donderdag 13 september 2007

HORA EST! DE CONSERVATIEVE ROEPTOETERS SPREKEN!

Onderstaand stuk is met vuur geschreven. Met zoveel vuur dat ik Afshin Ellian later excuses heb aangeboden voor mijn taalgebruik. Dit excuus zou ik willen uitbreiden richting andere 'rechtse' denkers. Niet omdat ik het opeens met ze eens ben, maar het taalgebruik was te scherp, ondanks mijn verontwaardiging. Waarvan akte.

De teerling is geworpen. De steunverklaring van het Comité ex-moslims van Afshin Ellian en Ehsan Jami is op 11 september de wereld ingestuurd. Op de lijst prijken tal van illustere namen: Antoine Bodar, Andreas Kinneging en Theodor Holman. Het is een pijnlijke constatering dat de afvalligen van het conservatisme in ons midden zijn. Met hen valt geen oorlog te winnen. Het conservatisme in Nederland is daarom een gedane zaak. Een vervolg op "De anti-islam als staatsgodsdienst".

Vanaf heden kan een fatsoenlijk mens zich maar beter geen conservatief meer noemen. Hoogstens een paleoconservatief, een revolutionaire conservatief of iets anders. Maar geen conservatief. Wat voor zin heeft het zich te affiliëren met een beweging waarvan de voormannen laten zien in complete verwarring te zijn? Met de handtekening onder de steunverklaring aan het Comité ex-moslims hebben de ondertekenaars kleur bekend: hun kleur is de kleurloosheid. Hun muziek is die van de oorverdovende stilte. Hun adagium is: "sta vooral nergens voor". Schrijf boeken over deugden om met één pennenstreek terzijde te schuiven. Doe beloften en roep van tevoren al om het recht deze te verbreken. Werp je op als hoeder van Traditie, God en Familie en doe daarna alles om Traditie, God en Familie kapot te trappen. Hun liefde en trouw is die van de verrader die te weinig duiten ontvangt om rond te komen.

Dat ontwortelde lieden als Ellian en Jami een verklaring als van het Comité konden ondertekenen, is niet verbazingwekkend. Verbazingwekkend is de handtekening van anderen. Van zogenaamde "goede" Nederlanders, van conservatieven, neoconservatieven en fellow-conservatieven als Spruyt, Kinneging, Couwenberg en Bodar. De verdwaalde geest van de opsteller van de verklaring heeft bij zijn inburgeringscursus ook iets gehoord over de Unie van Utrecht uit 1579. Hij zegt: "Het is echter ook een probleem voor Nederland, mogelijk het eerste land dat het recht op individuele vrijheid van godsdienst schriftelijk vastlegde (zij het in rudimentaire vorm), bij de Unie van Utrecht in 1579." Lees ik dat goed? Kende Nederland een individuele vrijheid van godsdienst? Een vrijheid om het christendom te verwerpen? God, Christus en Bijbel te lasteren en te bespotten? Was het Nederland van 1579 een land dat uitging van de nihilistische, niet-godsdienstige mens die geen gelovige en geen christen was?

Grote mannen zeggen dit, dus het zal wel waar zijn. PvdA-coryfee Max van de Berg zei onlangs dat Nederland altijd voor een deel seculier is geweest. Naar ik meen een aanvechtbaar standpunt. Maar de opstellers van de steunverklaring gaan verder: Nederland is altijd een seculier land geweest en het christendom is daar eigenlijk nooit bij gekomen. Wie naar een opera van Wagner luistert, gaat dit niet voor de stiltes doen die er ongetwijfeld te "horen" zijn. Het oorverdovende spektakel overstelpt ook de stiltes in deze uitvoeringen. De opstellers luisteren naar de geschiedenis en horen alleen wat ze willen horen: een oorverdovende stilte. "Iedereen is altijd al een seculiere ongelovige geweest". Ook in 1579. Ook toen was er volgens de opstellers waarschijnlijk geen christendom. Want waarom niet? Ik lees in de verklaring: "dat niemand wordt geboren als moslim, als lid van enige andere geloofsgemeenschap of sekte, of als atheïst."

Mensen zijn dus geen christen als ze geboren worden. Een natuurlijk samenlevingsverband als een familie, volk of gemeenschap kan dat dus ook nooit zijn. Altijd is ze allereerst seculier, daarna pas mogelijk religieus. Daarmee is elke religie, en religieuze gemeenschap, als het ware opgeheven. Want als kinderen niet als lid van een geloofsgemeenschap worden geboren, zijn ze dus ook geen lid daarvan tot ze zelf de keuze maken. Dat is evident. En zijn ze daarna dan wel lid van een geloofsgemeenschap? Van een onverbrekelijke gemeenschap die wat anders is dan een ieder moment op te zeggen sociaal contract? "Nee", zeggen de opstellers van de steunverklaring. Gemeenschappen bestaan volgens hen niet. Want, zo zegt men, elke keuze heeft pas waarde als die in volledige vrijheid wordt gedaan: "dat iedereen die opgroeit in een milieu met een religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging, het atheïsme en het agnosticisme daarbij inbegrepen, volledige vrijheid dient te genieten bij het maken van eigen religieuze of levensbeschouwelijke keuzen". En een keus heeft pas waarde als ze op elk moment in “volledige vrijheid” kan worden herroepen: "dat een keus voor een religie of een levensbeschouwing alleen betekenis heeft indien die keus in vrijheid werd gemaakt en op elk moment herroepen kan worden".

In het klassieke denken is vrijheid altijd een gefundeerd iets dat de mens de gelegenheid geeft om op de juiste basis het goede te kunnen doen en zijn eigen verantwoordelijkheden ter hand te kunnen nemen. Klassieke vrijheid is “vrijheid tot”. Dat impliceert een staan in de Traditie, een verder dragen van de Familie en een staan voor het geloof in God. De moderniteit hanteert een ander vrijheidsbegrip, een leeg vrijheidsbegrip; vrijheid is volgens haar “vrij zijn van”. Een mens kan pas vrij zijn als hij zijn keuzes maakt los van vooroordelen, gebondenheid aan afkomst, verleden en omgeving. Om de mens waarlijk vrij te maken - in moderne zin - dienen instrumenten als Staat, wetenschap en Rede een “volledige vrijheid” na te streven van elk mens, zoals ook wordt aangegeven in de steunverklaring: “dat de overheid alles moet doen om een klimaat te scheppen waarin het recht van ieder individu om van godsdienst of levensbeschouwing te veranderen, of om elke vorm van geloof te verlaten, alom wordt gerespecteerd”. De grootste barrière voor de moderne vrijheid is de religie. Een andere is die van de etniciteit. Beide barrières moeten het in de steunverklaring ontgelden. Waar de Staat buiten kijf staat, moet de religie van meet af aan discutabel worden geacht.

Daarom moeten ook de ouders uit de ouderlijke macht worden ontzet, want dàt impliceert de steunverklaring van het comité. Ouders mogen van hen namelijk niet meer bepalen wat een kind wel of niet moet geloven. Wat de staat bepaalt is belangrijk; ouders dienen zich te beperken tot kleding, voedsel en affectie en dergelijke. Alsof ook zij er niet toe doen. Alsof zonder hen – zoals in oude tijden – niet alles zou vallen of zou staan. De woorden van de vader hebben straks geen gewicht. Nooit zullen de woorden van een vader, de wijsheid van familie en traditie, de boodschap van een religie, woorden mogen zijn van leven en dood, van waarheid en recht, van goed en kwaad. Want de steunverklaring zegt: “Zodra een kind, ongeacht leeftijd, eigen overtuigingen krijgt, hebben die voorrang. Dit is conform artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, door Nederland geratificeerd in 1995”. Als elke overtuiging van het kind “ongeacht leeftijd” voorrang heeft boven die van de ouders, hebben de ouders niets meer te melden. En als ook de private sfeer van het huis het onderspit moet delven ten opzichte van internationale verdragen, is de private sfeer in principe opgeheven.

Het ondergeschikt maken van ouderlijk gezag, religie en afkomst aan de volledige vrijheid van een keuze die ook nog eens ten allen tijde herroepen dient te mogen worden, blaast elke onverbrekelijke verbintenis op. De onverbrekelijke band – geloofsband, bloedband, familieband, volksband – bestaat dus niet (meer). En meer nog: de keuze van de mens is de grond van het bestaan, althans van de vorm die men kiest (van dit bestaan). Deze keuzevrijheid dient absoluut te zijn en daarmee is niet de gemeenschap als de familie bepalend, maar wordt de gemeenschap opgedeeld in autonome individuen, zoals men ook verklaart: “dat iedere Nederlander alle andere Nederlanders, familieleden daarbij inbegrepen (sic!), vrij moet laten bij het maken van religieuze of levensbeschouwelijke keuzen”. Dit rare mengsel van secularisme (religie is nooit een wezenlijk onderdeel van het bestaan, van rechten en plichten en van traditie), existentialisme (de mens is een loutere existentie die los van zijn omgeving als kiezend het leven vormgeeft) en neomarxisme (de Staat dient elke vorm van repressie in de vorm van religie, familie en traditie te elimineren) is een uiterst merkwaardig antwoord op de misstanden rond mensen die de islam afvallen. Dat er misstanden zijn rond uittreders is heel goed mogelijk (al zijn er nog maar bar weinig Nederlandse misstanden aan het licht getreden). Maar men stelt niet bedreiging, geweld en doodslag onder kritiek. Men stelt het motief onder kritiek. Het is niet alleen fout om als gemeenschap op te treden tegen geloofsafvalligen; het is ook fout om tegen geloofsafval te zijn en het is zelfs fout om de mogelijkheid tot afval te verzwijgen of af te keuren.

Men maakt dus een koppeling tussen het motief van het verwerpen van geloofsafval en de “straf” daarop: de doodstraf. Waarom doet men dit? Het is toch niet verboden voor de doodstraf te zijn? Men mag hiervoor zijn ten aanzien van allerlei vergrijpen die wij niet “doodstrafwaardig” vinden (wat in alle gevallen zo is, aangezien de doodstraf zelf door de politieke consensus wordt verworpen). En waarom mag je niet tegen geloofsafval zijn? Waarom mag je niet het belang van Traditie, God en Familie doen uitgaan boven het belang van een Staat? Sinds wanneer is de verwerping van het individualisme en van het existentialisme een halsmisdaad in onze liberale rechtsstaat? Het ware conservatisme blijft – zeker als ze dweept met 1579 – af van de motieven van mensen. De gewetensvrijheid (dat is wat anders dan godsdienstvrijheid) ten aanzien van Rooms-katholieken werd in die tijd gegund in het licht van inquisitie en brandstapels. Motieven deden er als het ware niet toe, althans in het licht van de klassieke gewetensvrijheid. Wel werden openbare uitingen bestreden (wat ook kon omdat – nogmaals - gewetensvrijheid is anders is en was als godsdienstvrijheid). Ook niet leerstelsels die motieven omkleden om motieven voortbrengen. Die kunnen openlijk worden afgewezen, maar dienen in de private sferen onaangeroerd te blijven. Gewetensvrijheid zonder opvoedingsvrijheid en leervrijheid is niets waard.

Een conservatief wil daarentegen het kwade niet uitroeien, zoals de opstellers en ondertekenaars van de steunverklaring dat wel beogen, maar slechts beteugelen. Doorvragen naar motieven is een daad van inquisitie. Daar mag je voor zijn. Maar verwerpen de opstellers van de steunverklaring juist niet de islamitische inquisitie? Waarom koestert men dan wel een zelfgeknutselde liberale inquisitie? Een conservatief stelt zich terughoudend – prudent – op omdat hij uitgaat van superlegale waarden die niet onderhevig zijn aan individuele vrijheid, maar zelf de bron en de waarborg zijn van ware vrijheden. Dit zijn: volk, familie, godsdienst en traditie. Deze zaken zijn geen gegevenheden waarvoor men kiest, maar van waaruit men leeft in een onderlinge, organische verbondenheid. Objectief kunnen en mogen deze zaken nooit verworpen of afgezworen worden. De plicht aan het verbond en de verbondenheid aan voorgeslacht, traditie en religie verhindert zoiets. Een mens kan wel of niet veel band met zijn familie hebben, hij kan veel of weinig kennis hebben, of verantwoordelijkheden. Hij kan een meer of minder (of nauwelijks) religieus persoon zijn. Dit alles doet er niet toe. De gegeven zaken blijven. Een conservatief is niet alleen terughoudens als het gaat om inmenging in basale zaken, hij is het ook als het gaat om extreme uitingen als haat en agressie die naar boven kunnen komen als basale zaken als religie in het geding zijn. Een motief kan (persoonlijk) gerechtvaardigd zijn, al dienen bepaalde uitingen (zoals geweld) te moeten worden bestraft. Geloofsafval, overspel, verraad en dergelijke mogen door mensen beantwoord worden met emoties van haat en agressie. De sterkte van de emoties geeft de verworteldheid weer van de aangetaste zaken. Een staat dient altijd terughoudend te zijn in het veroordelen van sterke emoties, zoals haat en agressie. Iets waar de opstellers van de steunverklaring geen weet van schijnen te hebben.

Daarbij dienen enkele zaken vooropgesteld te worden. Allereerst impliceert de onderlinge verbondenheid niet de aanvaarding van al deze zaken in hun algemeenheid, maar de aanvaarding ervan in haar bijzondere, locale hier-en-nu geldende situatie. In Nederland hebben we het dan specifiek over het christendom dat is verstrengeld met de grondlegging van dit land, haar geschiedenis, haar verworvenheden en haar kostbaarheden. Ik spreek hier dus uitsluitend over het christendom in haar volle breedte: katholiek, met een heidense buitenlaag en ondergrond en een joodse component in haar ontstaansgeschiedenis. Ik spreek hier dus niet over godsdienst in het algemeen. Net zoals ik niet spreek over families in het algemeen. Of over volken in het algemeen. "In het algemeen is men veilig" omdat algemeenheid niets is en niets voorstelt. Verplichting is altijd concreet en is er altijd ten aanzien van (bijvoorbeeld) je eigen familie. Die verbinding kan geschaad worden, maar nooit worden opgeheven. Zelfs als de omstandigheden zo zijn dat de band tussen ouders en kind volledig is geschaad, is het aan het kind om zelf de voortzetting van familie en traditie voort te zetten. Daarbij zijn we bij een ander punt: voortzetting van een zaak is altijd voortzetting naar de bedoeling van deze zaak, desnoods rigoureus teruggevoerd naar haar oorsprong. Een gewelddadige opvoeding dient niet gewelddadig en verwaarlozend te worden voortgezet, maar dient te worden ontdaan van de excessen en zoals bedoeld (opnieuw) te worden voortgezet.

Waar de islam de religie tot alles maakt, heeft ze het mis. Maar godsdienst is wel integraal en onlosmakelijk verbonden met de werkelijkheid en onderdeel van deze werkelijkheid. Ze is geen vervanging. Wordt ze een vervanging, dan veroorzaakt dit een tegenovergestelde reactie: minachting van het leven zelf. Daarin lijkt de islam op het liberalisme. Het liberalisme wil het leven zelf vervangen en veroorzaakt daarmee een vijandigheid ten aanzien van het leven zelf. Het leven dat bestaat uit familie, traditie, lokaliteit en geloof doet er niet toe (en dat is nog positief) of moet worden bestreden (en dat is nu het geval). De islamitische minachting voor plaatselijke zeden, landstalen, gebruiken en verbanden verschilt niet van die van het liberalisme. Het rigoureuze karakter van beide stelsels verschilt evenmin. Het neoconservatieve communisme van Kinneging en de zijnen is echter geen antwoord op islamitisch of liberaal fascisme. Net zomin als in Oost-Europa het communisme werkelijk een bevrijding was van het nazisme. Ik noem hier het woord communisme, vanwege het totalitaire karakter van de steunverklaring. En vanwege het seculiere en materialistische karakter ervan. Maar ik zou ook de term "nihilisme" kunnen noemen.

Tegenover de onnatuurlijk, onhistorische, onculturele, onwerkelijke aanwezigheid en doorwerking van de islam in onze maatschappij stelt deze steunverklaring niet het natuurlijke, het historische, het culturele en het werkelijke, maar stelt ze doodeenvoudig: niets. Tegenover de aanval van de islam op de godsdienst van Nederland stelt ze het recht van afval en dat van lastering. Tegenover de gederailleerde familiecultuur van de islam stelt ze de ontzetting uit de ouderlijke macht van alle ouders in Nederland. Tegenover de aanval op onze cultuur en goede zeden vanuit extreemislamitische kringen, die is uitgemond in een cultuur van bedreiging, stelt ze een cultuur van banaliteit en blasfemie. Enkele van de meest vunzige lieden van ons land paren hun stem met lieden als Spruyt, Kinneging en Bodar. Ten eerste is er Max Pam, de vleesgeworden reden waarom ik ooit de NRC heb opgezegd toen in de begintijd van Balkenende er door ditzelfde NRC een hetze werd ontketend met daarin columns van Max Pam waarin Balkenende, zijn erectie en zijn moeder aaneen werden geregen. En dan Theodor Holman, die zijn moeder een hoer noemde omdat zijn vader kostwinner was en het geld binnenbracht en die christenen "christenhonden" noemde. En natuurlijk Hans Teeuwen, die tijdens de plechtigheid van de herdenking rond de dood van Theo van Gogh de zeer achtenswaardige woorden sprak: "Allah en zijn profeet, stop die maar in mijn reet". Bij dit illustere gezelschap hebben zich de neoconservatieve cabaretiers gevoegd: Leon de Winter en Afshin Ellian. De Winter die in Zomergasten vorig jaar als favoriet filmfragment een naakte poepende man in de sneeuw liet zien. Ook zijn visie op religie is Burkeaans en deugdzaam: "Orthodoxe joden houden er hetzelfde bizarre gedrag op na als de moslims die ons staatshoofd in die Haagse moskee verwelkomden. Welke retorisch excuus er moge zijn - de koran, de bijbel - dit gedrag heeft slechts één echte bron: de door mannen beleden inferioriteit van de vrouw. De vrouw is het bezit van de man, en de man kan niet de verleiding weerstaan om zijn ding overal in te stoppen..." En dan Afshin Ellian, een van de drijvende krachten achter de steunverklaring, die op zijn weblog vrijuit spreekt over natte geslachtsdelen van vrouwen die bidden tot Allah en zijn eigen christendom brouwt in "Een ware psalm voor Pasen: "die hourie en hoer tot vrouwe maakt; die de nicht tot de biechtnemer maakt. De uwe en mijne rabbi roept op, sta op. De antichrist is een christen. Zalig Pasen! Amen."

Nu zijn mensen als Spruyt en Kinneging altijd zeer secuur in het uitkiezen van hun medestanders en zullen ze nooit zomaar en meteen ergens hun medewerking aan verlenen. De keuze om de steunverklaring te ondertekenen en daarin achter Ehsan Jami en diens beledigingen aan het adres van de islam te gaan staan, samen met lieden als Teeuwen, Holman en Pam, is dus zeer waarschijnlijk een zeer weloverwogen keuze geweest. Men had ervoor kunnen kiezen niet te ondertekenen. Ook dan had men rustig zorgen kunnen maken over de rechten van islamitische geloofsafvalligen. Men had ervoor kunnen kiezen zich aan te melden bij het concurrerende comité. Niet dat daar nu van die frisse jongens bij zitten, maar zij etaleren hun project tenminste niet met een repeterend pleidooi om Mohammed en Allah te beledigen. Door perse achter Ehsan Jami te gaan staan, heeft men zich verbonden met de missie van enkelen om God en godsdienst te mogen beledigen en te mogen lasteren. Want dat is er wat gebeurt. Er is niemand die je dwingt ergens een handtekening onder te zetten. Hem niet zetten, zegt nog niets. Het is de daad die spreekt. In al haar facetten. Is het slechts louter onnadenkendheid geweest? Het aandringen van Ellian, een De Winter of een Cliteur? Dat geloof ik niet. Genoemde heren keren elk verzoek meerdere malen om en denken overal terdege over na. Dit is een bewuste zet geweest. Een doelbewuste zet in een schaakspel met ideologische stukken op het bord. Maar waarschijnlijk ook met politieke stukken.

Misschien speelden er politieke drijfveren. Of - nog waarschijnlijker – men probeert Opinio nog duidelijker op de kaart te zetten; Opinio: het voertuig waarmee de Burkestichting het conservatisme in Nederland nieuw leven in wil blazen. Dat Spruyt zoiets doet, als journalist en politiek ingesteld persoon, is niet geheel vreemd. Maar dat Kinneging ook dit doet, en zo een ommezwaai maakt, is frappant. Waar is het geduld gebleven? En waar de insteek om als conservatief op lange termijn te denken? Waarom moet men perse naar buiten treden met zo'n gevoelig onderwerp? Hoe kan een conservatief verantwoorden dat een mens bestaat zonder onvervreemdbare eigenschappen die hem zijn aangereikt vanwege opvoeding, religie en traditie? En Spruyt is toch een Calvinist? Hoe kan hij zijn handtekening rijmen met de doopbelofte die hij heeft gegeven bij de doop van zijn kinderen? Om deze te onderwijzen in de leer van de kerk? Is zijn ultracalvinisme met hem op de loop gegaan en is het zondeverderf zo ver afgedaald dat christenen niet meer bestaan, niet binnen en niet buiten de kerk? Maar alleen zondaren en goddelozen die tot bekering moeten komen? De mannen van het succes, dat altijd nog moet komen, hebben een veelzeggende stap gezet. Een stap die getuigt van ongeduld en van verraad. De aanval op de ware godsdienstvrijheid is een aanval op het conservatisme. In plaats van God, Familie, Traditie en Volk te verdedigen, poneert men Verlichting en Staat. Plichten erkent men niet. Niet religieus, niet traditioneel, niet historisch. De vrijheid heft de plichten op. Elk bondgenootschap kan verbroken worden. Elk woord van deze lieden kan worden teruggenomen. Aan elke daad ligt verraad ten grondslag.

Als conservatief sta ik dus in mijn hemd. De voorlieden, opstarters en boegbeelden van het conservatisme in Nederland vertrouw ik niet meer, nog niet voor ene rooie rotcent. Want als lieden als J.A.A. van Doorn en Jacques Tichelaar meer fatsoen blijken te hebben dan onze conservatieven, wat is het dan waard jezelf nog een conservatief te noemen? Wat is een term waard die verwijst naar datgene wat hij verafschuwt? Toch niet meer dan een Ehsan Jami die zichzelf een moslim noemt omdat hij de islam verafschuwt? Ik moet het allemaal nog laten bezinken. In ieder geval neem ik mijn positieve woorden over Kinneging terug die ik eerder heb gedaan, onder meer in mijn "Naar een rechtse lente". De ontwikkelingen rond het Nederlandse conservatisme plaatst ook het bitterlemon project voor problemen. Als conservatief project slaat het eigenlijk nergens meer op. Als ze nou hun mond zouden houden of naar Amerika zouden gaan, dan was er nog iets te redden. Maar ook dan is het waarschijnlijk al te laat. Genoemde heren lijken te zijn ingehuurd door de tegenpartij (wie dat ook moge zijn).

De haat naar de islam toe is onverklaarbaar. Ik kan een systeem verwerpen, maar waarom zou ik de islamitische slager haten? Want dat is het geval bij deze heren. Ondanks hun mooie woorden over deugden, Churchill en conservatisme. Een abstractie haat ik niet, maar verwerp ik. Ik heb eerder een hekel aan mensen die weet hebben van het goede en dit willens en wetens willen perverteren. Ik heb eerder een hekel aan modernisten die de normaliteit willen vernielen. Ik heb eerder een hekel aan de Ehsan Jami’s en de Afshin Ellians, de Hirsi Ali’s en de Paul Cliteurs. Maar waarom zou ik een miljard moslims haten? Ik vind dat ze hier niet thuishoren en terug moeten naar islamietenland. Maar moet ik een Irakese terrorist haten die ik niet ken? Of een islamitische vader die het verschrikkelijk vindt dat zijn zoon een afvallige is geworden en in de homoscene is geraakt? Mensen die niet beter weten haat ik niet, al verwerp ik hun denken of hun religie. En ik krijg de indruk dat haat tegenover alles wat met islam te maken heeft, wel onderdeel is van de boodschap van het Comité steun ex-moslims. En om die haat te botvieren, wordt alles uit de kast gehaald. De maatschappij moet geweldloos worden. Haatzaaierij moet strafbaar worden gesteld. Om de eigen haat te cultiveren tot beschaving en het eigen geweld tot “rechtsstaat” om te dopen, moeten absolute, totalitaire motieven worden opgevoerd. Om de gewetensvrijheid te behouden, moet diezelfde gewetensvrijheid worden afgeschaft. En om de godsdienstvrijheid hoog te houden de godsdienst worden afgeschaft.

En om het conservatisme te doen doorbreken, wordt het conservatisme ook bij het grof vuil gezet. De logica van het modernisme is het verhaal van Umwertung, Umwertung en Umwertung. Zolang je jezelf maar wijs maakt dat het voor een hoger doel is, is er niets aan de hand. Dan kun je steeds maar weer een nieuw conservatief moment oproepen of afschaffen. Het conservatieve moment is niet voorbij, is nooit voorbij geweest en is ook niet (opnieuw) aangebroken. Het conservatieve moment is uitgemolken. Door liberalen en piëtisten die dachten er een mooie sier mee te kunnen maken. Jammer, maar het gevolg is wel dat het met de conservatieve zaak in Nederland waarschijnlijk nooit meer iets wordt. Geef mijn conservatieve portie maar aan Fikkie. Ik noem me voorlopig maar anders: traditionalist, reactionair, contrarevolutionair, revolutionair conservatief (of zelfs paleoconservatief). Maar geen conservatief. De mensen zouden eens kunnen denken...

Geen opmerkingen: