vrijdag 23 oktober 2009

Conservatieven ruzien rond een cafe-probleem

Het lukt conservatieven maar niet hun rijtjes gesloten te krijgen en zo iets van de grond te tillen. Het initiatief “Conservatief Café” krijgt op het conservatief-liberale groepsblog DagelijkseStandaard.nl nogal kritiek vanwege de invulling van het komende Conservatief in Gouda d.d. 5 november. Deze tweede bijeenkomst zal weer worden ingevuld door of rond de persoon van Bart Jan Spruyt. De eerste keer gaf deze conservatieve denker en publicist een causerie over het conservatisme in Nederland. De tweede keer zou dr. Ad Verbrugge komen spreken over het onderwijs, voorafgegaan door een boekpresentatie van het jongste boek van Spruyt: Wie eenmaal heeft liefgehad. Toen Verbrugge verstek moest laten gaan, is ervoor gekozen de gehele bijeenkomst te laten bepalen door het boek en een drietal reacties van protestanten op dit boek. Het betreft twee CDA’ers (E. Bilder en dr. H. Klink) en één SGP’er (Menno de Bruyne).

Een aantal reageerders vinden de bijeenkomst teveel een ‘christelijk karakter’ dragen, worden daardoor niet aangesproken door de opzet en laten zelfs een zekere irritatie doorklinken in hun reacties. Waarom alweer Spruyt? En waarom de tweede keer zelfs een expliciet christelijke benadering en invulling het conservatisme?

Laat ik voorop stellen dat ik kom en dat ik zelfs graag kom. En ik neem ook enkele vrienden (van bitterlemon) met me mee. Waaronder een noorderling die dan maar naderhand bij mij moet overnachten. Vanuit Groningen is Gouda ver weg. Maar het heeft zijn charme; met de studiekring in Groningen overnacht er ook altijd wel iemand bij een mede-kringlid. En waarom kom ik graag? Ten eerste vanwege het initiatief. Ten tweede vanwege de personen van Spruyt en Klink. Ten derde omdat de eerste keer me uitstekend is bevallen qua verzorging en locatie. Café-restaurant De Zalm’ is een fantastisch gekozen locatie omdat hier, in de oudste herberg van Holland (1551) in 1868 de eerste (en enige) conservatieve partij van Nederland werd opgericht. Het is maar dat u het weet. Ik was dus sowieso gekomen, ook als het geen Conservatief Café had geheten, maar ‘Ds. Doornenbal-café’ o.i.d.

Maar ik kan de kritiek voor een belangrijk deel wel begrijpen. Het is waar: het conservatisme in Nederland heeft nu eenmaal een sterk confessioneel karakter. Maar dit is niet alleen deels waar; het is ook deels het probleem van het conservatisme in Nederland. Want juist het christendom in Nederland is sterk fideïstisch en burgerlijk gekleurd. Het is tam, sterk op geloofszaken gericht, heeft nauwelijks gevoel van grassroots, weinig besef van traditie en is historisch gezien hoogstens een modern produkt. Kortom: het doorsnee christendom in ons land is net zo weinig inspirerend als het doorsnee liberalisme voor de liberaal en het doorsnee progressivisme voor de progressief. Spruyt en Klink zijn mooie uitzonderingen, maar daarmee bouw je geen conservatief discours op.

Om conservatisme meteen met christendom samen te laten vallen is weinig aansprekend, zowel voor christenen als voor niet-christenen. En het is problematisch. Want welk christendom is conservatief? En hoe dan wel? Misschien dat Spruyt op deze vraag een zinnig antwoord kan geven; misschien ook niet – of doet hij dat gewoon niet op dat moment. Maar ik ga dan ook niet voor het conservatisme naar Gouda. Ik ga voor de gezelligheid, voor groepsvorming etc. En voor Spruyt en Klink. Dat de organisatoren hiermee een schot afvuren richting de confessionele politiek is hun goed recht. En: Spruyt is nog steeds boegbeeld van het conservatisme en bovendien confessioneel. De kritiek van sommigen neigt bovendien teveel naar kritiek op Spruyt - omdat hij in feite conservatisme en christendom teveel samen wil nemen – en dat is een beetje flauw. Als er iemand is die in zijn functioneren voor de Burke Stichting het confessionele component van conservatisme in Nederland heeft ingeslikt, dan is het Spruyt. Juist om zo breed mogelijk liberalen, agnosten, klassieken en ander grut bijeen te rapen, werden namen als Groen van Prinsterer, Kuyper en Schaapman niet of nauwelijks genoemd. Wat heeft dit opgeleverd? Een loyale Cliteur? Een loyale Ellian? Nee, natuurlijk niet.

Dit land heeft weliswaar een klein vijvertje vol met zogenaamde conservatieve boegbeelden, maar werkelijk conservatief zijn deze lieden niet. Cliteur bleek met de kwestie ‘Carotta’ een christenhater te zijn van het domste soort, zodanig dat zelfs mede-atheïst en mede-republikein dr. Anton van Hooff zich kapot aan hem ergerde. De enige verdienste van Cliteur voor het conservatisme is zijn dissertatie en daarmee is alles gezegd. Werkelijk moedige dingen zul je van hem niet horen. Hoogstens laffe oproepen tot atheïstische repressie, zoals in zijn jongste opiniebijdrage in Trouw. Zet naast Cliteur en Ellian iemand als Robert Nisbet (waarvan ik nog steeds niet weet of hij wel of niet religieus was) of een Chesterton voor zijn bekering (in What’s wrong with the world?) en het verschil is levensgroot.

Voor werkelijk moedige – en daarmee werkelijk inhoudelijke – woorden uit conservatieve mond moet je in het buitenland zijn. In Duitsland heeft men Junge Freiheit en Sezession. In Amerika Chronicles en Takimag.com. In Engeland Quarterly Review. In Nederland hebben we niet dergelijke media en spreekbuizen van rechts, tenminste niet van een dergelijk hoog niveau. Daarbij vergeleken is ook bitterlemon.eu een kleine jongen. Zelfs in de context van Amerikaanse neoconservatieve kringen is Cliteur niet meer dan een dorpsgek.

Ik koppel welbewust ‘moedig’ en ‘inhoudelijk’ aan elkaar. Wie in deze politiekcorrecte en totalitaire liberale belevingscultuur niets anders weet dan het evangelie van gelijkheid, meningsuiting en vrije markt te reciteren, heeft ons niets te zeggen. Want wie zegt wat duizenden betaalde staatslakeien reeds jarenlang verkondigen, is overbodig. Iedereen is tegen de islam en iedereen is voor vrijheid van meninguiting, de scheiding van kerk en staat en het knuffelen van gays.

Waar we dus in ons land heel wat van hebben – naast de Cliteurs – zijn de schoothondjesconservatieven die op podia als de DagelijkseStandaard.nl of op hun eigen blog beginnen te janken als er op bitterlemon.eu een stuk verschijnt dat hun onwelgevallig is. Werkelijk afwijkende meningen is men als de dood voor. Stel je eens voor dat links geïrriteerd zou raken, of dat er iets gezegd zou worden wat werkelijk nergens anders te horen is!

Mijn advies aan de jongens van ‘Conservatief Café’ is dan ook om zich niet te spitsen op Nederlandse conservatieve bobo’s, maar op werkelijk interessante geluiden. Desnoods houdt men een forum, zet men wat jonge academici op een thema of nodigt men een interessante Duitse spreker van Sezession uit en vertaalt men deze simultaan en kletst men er wat over door. Er zijn nu eenmaal niet veel interessante conservatieve sprekers. Of ze zijn wel interessant, maar niet conservatief (ook altijd nog een mogelijkheid). Of beter nog: nodig een revolutionaire conservatief als Götz Kubitschek uit. Dan zien we meteen wat voor truttig conservatief en/of conservatief-liberaal discours we er in Nederland op na houden. Maar niet iedereen is Kubitschek. En niet iedereen is een Robert Nisbet. Dus ga ik 5 november met plezier naar Gouda om iets over een zekere dominee J.T. Doornenbal te horen. In de mooie Sint Jan in Gouda. Dat is beter dan een blogposting schrijven. En beter dan Cliteur in Trouw tegenkomen. Daar heb ik wel een reisje voor over.

Geen opmerkingen: