donderdag 30 maart 2006

DE PARTIJ ZONDER EIGENSCHAPPEN

Neemt de SGP afscheid van zichzelf? Verschillende geluiden binnen deze partij wijzen in hierop. Het constitutionele denken wordt in deze partij ingewisseld voor netwerken, open discussie en aandacht voor de kwetsbare medemens. Alsof dat ons iets verder zou brengen.

Op het onlangs gehouden partijcongres van de SGP, zaterdag 25 maart 2006, viel een aantal malen de term "netwerk" [1]. In een lezing van drs. J. Koppelaar in het Reformatorisch Dagblad d.d. 28 maart [2] poneerde dit bestuurslid van het studiecentrum van de SGP een beeld van een netwerksamenleving dat hij ook kan toepassen op de samenleving van de vroege christelijke kerk. Koppelaar: "Waarom ging er juist toen dan zo'n kracht van uit? Omdat ze de leiding van Gods Woord trok in deze netwerken."

Naast een toepassing van het netwerkbegrip op de nieuwtestamentische toestand, paste Koppelaar dit begrip ook toe op de oudtestamentische situatie in Exodus 18: "Er kwam dus een actieve participatie in het overheidsgezag. Uiteraard gaat men vandaag veel verder. Maar principieel is het dus niet onmogelijk dat de overheid gezag delegeert". Er volgt dus een opmerkelijke toepassing van de netwerkgedachte op het politieke vlak.

Op de retorische vraag of we met de insteek bij de netwerksamenleving de bovengeschikte rol van de overheid niet opgeven, antwoordt Koppelaar een opening te zien: "De overheid als Gods dienares mag ook zelf bepalen in hoeverre zij netwerken van burgers, maatschappelijke groepen en bedrijven betrekt bij de beleidsvorming en uitvoering. Zij kan besluiten het gezagsdomein te veranderen en zich voortaan niet meer direct te bemoeien met bepaalde zaken." In de lijn van zijn exegetische causerie pleitte deze drs. Koppelaar dan ook voor een actievere deelname aan de netwerksamenleving.

Wat heeft de SGP opeens zoveel met netwerken? Andere christelijke organisaties zoals EO, ChristenUnie clubs van studenten en academici (CAN) gingen deze oudste partij van Nederland al voor in het netwerkdenken. Maar bij deze neo-orthodoxe instanties waren dan ook behoorlijk wat wissels omgegaan.

Gebrek aan constitutioneel denken

De belangrijkste wissel die moet omgaan, alvorens men zelfs maar zoiets als een netwerksamenleving kan ontwaren, is dat men afstapt van het constitutionele denken. Een constitutioneel denken ziet geen relaties, en mensen die daarin bestaan, maar ziet instituties: verbanden, plaatsen en personen met een eigen verantwoordelijkheidsbereik.

Het constitutionele denken gaat uit van een zelfstandige entiteit - de institutie - met een harde, kenbare kern die een eigen onontvreemdbare plaats heeft in het geheel: de constitutie. Deze constitutie is vastgelegd in de natuur i.c. het religieuze en is door common senses, common beliefs en traditie kenbaar en zodoende vast te leggen in een bestel.

De confessionele partijen kenmerkten zich vanouds door een sterke staatsrechtelijke, constitutionele inslag. Het gaat in de politiek om de orde op velerlei niveaus en om de erkenning dat de overheid begrensd is en gefundeerd en dat er in de maatschappij tal van overheden zijn die een landelijke overheid dient te respecteren.

Klassiek confessioneel denken ging dus uit van geheel tegengestelde principes dan dat drs. J. Koppelaar dat doet. Koppelaar begint zijn denken niet bij de orde i.c. de constitutie, maar bij een overheid die zelf beslist wat tot haar gezagsdomein behoort, hetzij direct, hetzij indirect. De overheid is bij hem het centrum dat het geheel van de samenleving als spanningsveld van krachten, belangen en relaties overstijgt, beheerst en stuurt.

Er is bij de huidige SGP sprake van een ander denken en een andere werkelijkheidsbeschouwing dan bij de voorouders van de staatkundig-gereformeerden. Om tot de conclusie te komen dat een samenleving een "netwerksamenleving" is en kan zijn, moeten er eerst tal van filosofische, politiektheoretische en theologische wissels om zijn gegaan.

En dat die om zijn gegaan illustreren verscheidene andere uitspraken van SGP'ers. De uitspraak van de Zeeuwse SGP-gedeputeerde G.R.J. van Heukelom om de predikanten in het SGP-bestuur te vervangen door deskundigen van verschillende disciplines getuigt van eenzelfde netwerkdenken als dat Koppelaar dat doet. Niet meer het ambt - van voorganger of van burger - heeft gezag, maar de kennismacht van deskundigen moet ervoor in de plaats komen.

Open discussie

De oproep van Bas van der Vlies, de fractievoorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de SGP, om een "open discussie" [1] rond de positie van de vrouw binnen deze partij ligt eveneens in het verlengde van de netwerkgedachte. Discussies kunnen altijd open, dat wil zeggen: opnieuw worden aangegaan alsof er niet reeds een duidelijk fundament ligt.

Misleidend is het gebruik van het woord "open" in dezen. Niet de openheid naar Traditie, Constitutie, Openbaring, Ambtelijkheid etc.etc. doet er toe, maar de "openheid als afwending en relativering van al deze zaken" is echt "open". Overgeleverd aan aanpassingsneigingen, karakterslapte, retorisch vermogen van middelmatige partijbonzen en sentimenten als "aardig gevonden willen worden" is deze "open" mens feitelijk een "gesloten" mens die vast zit aan de talloze maatschappelijke dwingende factoren met haar dwangmechanismen die de moderne netwerksamenleving kenmerkt.

Van een onkritisch meegaan in deze dwingende factoren getuigde de uitlatingen van Geert Schipaanboord en Gert van Veldhuizen. Deze SGP-jongerenwerkers pleitten enkele maanden geleden voor een SGP die zich zou richten op de kwetsbaren [3]. Nu is de overheid wel een schild voor de zwakken, maar geen opvangnet voor jan en alleman en een vervanging van de orde. Wie pleit voor een overheid die zich richt op de zwakken denkt tout court vanuit een sterke overheid voor wie niet het constitutionele het primaire en het heelmakende is, maar voor wie de participatie en de solidariteit van de netwerksamenleving het kader is van haar opereren.

Remember VPRO

Dat de SGP een andere koers gaat varen, werd vooral duidelijk in de aanstelling van ds. H. van den Belt in het Hoofdbestuur van deze partij [1]. Volgens deze Nijkerkse voorganger "durven christenen niets te claimen" en "raken christenen hun identiteit kwijt". De landskerk heeft voor hem nooit bestaan, is voor hem nooit een realiteit geweest, laat staan een realiteit binnen een constitutioneel denken zoals dat van Edmund Burke en Groen van Prinsterer.

Het meest absurde is nog dat de SGP haar naam blijft voeren: Staatkundig Gereformeerde Partij. Het staatkundige is in de netwerksamenleving totaal zoek, en, getuige de uitlatingen van drs. Koppelaar, ook binnen het denken van de SGP. De letters SGP worden dan zo iets als VPRO of TROS. Niemand die bij VPRO denkt aan vrijzinnige protestanten en niemand die bij TROS aan radioamateurs denkt. Evenzo zal straks niemand bij de letters SGP meer denken aan staatkundig-gereformeerden.

Alsof iemand dat nu nog zou doen...

Noten

[1] Van der Vlies roept op tot open discussie over vrouw in het Reformatorisch Dagblad d.d. 27/03/2006.
[2] Deelname aan samenleving is plicht - SGP geroepen om in netwerken van overheid actiever invloed uit te oefenen, een verkorte versie van het betoog van drs. J. Koppelaar in het Reformatorisch Dagblad d.d. 28/03/2006.
[3] SGP-campagne richt zich op kwetsbaren in Reformatorisch Dagblad d.d. 17/10/2006; en Kies voor de kwetsbare medemens - Overheid moet particulier initiatief maximaal faciliteren, in het Reformatorisch Dagblad d.d. 10/02/2006

Geen opmerkingen: