woensdag 22 juli 2009

De opstand der elites

Hoe stop je Wilders? Er is al veel geschreven over de opkomst van de PVV en van Wilders. De elite schrijft zich lam en haar conclusies liegen er niet om: de PVV zou de-stabiliseren, net zoals Fortuyn dat eerder deed. Negeren heeft geen zin als de media niet meewerken. Een cordon sanitaire heeft geen diepgewortelde traditie, bestaat in feite al en zou bij een doorbreken ervan vooral voor grote schade onder de gevestigde partijen zorgen. Moeilijk, moeilijk, moeilijk dus. Maar onze intellectueel-elitaire Minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst weet de oplossing: "Waar ik op dit moment naar snak is dat de intellectuele elite van Nederland in opstand komt.'' De oplossing is dus 'opstand'. Waartegen in opstand? Tegen de "vergroving, de samenleving die extreemrechts propageert is niet het Nederland waarin wij willen leven."

Voor links Nederland is elk jaar het jaar van de opstand. Een opstand is makkelijk. Roep 'opstand', barricadeer deuren, leg treinverkeer plat. Roep leuzen, werp verfbommetjes, en je ziet: de elite moet het veld ruimen. Dat is het model van de klassieke opstand sinds het begin van onze jaartelling: het jaar 1968.

Maar dit truukje raakt uitgewerkt. Het truukje van: verzamel wat linksig, universitair gevormd volk bijeen, laat ze boos wat roepen, maak de nette burgers bang, laat het linksig volk haar terechte (want linkse) grieven spuien in media en politiek, schuif ze de belangrijkste baantjes toe op universiteiten, krantenredacties en politieke partijburelen; het volk drentelt wel mee, iedereen lacht zich te barsten om de grappen van linkse cabaretiers, iedereen betaalt zich een breuk om de linksigen te onderhouden, iedereen zwijgt van de wieg tot het graf. Dit is de geschiedenis van Nederland (en de rest van de Bosatlas) tijdens de afgelopen decennia. Het truukje werkte totdat de verlinkste media erachter kwamen dat er ook nog lezers, adverteerders en echte gebeurtenissen waren in een wereld die niet links is, maar wel door linksen wordt gedomineerd. Het truukje werd lachwekkend toen Wilders een lange neus trok naar de linksen. Het schouwspel dat toen volgde was indrukwekkend: de elite die alle academies bevolkt, de media beheersen, het leger en politie achter de hand hebben, de miljarden door hun vingers laten gaan; deze elite werd benauwd toen er iemand bleek te bestaan die niet was geïmponeerd.

Want de elite van Wim Kok en Jan Pronk droeg dan wel stropdassen - deden ze zelfs af zoals Wouter Bos, maar het was een spel. Met stropdas om was men sociaal-democraat die burgers uitkneep voor goede doelen (ontwikkelingssamenwerking, de portemonnee van Wim Kok); zonder stropdas bleek Wouter Bos nog steeds een carrièrekapitalist die het truukje van 'solidariteit met rood windjack' in verkiezingstijd kon afspelen. En toen was er Guusje. Een van de vrouwen die vanwege hun vrouw zijn ons land regeren en sociaaldemocratische mannen vanwege hun man-zijn verbanden naar de gemeentepolitiek van onder meer Utrecht. Guusje, de vrouw van het 'blind solliciteren'. Van vrouwen aan de top. Deze Guusje liet van zich horen. In het objectieve, links-intellectueel-grachtengordel-linkse opinieweekblad van Nederland: Vrij Nederland. In dit blad gaf 'onze' (?) Minister van Binnenlandse Zaken een interview aan dat volksdeel van Nederland dat ook wel "elite" wordt genoemd.

Het volksdeel "elite" moet volgens haar in opstand komen tegen het volksdeel "volk van Nederland". Guusje: "Waar ik op dit moment naar snak is dat de intellectuele elite van Nederland in opstand komt". Als dienaar van de staat heb je de plicht een opstand af te kondigen richting het volksdeel dat zich bezondigt aan grote overtredingen, zoals: vraagtekens plaatsen bij de autoriteit van een anti-autoritaire Guusje ter Horst. Met wat voor autoriteit kondigt onze minister een opstand af tegen het volksdeel "volk"? Zoals Syp Wynia op Elsevier.nl reeds snedig opmerkte dat deze minister zelf lid is van de elite, zich als studente juist tegen de elite keerde, en zich zelfs anti-autoritair noemde. Wynia: "Haar ruggengraat buigt mee met haar rol."

Er is meer aan de hand. Guusje was als studente tegen een elite van huisvaders, kerkvaders, ondernemende vaders en besturende vaders. Ze keerde zich tegen de autoriteit van hen die hun autoriteit niet ontleenden aan de macht van de staat; ze keerde zich tegen elke macht die niet voortkwam uit de moderne, neomarxistische machtsmachines van politiek, media en academie. Dat was toen ze jong was. Nu ze ouder is geworden, waant ze zich het produkt van gelouterde macht: de macht van de met een mantelpakje omspannen gedoofde, socialistische ziel.

Guusje is het toonbeeld van ware, gelegitimeerde, elitaire macht. Guusje is het product van emancipatie, van afbraak van cultuur en nationale identiteit. Guusje is op een professionele wijze tegen mannelijke politiechefs en voor linkse, feministische vrouwelijke politiechefs. Ze was op een professionele wijze voor geblinddoekt solliciteren, en tegen open kaart spelen. Kortom: ze is voor de macht van de bureaucratie, van de blinde machten, van de gelouterde vooroordelen, van de vrouwelijke suprematie.

Guusje is dus tof. Ze kent het klappen van de zweep. Roep je het volk op tot opstand tegen de elite, dan ben je een criminele populist. Roep je de machthebbers op tot opstand tegen haar consumenten-onderdanen, dan ben je integer, zoals Guusje. Je dient immers het volk waar je op schiet. Zoals een militair zijn vijand dient die hij tussen de ogen mikt.

Guusje ziet wel iets over het hoofd. Een kleinigheidje. Haar elite is al decennialang in opstand. Tegen het volk, de cultuur, de religie, de gezinnen, het onderwijs, etc. Met andere woorden: Guusje is dus reeds lang in opstand. Deze onzorgvuldigheid zij haar vergeven. Wie zolang in opstand is, vergeet vanzelf dat er nog leven buiten de opstand is.

Ik hoop dat de opstand lukt. Want het zou een mooie opstand worden. Een opstand van de kranten tegen de lezers en de adverteerders. Van de belastingdienst tegen de belastingbetalers. Van de generaals tegen de soldaten in het veld - tegen dit slecht geïnformeerde loopgravengajes, dat geen goed boek leest, maar slechts de kogels van de tegenstander rond de oren hoort fluiten. Een opstand van rechters tegen gevangenispersoneel. Van bankdirecteuren in snelle auto's tegen flitspalen met blikvernauwing. Van linkse lesbo-theologen-korpschefs van Kennemerland tegen de geüniformeerde agenten op straat. Met als afsluiting een opstand van Guusje ter Horst tegen de Partij van de (Telegraaf-lezende) Arbeiders; een opstand van de intellectuele drenkeling tegen degene die hem wil redden, maar ondertussen onwelriekend naar transpiratie geurt.

Kortom: een opstand zoals nooit tevoren. Geboren uit het verlangen van Guusje ter Horst, gesmoord in de sisser waarmee zij afloopt: het geld is op, de burgers zijn op, het land is op.

Geen opmerkingen: