zaterdag 25 maart 2006

MEER VROUWELIJKE AFGHANEN

Nederland zal nooit meer een oorlogvoerende natie worden. Daarvoor is het nodig de werkelijkheid van de oorlog te kennen en is er de durf nodig te erkennen wat de consequenties zijn van oorlog. De totale vervreemding van deze oorlogswerkelijkheid bleek afgelopen week toen het zogenaamde aanrandingschandaal in de openbaarheid kwam.

Het had iets potsierlijks, het gebeuren rond onze fregatten. Waar jarenlang voor gewaarschuwd was, kwam ook daadwerkelijk uit. De seksuele spanning tussen mannen en vrouwen in de krijgsmacht is een obstakel in de uitvoering van het krijgsbedrijf, zeker als het om crisissituaties gaat zoals in het Midden-Oosten en Afghanistan.

De kat op het spek binden is meestal niet erg verstandig, ook niet als het om mannetjes en vrouwtjes gaat. Maar maak dat onze vaderlandse, westerse politiek maar eens duidelijk. Een krijgsmacht gaat in de optiek van deze mannen en vrouwen allang niet meer om de krijg, maar om de gelijkstelling tussen mannen en vrouwen. De werkelijke oorlog is niet die tussen terroristen of warlords en het vrije westen, maar die tussen oude vooronderstellingen en vooroordelen en de nieuwe denkbeelden van Verlichting en emancipatierakkerij.

Het lag zo voor de hand: wanneer mannen bij elkaar worden gezet in het kader van een oologsmissie, er een concentratie ontstaat op noties als lichamelijke training en overlevingstechnieken, ontstaat er vanzelf ruimte voor aloude primaire drijfveren en fantasieen: zoals het zoeken van uitwegen als roes en Eros, of zoals de voortplantingsdrift van hen die naar het slagveld gaan. Zo zitten mannelijke strijders als duizenden jaren lang in elkaar. Wanneer de dreiging werkelijk wordt, gaat "das Weib" opspelen.

Daar zit iets moois in. Net zoals in klassieke oorlgossituaties onder extreme druk noties als "moeder", "Maria" of "God" een rol gingen spelen. In onze materialistische, pornografische cultuur spelen "moeder" en "God" geen noemenswaardige rol meer in de beleving van de moderne soldaat. De moderne krijger vecht niet meer voor huis en haard, of voor God en Vaderland, maar voor centen, spanning en een paar jaar levensinvulling als alternatief voor een rottige McJob waar dan ook.

Maar de huidige politiek en cultuur praten deze jongens dan ook slechts simpele, platte levensdoelen aan: geld, amusement en seks. Wie de nieuwe NRC.Next leest komt deze levensdoelen tegen in al haar spitsvondige vertakkingen. God, Vaderland en Familie zijn ver te zoeken in deze moderne, beschaafde concurrent van de Metro en de Spits.

In de moderne oorlogsbeleving is er geen ruimte meer voor de soldaat zoals die werkelijk is. Zelfs niet voor de gedegenereerde platte soldaat van anno 2006. Een soldaat moet in de eerste plaats een professional zijn en geen mens, en daarom zijn menszijn en mannelijkheid voor het moment kunnen uitschakelen. De sensatie van oorlog ondergaan, zelfs in een oorlogstoestand, is "fascistisch", zei eens prof. D'Oliveira. De laatste verweet dit eens de Utrechtse politicoloog Arend Jan Boekestijn dat deze in een pantserwagen de sensatie van "samen met de jongens" had ondergaan tijdens een bezoek aan onze troepen in Irak.

Maar het beleid van menszijn-uitschakelen werkt dus niet. Het werkt nooit. Tenzij je de situatie nog kunstmatiger maakt en nog meer de werkelijkheid van de oorlog ontkent. Deze werkelijkheid is die van de oerdriften, lijfsbehoud, het verslaan van de vijand, het grote terugverlangen naar vrouw, vaderland en familie. En deze werkelijkheid moet dus kapot. Tenminste: voor zover het Nederlandse militairen betreft.

Er moeten dus meer vrouwelijke militairen komen. Er moet strenger worden toegezien op de "cultuur" op een schip. Enz. De meest eenvoudige oplossing laat men liggen: geen vrouwen meer in de krijgsmacht. En geen homoseksuelen. Of ander "explosief spul".

Oorlog moet weer worden erkend als een primaire toestand, en niet worden "gedegradeerd" tot een technologische "wargame". Zoiets als een Albert Speer-bureaucraat achter een Nintendo. Men vergeet dat tijdens oorlogen de grootste misdadigers vaak vanachter het bureau hun "werk" doen. De Tweede Wereldoorlog liet zien dat de rationaliseringsthese van Max Weber zelfs het fenomeen "oorlog" niet onberoerd liet. En dat de menselijkheid ook daar moest wijken. Moest wijken voor een samenspel van technocratie en dierlijkheid.

Het fenomeen "oorlog" is echter niet een optelsom van techniek en drift, waarbij de techniek moet sturen, reduceren en richten. Oorlog is een bedrijf van vlees en bloed. En vrouwen horen daar niet thuis. Die moeten in Nederland zitten om als militair in de Arabische zandwoestijn naar terug te verlangen als naar de goede grond van het vaderland. Als verzinnebeelding van al het goede waar voor te strijden valt; als beeld van leven en familie.

De trend is de andere kant op. Die van de ontkenning van de oorlog als werkelijkheid. Meer vrouwen in het leger om op een politiek correcte wijze bommen en granaten af te kunnen vuren op Arabieren en Afghanen. Jammer dat deze mensen nog niet hun eigen schijnoorlog hebben ontwikkeld van mannen tegen vrouwen, democratie tegen traditie, milieu tegen economie, etc.

Zolang dat niet is gebeurd, zullen we het moeten doen met tegenstanders van vlees en bloed waar we niets van begrijpen. Want we begrijpen niet eens onze eigen jongens, laat staan de bebaarde jongens van wat voor schiereiland dan ook.

Maar de reactie van figuren als Van der Knaap c.s. is al voorspelbaar: meer vrouwelijke Afghanen. En daarna meer pornografie. En daarna een ontkenning van mannelijkheid en vrouwelijkheid en een strafbaarstelling van seksualiteit. In naam van de vrije seks(en).

Om elkaar daarna met Nintendo-wargames over en weer te bestoken met virtuele bommetjes en op muren van soldatesque toiletten neer te kladderen: "Albert Speer was here".

Geen opmerkingen: