donderdag 16 juli 2009

Leven en sterven in een open wereld - bij de uitvaart van Pieter Huys

Gisteren is Pieter Huys ten grave gedragen. Met een plechtige uitvaartmis vanuit de Sint Francisuskerk in Sint Kruis bij Brugge nam de familie afscheid van een geliefde man, vader, grootvader en peetvader. Ook tal van vrienden, medearbeiders en medestrijders namen afscheid. Maar in de tranen nam de Kerk geen afscheid. In een homilie van Mgr. prof. Schooyans werd de blik van de droevige aanwezigen afgewend van de gestorven Pieter Huys naar de levende God waarvan mr. Huys zich een kind mocht weten. De Kerk neemt afscheid, maar verwelkomt tegelijkertijd. In de hemelse liturgie van de Heilige Eucharistie is de Kerk een voorportaal van de hemel. In de consecratie zien wij op Jezus die aan de rechterhand van God zit; zingen wij de dode toe als levende; horen wij het gebed van de gestorven heiligen voor hun strijdende broeders en zusters op aarde.

Wanneer een eenvoudig en gelovig mens sterft in vrede, wanneer zijn uitvaart tegelijk een intocht is, worden de tranen van mensen vermengd met hoop, zoals bloed zich met aarde vermengt. Het christelijk geloof is een indrukwekkende manifestatie van een eenvoudige boodschap. Het is de boodschap van de God die duizenden jaren geleden reeds tot de mens Abraham zei: "Ik geef u de aarde." Het is de boodschap die met Kerst ons toeklinkt: "Ik ben gekomen in deze aarde." Het is het Paasgeluid dat ons leert dat niets een nieuwe aarde tegehoudt, zelfs de dood niet, of het sterven. Het is het Hemelvaart- en Pinksterevangelie dat vanuit de hemel ons wordt geopenbaard: "Ik ben met u op deze aarde; de aarde is van u - samen met God regeert u deze aarde tot in eeuwigheid." God is er met de aardlingen; ook wanneer zij sterven met Zijn naam op hun voorhoofd.

Mgr. Schooyans sprak als vriend van de overledene goede woorden. Hij refereerde aan de wens van de overledene, dat de priester de aanwezigen zou vragen: "Gij, mijn vriend, wat heb je van je doopsel gemaakt?" Waar in menig kerk de evangeliewoorden over 'De barmhartige Samaritaan' de prelude zouden vormen van een misvormd 'evangelie' van een zwakke kerk die de slachtoffercultus tot hoogste goed heeft verheven, hield mgr. een werkelijke preek. Met ferme woorden hielden eenvoud en glans elkaar in een troostvol evenwicht. De gebogen gestalte van mgr. Schooyans straalde een kracht uit waar vele jongeren slechts van kunnen dromen. In zijn biddende en prekende voorkomen werd het woord gewaar van de theoloog Noordmans: "Naarmate de gestalte van de biddende mens ineenschrompelt, wordt die van het gebed groter." Wanneer de mens ouder wordt, wordt de biddende mens tot een vleesgeworden gebed. En wanneer hij sterft, is er een bidder bij God.

Wat is dat voor geloof dat bloemen bij doden legt? Wat is dat voor geloof dat kerken bouwt waar doden liggen begraven? Wat is dat voor geloof dat de dood vreest, maar ook ontkent?

Het Evangelie is een boodschap van kracht. Van kracht in zwakheid. Van kracht die niet op zichzelf, maar op de ander is toegelegd. Het is een boodschap waarin het kleine, het verschrompelende met waardigheid wordt omkleed. Het is een evangelie waarin duidelijk wordt gemaakt dat de tranen die hier vergoten worden in de hemel als gebeden worden opgeheven aan God de Vader. En zoals in de hemel de oudsten rond de troon van God staan, zo zong op aarde, gisteren, in de Sint Franciscus een koor van mannen God toe vanaf de aarde. Op flinke wijze zongen ze de gewijde liederen van de Kerk. God wordt toegezongen door engelen, door zuigelingen, door wenende vrouwen, maar ook door mannen. Ferme mannen omringden de Heer Jezus bij Zijn rondwandeling op aarde. Ferme mannen stonden aan het hoofd van christelijke naties, van de Kerk in de glorietijd van het christelijk Europa. Ferme mannen staan ook rond Gods troon wanneer het getal van gelovigen afkalft, wanneer de overgebleven christenheid zich klein voelt. Niet alleen in de hemel, maar ook op de aarde.

God houdt Zijn Kerk in stand. Hij schenkt ons alles wat we nodig hebben. Hij schenkt mensen die ons tot voorbeeld zijn. Overal waar waarachtig verdriet is bij het heengaan van zo'n voorganger, zal God met ons verder gaan. "Zalig zij die treuren." De treurenden zijn de ware erfgenamen van deze wereld. Daarom is het christelijk verdriet van vrouwen, moeders, kinderen en kleinkinderen zo kostbaar. Daarom is de verslagenheid van vrienden zo rijk. Daarom durven zij die waarlijk treuren ook verder te gaan. Verder te gaan op hetzelfde pad als waar hij die is gestorven op wandelde. Verdergaan op wat voor wijze dan ook.

Pieter Huys, uw God is onze God en Hij is een God van de levenden. Het is een God die meeluistert wanneer wij op gepaste wijze nog eenmaal spreken tot gestorven vrienden. In het verdriet zijn wij één, ook met een broeder die bij God mag zijn. Nu zijn de tranen nog niet afgewist en heeft het verdriet een eigen taal; die van bloed dat zich vermengt met aarde. Het is nog steeds de stem van gebroken gezang dat gewijde ruimten vult. Maar het is een stem van waardigheid.

Daarom: wij gaan verder. Ons handelen is niet ten prooi gevallen aan dood en fatalisme. Het is het handelen van levenden. Het is het handelen van de strijdende Kerk. Dit handelen is nooit vergeefs. Deze moeite wordt altijd beloond.

In Paradisum

In Paradisum deducant te Angeli;
In tuo adventu suscipiant te Martyres,
Et perducant te in civitatem sanctam Jerusalem
Angelorum te suscipiat,
Et cum Lazaro quondam paupere,
Aeternam habeas requiem.


(Vertaling: 'Ten Paradijze'

Mogen de engelen u geleiden naar het paradijs;
dat de martelaren bij uw komst u zullen ontvangen
en u binnenleiden in de heilige stad Jeruzalem.
Moge het koor van de engelen u ontvangen
en moge u met Lazarus, eens een arme,
de eeuwige rust ontvangen.)

Geen opmerkingen: