donderdag 19 maart 2009

Rechtse media

Waar zijn de rechtse kranten? De rechtse omroepen? De journalisten, opiniebladen? Waar is de stem van de rechtse, hardwerkende Nederlander? Deze rechtse Nederlander werkt hard, stemt zo nu en dan op min of meer rechtse kandidaten, maar heeft geen stem. Rechtse mensen zijn nogal stom; men laat zich toespreken, maar spreekt zelf nauwelijks. Maar bij sommigen is er een zekere irritatie te bespeuren, en de laatste tijd steekt keer op keer de vraag op: waar zijn de rechtse media?

Om ons tot de krant te beperken: waar zijn de rechtse kranten? Volgens de conservatieve publicist en Elsevier-columnist Bart Jan Spruyt zijn alle kranten en opiniebladen één pot nat. Uitgezonderd de Telegraaf en Elsevier is alles volgens Spruyt "links van het midden". Alles wordt door linkse mensen volgeschreven en door het grote geld gedicteerd, gesaneerd en gefuseerd. Volgens Spruyt zijn de opiniepagina's het eerste slachtoffer van de bezuinigingsdrang van de geldschieters. Spruyt betreurt dat; kranten zijn volgens hem cultuurdragers die voor kwaliteit en pluriformiteit in moeten staan. Zijn collega-columnist bij Elsevier, Simon Rozendaal, zegt het iets anders: wat ontbreekt zijn media waarin rechts en intelligent worden gecombineerd. Met dit criterium valt ook de Telegraaf volgens hem af en blijft de Elsevier alleen over. Hoe dan ook, rechtse media zijn er nauwelijks, en als ze er zijn, dan zijn ze volgens Rozendaal dom. Twee opmerkingen.

1 Wat is rechts? ~ Enige tijd geleden deed de VU-politicoloog André Krouwel onderzoek naar het zogenaamde 'linkse' karakter van de Nederlandse kranten. Hij vond dit wel meevallen. Wat is volgens hem rechts? Krouwel: "In een links artikel over economie staat bijvoorbeeld dat de staat meer moet ingrijpen of dat de topsalarissen lager moeten. Een rechts artikel prijst de marktwerking en stelt dat er meer aan de de vrije markt moet worden overgelaten." Nu is Krouwel zowel wetenschapper als PvdA-lid. U mag raden uit welken hoofde hij - en waarschijnlijk al zijn soortgenoten - nog steeds de karikatuur wat betreft rechts in stand houden. 'Rechts' is volgens Krouwel hetzelfde als 'liberaal', en wie liberale neigingen vertoont, vertoont dus ook rechtse neigingen. Een rechts standpunt zou kunnen zijn: "De economie heeft nooit het eerste en het laatste woord, evenmin als dat de politiek dat heeft." Een ander rechts standpunt zou kunnen zijn: "Het probleem ligt niet in overheidsingrijpen of topsalarissen, maar in de structuur van multinationals an sich evenals in het bestaan van de managementcultuur en het fenomeen 'manager'." Ook wie het hele onderzoeksrapport van Krouwel en zijn medewerkers leest, komt er neit echt achter wat 'rechts' nu precies inhoudt. Het is vooral twee punten: voor een vrijere economie en tegen (ongeremde) immigratie. Krouwel gaat er vanuit dat er sowieso rechtse kranten bestaan. Het veld dat hij aantreft deelt hij dus op in 'links' en 'rechts'. Dat wat voorhanden is, bepaalt zijn visie op rechts. Bijvoorbeeld: wie vaak rechtse politici citeert, is eerder 'rechts'; maar ook: de kranten die 'rechtse politici' vaak citeren, hebben dan ook meteen iets met 'rechts' van doen. De mogelijkheid dat 'rechts' iets anders zou betekenen dan een PVV verkondigt, of de mogelijkheid dat er misschien helemaal geen 'rechtse' media zijn te vinden is in dit onderzoek bij voorbaat uitgesloten. Natuurlijk: rechts is te hanteren als een relatief begrip in een links-rechts-spectrum. Hierbij twee opmerkingen:
1) Dit onderstelt een 'rechts' medium representatief is voor een bevolkingsdeel dat zich 'rechts' zou noemen. Deze vermeende representatie is juist het probleem: worden 'recthse' mensen wel vertegenwoordigd? Nu bepaalt het links-rechts-spectrum van de media de inhoud van rechts' bij de burger. Als het ware een omgekeerde representatie: de burger vertegenwoordigt de media. Op zichzelf al een 'anti-rechts' statement.
2) Het probleem zit niet alleen in het onderstellen van een rechts publiek en in het omkeren van de representatie; het probleem is allereerst: is er een rechts volksdeel dat zichzelf 'rechts' noemt op basis van specifieke rechts punten die - al dan niet bewust - zijn ontleend aan een coherent waardenstelsel dat als fundamenteel 'rechts' kan worden bestempeld, in relatie tot een soortgelijk 'links' waardenstelsel? Het zichzelf 'rechts' vinden is een groot probleem - want wat denken anderen daarvan - en wordt bovendien versterkt door media en mediaonderzoeken die 'rechts' labelen op thema's waar misschien wel klassieke rechtse mensen voor terug zouden schrikken (en die zich dus ook niet als 'rechts' zullen manifesteren, zelfs al zouden zij het echte 'rechts' vertegenwoordigen). Dit is een ingewikkelde manier die eigenlijk op één ding neerkomt: maak eerst maar eens duidelijk wat 'rechts' is, ongeacht politiek, economie en media. Dan pas praten we verder.

2 Wat is een rechts medium? ~ De vraag naar rechtse media is niet alleen een vraag naar 'rechts', maar ook een vraag naar de media zelf. De genoemde Rozendaal en Spruyt lichten beide een tipje op van wat een medium, zoals bijvoorbeeld een krant, zou moeten zijn. Volgens Spruyt is een krant, naast de verschaffer van nieuws, "een cultuurdrager die voor kwaliteit en pluriformiteit in moet staan." Rozendaal zegt het ietwat simpeler: een krant moet intelligent zijn, scherp en mag zeggen wat je zelf niet denkt. Dit laatste aspect - de lezer confronteren met zaken die buiten het directe blikveld en primaire bevattingsvermogen van de lezer liggen - is een aspect dat verder reikt dan het eenvoudige feit van nieuwsvoorziening. Kranten moeten de burger als het ware open minded houden; een kritische krant moet de lezer kritisch houden; een intelligente krant daagt de lezer uit en vormt deze ook. Dat klinkt mooi, maar bevat tegelijkertijd een probleem. Rozendaal gaat, en in zekere mate ook Spruyt, uit van een zeker eenrichtingsverkeer tussen medium en ontvanger van de boodschap (de lezer). De burger is geïnformeerd met de informatie die hem verschaft is door kranten, de richting van zijn denken is gestuurd door de kritische vraagstellingen van de journalist, de abstracte intelligentie is uitgerust en voorzien van bronnen, beelden en concepten die voordien zijn ontsproten aan het journalistieke en politiek-bestuurlijke discours.
De krant als medium is dus niet, zoals Spruyt zegt, een "cultuurdrager", maar allereerst een cultuurvormer. Vooropgesteld dat de cultuur - ook de politieke cultuur - niet zonder media als dragers kan bestaan en kan worden overgedragen. Wij delen deze vooronderstelling uiteraard niet. Volgens deze insteek is de krant slechts cultuurdrager indien cultuur het resultaat is van ons denken. Indien de cultuur - en dat lijkt mij toch een juistere benadering - echter op een fundamentele wijze aan dit denken en aan de media voorafgaat is elke pretentie van een medium om cultuur te vormen niets anders dan cultuurvervorming. Cultuur is het geheel van uitingsvormen van een onderliggende werkelijkheid: die van de geschiedenis, de natuurlijke bepaaldheden en religieuze gesteldheden van een land. Iedere vorm van 'hogere' cultuur is niet meer dan een bijzondere uiting van de algemene - 'lagere' of populaire - cultuur van een natie. Een rechts medium moet doordrongen en doordrenkt zijn van dit besef. Een krant kan dus nooit een cultuurdrager zijn; alleen dat wat groter is dan de krant, bijvoorbeeld bepaalde historisch verwortelde instituties, kan zo'n drager zijn. En, eigenlijk kan alleen de ondergrond die aan deze verwortelde instituties vooraf gaat de werkelijke drager van een cultuur zijn. Voor rechtse mensen is het politieke of economische discours van secundair belang, ook wat betreft een medium als 'krant'.
Waar het om gaat is verworteling in de cultuur en de verbondenheid aan instituties zoals huwelijk, kerk en volk, maar ook ondernemingen, gildes en adel - of instituten die daar in onze tijd op lijken. Het zijn deze instituties die voor de openheid zorgen; hun belang is de motor achter de vraagstelling van de journalist, is het intellectuele referentiekader waarin opinies worden vormgegeven. Niet de krant zorgt voor de openheid; het instituut zorgt voor openheid én verworteling. De krant is het medium dat de burger deelgenoot maakt aan de beweging van natuur, geschiedenis en godsdienst van een volk, van verbanden. De krant is een middel om te verwortelen door verwortelde kennis te verkrijgen, geijkt in de traditie van instituties die hun waarde hebben bewezen. Een rechts medium is dus een expliciet medium.
In dit opzicht is Het Financieele Dagblad een rechtsere krant dan de Telegraaf, aangezien het belang van de eerstgenoemde krant duidelijk is en expliciet wordt gesteld. Maar het karakter van een rechts medium gaat verder. Een rechts medium, zoals een krant, expliciteert niet alleen de grondgegevens van een cultuur, zoals natuur, historie en godsdienst, maar impliciteert bovendien ook. Ze impliciteert namelijk het a-politieke aspect van het leven. Een rechtse krant is zakelijk omdat het apolitieke leven - het dynamische leven is zelfs fundamenteel a-politiek van karakter - zich niet leent voor medialisering. Volkscultuur leent zich niet voor een weergave in artikelen over lifestyle, in vrouwenpagina's of sportkaternen. Een rechts medium kent hierin haar maat. Waarom zouden burgers in Appingedam geïnteresseerd moeten zijn in voetbalelftallen uit Tilburg? Aandacht voor Tilburgse voetballers, degenereert juist het belang van het plaatselijke elftal. Aandacht voor shows in het Amsterdamse Carré inflateert de theatervoorstelling van de plaatselijke toneelvereniging.
Een rechts medium kent dus niet alleen de wortels van het publiek, het belang, maar ook de maat van haar publiek. Deze maat is allereerst menselijk. Een economische krant schrijft niet voor ondernemingen, of economisch geïnteresseerden, maar voor ondernemers. Een gewone krant schrijft over politiek gericht aan burgers van een land, een landsdeel of een stad over bestuurders die een ambt bekleden, een roeping dienen te hebben en opereren op de basis van publiek belang en publiek vertrouwen, welke is gelegd in de specifieke geschiedenis van bijvoorbeeld ons land. Een Nederlandse rechtse krant ontkomt dus niet aan banieren en vaandels in de zin van "Kerk, Vaderland en Oranje".

Wie bovengenoemde twee punten leest, merkt vanzelf de afstand tussen het ideaal van een rechts medium, zoals een krant, en de werkelijkheid van Nederland Anno 2009. Is bijvoorbeeld een krant als de Telegraaf een rechtse krant? Haar verworteling in de Nederlandse geschiedenis gaat niet verder terug dan de kabinetten Paars 1 en 2, en de invoering van de Wet Gelijke Behandeling. Het Oranjehuis is een fenomeen uit de Royalty-watch (dat is een onderafdeling van de Society-watch) en daarnaast een storende kostenpost die kruideniersachtige lezers uit Almere maar niet willen begrijpen. Wel beseft deze krant dat het a-politieke onderdeel is van het belang van de burgers. Het is dan ook niet gek dat André Krouwels signaleerde dat op de voorpagina van deze krant zo vaak niet-politieke onderwerpen staan. Maar ook hierin is de Telegraaf een schoolvoorbeeld van het feit dat populaire cultuur geen weergave is van de volkscultuur, maar in een eerder stadium een onmatige karikatuur om op den duur te verworden door een vervangingsmodel van commercieel en stilistisch vormgegeven onderbuiksensaties.
Rozendaal heeft het mis als hij deze krant 'dom' noemt. Het is integendeel een slim product om lezers te paaien als krantenconsument. En dit ze door wel degelijk bepaalde 'rechtse' elementen uit te venten, zoals succesformules etaleren in de vorm van artikelen over topsporters, topondernemers en topacteurs. En ze doet dit door het onrechtvaardige karakter van de moderne verzorgingsstaat en het kunstmatige karakter van onze politieke elite vorm te geven in een niet aflatende stroom van megakritiek. Maar conceptueel deugt deze krant niet, evenmin als alle andere andere kranten, uitgezonderd misschien Het Financieele Dagblad. Moet er dus een 'rechtse' NRC komen? Of een rechtse Volkskrant? Niet voordat we eruit zijn wat een rechts medium precies is. En daarbij moeten we ook andere vragen beantwoorden die we nu moeten laten rusten, zoals: wat is een 'rechtse' journalist? Waarom zijn media, ook 'rechtse', altijd zo door en door saai (en is dit te voorkomen)? En: waarom willen we rechtse media als deze media op den duur toch verlinksen?

Op de vraag waarom rechtse media altijd verlinksen wil ik iets meer zeggen. Als we deze vraag kunnen beantwoorden, en wanneer we kunnen afspreken hoe we in de toekomst zo'n verlinksing kunnen voorkomen, zijn we wellicht in staat om een rechts medium vorm te geven en op te richten. De vraag is belangrijk. Want wie spreekt over 'linkse' kranten, omroepen, bladen en uitgeverijen spreekt vaak over oorspronkelijk rechtse media die links zijn geworden. Wie enkele leden van de oude garde van de NRC bekijkt, zoals J.M. Bik en J.L. Heldring, snapt niet dat de huidige krant bestaat uit Birgit Donkers, Bas Blokkers en Marc Chavannessen. Hetzelfde kan van dagbladen als de Volkskrant en Trouw worden gezegd. Een verwijzing op het proces van ontzuiling, die volgde op de verzuiling, is niet afdoende om het proces van verlinksing te verklaren. Verlinksing is niet een typisch Nederlands fenomeen, al zal in een analyse dit aspect wel moeten voorkomen. Verzuiling en ontzuiling is echter niet de verklaring van dit probleem, maar onderdeel van de vorm van het proces dat we zullen moeten beschrijven en ook dienen te verklaren.
De vraag naar het rechtse medium is één van de belangrijkste vragen voor rechtse, voor conservatieve mensen. Het is niet alleen de vraag naar waar we voor staan, maar ook die naar de wijze van vormgeven, presenteren en institutionaliseren van dat waar we voor staan. Totdat we op een serieuze manier deze klus hebben geklaard, heeft elke column, elk groepsblog een voorlopig karakter. Een aanzet is goed; er zijn echter al zoveel aanzetten in voorlopigheid weggegeven dat de vraag zich aan ons opdringt: is de voorlopigheid die uit alle 'rechtse' columns, oproepen en blogs klinkt, met alle respect, niet zelf een uiting van het onderliggende probleem van 'rechtse media'? En wordt het niet eens tijd een stap verder te zetten, zonder meteen het ei van Columbus gevonden te hebben in allerlei bestaande initiatieven, en onder meteen mee te liften op anderen omdat we ten diepste zelf niet weten wat we willen?

Geen opmerkingen: