donderdag 30 april 2009

Hinken op twee benen

Na het vertrek van partijideoloog prof. Frank Ankersmit bij de VVD, is ook het CDA één van haar ideologen kwijt: prof. Anton Zijderveld. Deze prof. was tot voor kort een belangrijke ideoloog binnen het CDA. Wat beweegt deze saaie hooggeleerde heren om bij het verlaten van hun honk toch nog een keertje hard met de deur te slaan?

Voor Ankersmit was de kredietcrisis de aanleiding, en dan vooral de reactie van de VVD hierop. Deze reactie was volgens Ankersmit louter economisch en in een wereld die zulke grote veranderingen tegemoet gaat is het primaat volgens Ankersmit niet aan de economie, doch aan de politiek. Economische - en liberale - feiten en wetmatigheden van weleer mogen dan hard zijn, onze tijd heeft laten zien dat ook harde feiten kunnen misleiden. De economische blikverenging die hiervan het gevolg was, is mede verantwoordelijk voor de enorme economische puinhoop waarmee we nu zijn opgezadeld; een puinhoop die de politiek moet zien op te ruimen.

Bij Zijderveld ligt het ietwat anders. Niet de vraag naar het primaat van de politiek, zoals bij Ankersmit, was voor prof. Zijderveld aanleiding het CDA-schip te verlaten, maar de vraag naar de aard van de politiek zelf. Met lede ogen ziet de Rotterdamse hoogleraar sociologie hoe een fenomeen als populisme, met de bijbehorende emoties, onderdeel gaat uitmaken van ons politieke systeem, en dat zelfs binnen het CDA niet iedereen op voorhand een eventuele samenwerking met de PVV van Wilders uitsluit.

Dus stapte Zijderveld uit 'zijn' partij onder relatief groot misbaar. Hij had als een antipopulist ervoor kunnen kiezen geduld te betrachten of zijn mond te houden om zo een gedegen middenpartij niet extra en onnodig te verzwakken. Zijderveld koos er echter voor om als populistische prof het CDA voor schut te zetten en te doen alsof de christendemocraten nu al tegen de PVV van Wilders aanschurken - waarvan in werkelijkheid in het geheel geen sprake is.

Tijdens een debat tussen Zijderveld en Dick Pels zette de eerste gisteren nog eens uiteen hoezeer populisme het politieke klimaat vergiftigd. Het taalgebruik vergroft, de humor verdwijnt en maakt plaats voor beledigingen en sarcasme. Politiek wordt steeds meer emotiepolitiek terwijl de noodzakelijke nuchterheid volgens Zijderveld de boventoon dient te voeren. Pels ziet het wat anders. Volgens hem vertolken populisten de stem van de uitdagers van het systeem. Populisme voorkomt dat ons bestel een zelfgenoegzaam systeem wordt waarin regenten de dienst uitmaken en het volk buitenspel zetten. De winst van Fortuyn, namelijk de introductie van het populistische element in onze politiek, mag niet teniet gedaan worden.

Zijderveld erkent weliswaar het belang van de pathos, maar prevaleert de nuchterheid. Een democratisch systeem is volgens hem te broos om aan populisten over te laten. Populisme vreet alles aan en daarom, zo zegt Zijderveld, "past populisme niet in een democratie". Hierin klinkt eenzelfde kritiek als van Ankersmit in de woorden van Zijderveld door: de werkelijkheid is te complex om over te laten aan een enkele benadering.

Nu zijn beide fenomenen - populisme zowel als nuchterheid - simplificaties van de echte werkelijkheid, zowel de emotie waar Dick Pels over heeft (net zoals iemand als Henri Beunders) als de zogenaamde 'nuchterheid' van Zijderveld. Beide aspecten vertegenwoordigen een ongeoorloofde vorm van relativering. Nu zullen beide heren relativering' omhelzen. Maar ik bedoel hier niet de relativering als het 'in een breder perspectief zetten van de dingen', maar relativering als 'niet serieus nemen' van de dingen - zeg maar: het afzwakken van serieuze zaken van belang.

Humor en relativering ontspringen namelijk niet aan een krampachtige houding - van zowel Zijderveld als Pels - om recht te doen aan de complexiteit van de werkelijkheid. Humor en relativering zijn op hun best, en overtuigen des te meer het volk, wanneer ze ontspringen aan een sterke verbondenheid met het volk en haar belangen en zijn verworteld in een sterke ondergrond. Populisme versimpelt de realiteit van bijvoorbeeld verbondenheid aan een vaderland tot een platte emotie waar politici mee kunnen doen wat ze maar willen (als ze maar slim genoeg zijn). Met gebruikmaking van de 'nuchterheid' desnoods. Want 'nuchterheid' bij moderne politici en beleidsmakers is vaak weinig meer dan gerationaliseerd ressentiment. Politieke nuchterheid is het instrument waarin de weerzin tegen de oude waarden voorkomt dat deze oude waarden ooit nog een voet aan de grond krijgen. Een gevoel van Nederlandse identiteit is dan mooi, maar het moet niet ten koste gaan van ons internationale politieke imago, van onze handelsbelangen of van hoe immigranten zich al dan niet buitengesloten worden.

Zowel Pels als Zijderveld (alsook Ankersmit) vergeten het belangrijkste element van een gezonde politiek: vaste waarden en principes die zijn gegrond in een concrete historische en culturele setting. Wie emotie en nuchterheid bij elkaar optelt, hinkt nog steeds, zij het op twee benen. Dan op het ene been, en daarna op het andere been. Wie nuchter is, staat op zich nog voor niets. Wie het geheel in ogenschouw neemt is juist geneigd de massa buiten spel te zetten die niet in staat is het geheel te bezien. De agnost Zijderveld sluit het volk uit met zijn nuchterheid. Populisme kan dit weliswaar uitdagen, maar in een emotiepolitiek spel zijn het juist de handige cynici die het spel beheersen.

Wetenschappers als Zijderveld en Pels zijn vaak onhandige cynici. Als agnosten geloven ze nooit werkelijk ergens in, maar het fatsoen hindert deze lieden in het uitspelen van het harde spel van politiek. Allen geloven ze in het primaat van de politiek. Allen zijn het exponenten van de onmacht van de partijideologen. Al de genoemde lieden voeden op hun eigen manier de huidige dynamiek van de politiek waarin blikvernauwing zowel desastreus is als een noodzakelijke correctie op het systeem. Dit moet een keer verkeerd aflopen; is het niet tijdens de huidige crisis, dan wel tijdens de volgende. Het zal namelijk echt verkeerd aflopen zolang de politiek niet doorheeft dat nuchterheid en emotie slechts gedijen in een politiek klimaat waarin onwankelbare principes het eerste en het laatste woord hebben.

Iemand die werkelijk ergens in gelooft, mag gerust een populistisch moment doormaken. Iemand die nergens in gelooft, zoals de agnost Zijderveld, is zelfs in een staat van nuchterheid bezig met volksverlakkerij.

Geen opmerkingen: