalisme en communisme – totalitair van aard. Dat wil zeggen: men kent geen principiële waardering toe aan gewoonte en traditie en wil deze componenten van de Europese cultuur vervangen door abstracte, absolute en – derhalve – totalitairistische en moderne abstracties. Liberalisme en islam zijn beide vormen van politiek autisme. Men schreeuwt voortdurend moord en brand als de ander iets doet wat niet aanstaat, maar is pertinent blind voor eigen totalitaire aanspraken. Nu projecteert Williams de christelijke idee van begrenzing en waardering van de gewoonte op de islam, onterecht, en verdoezelt hij niet alleen het ware karakter van de islam, maar tevens dat van een andere actuele stroming in onze cultuur: het liberalisme. Want waar het klassieke christendom van oudsher uitgaat van de inculturatie- en de incorporatiegedachte (waarbij termen als kerstening en heiliging een belangrijke rol vervullen), gaan liberalisme en islam uit van absolute breuken en radicale vervangingstheorieën. Het christendom is naar haar aard verdraagzaam; islam en modernisme niet. Dat er in het huidige Polen nog steeds islamitische dorpen zijn, is te danken aan de verdraagzaamheid van de Donaumonarchie. Dat er in Frankrijk nauwelijks en in Wallonië geen streektalen of dialecten meer worden gesproken en dat veel landen afstevenen op een radicaal-geseculariseerd, materialistisch toekomstbeeld, is het gevolg van de onverdraagzaamheid van de liberale cultuur. In de liberale cultuur wordt iedereen gedwongen liberaal te zijn, onderdanigheid te beoefenen richting de zogenaamde rechtstaat, schatting te betalen aan de machthebbers en de eigen traditie zo nodig te schimpen. Pas daarna mag men "enigszins" zichzelf zijn. Maar ondertussen is men dan natuurlijk allang gebroken. Waar de waardigheid, de eer en het zelfvertrouwen zijn doorgesneden, is elke mogelijke sterke levensovertuiging de pas afgesneden.

Waar Williams de vinger legde op de opgelegde rechtsgevoel van de kunstmatige eenheidsstaat, gat de Turkse premier Erdogan een ander interessant schot voor de boeg. Tijdens een bijeenkomst in Keulen riep hij zijn Turkse volksgenoten in Duitsland op om niet hun Turkse identiteit op te geven; "integratie, maar geen assimilatie" [5]. Op zich genomen een redelijk standpunt. Waarom zou je Turken oproepen te integreren in een liberaal systeem dat niet zozeer een Leidcultuur voorstaat, maar juist het tegenovergestelde: een systeem waarin culturen worden afgebroken. Sec beschouwd zijn de woorden van Erdogan dus wel te begrijpen. Vooral de kritiek vanuit Duitsland was extra vreemd, aangezien juist dit land net als Turkije een visie hanteert op Duitser zijn die niet samenvalt met de natiegrens. Ook "volksduitsers" die drie eeuwen geleden naar Rusland zijn geëmigreerd, waren in ieder geval tot voor kort "rechtens het bloed" (volgens het jus sangui) Duitser en mochten terugkeren naar de Duitse bondsrepubliek. Wat Duitsers mogen, mogen Turken ook. Toch wringt hier de schoen. Turkije hanteert in eigen land de idee van de centralistische eenheidsstaat die geen minderheidsculturen toestaat. Daarbuiten om - daarnaast - hanteert ze rustig een volksnationalistische opvatting die zich niets aantrekt van natiegrenzen. Dit klopt natuurlijk niet.

Zowel Williams als Erdogan zeggen op het eerste gezicht dingen die niet zo heel gek zijn. Natuurlijk: wie verder kijkt, ziet de onzinnigheid van hun voorstellen of ideeën. Maar dat is met zoveel opvattingen of voorstellen het geval. Een rustig gesprek over deze opvattingen moet echter mogelijk zijn. Echter niet voor liberalen. Want ja, liberalen schreeuwen voortdurend moord en brand, dus nu ook: Erdogan is volgens Syp Winia van de Elsevier zelfs "een wolf in schaapskleren". En dat is zo'n beetje één van de netste dingen die er over hem wordt gezegd. En ook Williams is volgens deze lieden natuurlijk gevaarlijk en idioot. En ga zo maar door. De toon is schel, de ondertoon is geniepig dankbaar. Want ondertussen lijkt men blij met de uitspraken van Erdogan: "ha fijn, een argument om Turkije buiten de EU te houden." En men is blij om de uitglijder van Williams, want nu kan men tenminste onbeschaamd de vrijheid van godsdienst gaan knevelen. Afshin Ellian zegt het Spinoza na: "Imams, priesters en politiek. Wat een mengsel! Wat een explosief mengsel! Alles zou, volgens Spinoza, stabieler zijn, als deze lieden zo kort worden gehouden dat ze uitsluitend op vragen antwoord geven, en intussen slechts algemeen aanvaarde zaken en de meest gewone gebruiken onderwijzen en in de praktijk brengen." [6]

Het wordt door liberalen en neoconservatieven steeds meer hardop gezegd: godsdiensten, kerken en gelovigen moet de mond worden gesnoerd en moeten worden "kort gehouden". Zoals ik in het begin al zei: de overgevoeligheid is kenmerkend. Andersdenkenden worden per definitie gedemoniseerd. Naar diepere lagen in de onwelkome boodschappen wordt niet gevorst. Elk voorval wordt gebruikt om te generaliseren ten behoeve van het eigen straatje. Het voorval "Williams" is een mooie reden om alle imams en priesters maatschappelijk buiten werking te stellen. Naïviteit staat in deze liberale visie gelijk aan misdadigheid. Voor de onwetenden is er geen excuus. Net als in de islam. En de verlichte "wetenden", dat zijn zij. Want "zij" hebben de liberale Hadith: Spinoza, Hirsi Ali en Robespierre. Of iets dergelijks. Deze Hadith maakt onze liberalen overgevoelig. Als een prinses op de erwt schrikt men op van elke oneffenheid in het modernistische tafellaken. Met de opgefokte vijandigheid die hedendaagse liberalen aan de dag leggen ten aanzien van alles wat hun onwelgevallig is, wordt het echte denken afgeschaft dat immers altijd meer inhoudt dan kleiduivenschieten met tegenstanders; namelijk een aftasten van ongekende mogelijkheden en het openleggen van diepere lagen in ogenschijnlijk oppervlakkige zaken, gebeurtenissen of uitspraken. Het op voorhand er vanuit gaan dat islamieten en religieuzen niet integer zijn en dus niet serieus mogen worden genomen, toont niet alleen de achterlijke cultuur aan waaruit sommige opinieleiders afkomstig zijn (zoals Afshin Ellian), maar verduidelijkt ook de achterlijkheid die steevast gepaard lijkt te gaan met modern liberaal "denken". Dit liberale denken is een hypergeventileerd denken. Zoals in het sprookje van de prinses op de erwt, maar dan anders: een stuk kinderachtiger dan de princses. De liberale prinses slaapt weliswaar op twintig matrassen, maar bij elk gedroomd erwtje springt ze op en gilt moord en brand om zo het gehele kasteel te doen ontwaken. Elke onnozelaar, elke andersdenkende kost een volle nachtrust. met als gevolg dat niet alleen prinsesjes als Ellian gek aan het worden zijn (als ze het al niet zijn), maar dat als het zo doorgaat iedereen knettergek wordt van dit gedrag. Of vermoeid. Laten we het maar op het laatste houden: liberalen zijn dodelijk vermoeiend.

Noten

[1] Groot-Brittannie moet sharia overnemen op Elsevier.nl d.d. 7 februari 2008.

[2] Zie Visie dr. Williams op sharia naief door Patrick Sookhdeo, in Reformatorisch Dagblad d.d. 12 februari 2008.

[3] Ik gebruik hier de term "nationalisme" in de meest gebruikte zin: die van "staatsnationalisme".

[4] Al moet ik daarbij zeggen dat het (evenals in de islam) kunstmatige karakter van het moderne Jodendom eerder wordt begrenst door haar niet-missionaire grondhouding die voortkomt uit haar godsdienstig/etnische exclusiviteitsdenken.

[5] Erdogan tegen Turken: niet te veel aanpassen op Elsevier.nl d.d. 11 februari 2008.

[6] Neutrale rechtsstaat, behoed ons voor Eurabie door Afshin Ellian op Elsevier.nl d.d. 13 februari 2008.

Geen opmerkingen: