dinsdag 27 december 2005

DE LACHENDE VIERDE

Ere wie ere toekomt - het is Bas van der Vlies te prijzen dat hij zich durfde te wagen in het hol van de leeuw: een congres van de NRC Handelsblad dat dinsdag 20 december in Den Haag werd gehouden. Onder het gepiep van deze slijpsteen van de geest, zoals deze krant zichzelf graag noemt - een gepiep dat door merg en been dringt - was er een heus debat tussen Bas van der Vlies van de SGP en Ayaan Hirsi Ali van de VVD.

Niet dat het veel uitmaakt; de liberale slijpsteen heeft vele lezers dermate afgestompt dat men niet in staat mag worden geacht ooit iets anders te begrijpen dan zichzelf. Maar toch, verhelderend is zo'n liberaal debat altijd. Zoals het moment nadat Van der Vlies vroeg: "Waarom spreekt u toch steeds in termen van strijd en overwinning? "Verhelderend was toen dat Hirsi Ali in haar antwoord op Van der Vlies op een bewuste wijze het woord jihad zich toe-eigende: "Het woord jihad staat voor uiterste inspanning. Wij kunnen de radicale islam alleen de baas als we daar een uiterste inspanning tegenover stellen."

Nu was het ons nooit opgevallen dat Hirsi Ali over een heldere geest beschikte, maar bovenstaande modderige zinsneden kunnen toch onmogelijk serieus worden genomen. Hirsi Ali maakt allereerst dus wel degelijk onderscheid tussen radicale en gematigde islam. Ze onderstreept dit ook door een zogenaamd "gematigde" interpretatie van de term "jihad" naar voren te schuiven en deze bovendien zelfs te neutraliseren door deze zelf toe te eigenen. De conclusie zou dan moeten zijn: gematigde islam is geen probleem, zelfs niet wanneer deze een "jihad" zou praktiseren.

Deze conclusie ziet Hirsi Ali niet, of ze wil hem niet zien. Want in de bestrijding van de radicale islam maakt ze geen onderscheid tussen gematigd en radicaal - maakt ze zelfs geen onderscheid tussen islam, christendom en jodendom. Alle drie dienen ze te worden verbannen naar de marge van het bestaan om zo een samenleving te creëren naar het liberale ideaal.

Om dit ideaal te bereiken is dus "een uiterste inspanning" noodzakelijk, te omschrijven als "jihad". En het scherpgeslepen publiek van de NRC Handelsblad pruimt dit.

Wie dit goed tot zich door laat dringen, kan niet anders dan concluderen dat het liberalisme zich niet verdraagt met elke "uiterste inspanning" die niet het liberale ideaal nastreeft. Men eist dus van de ander altijd een capitulatie op voorhand.

Het alleenrecht op radicalisme werd tijdens het debat tussen Van der Vlies en Hirsi Ali ook nog op een andere wijze geïllustreerd. Hirsi Ali gaf namelijk toe dat er volgens haar wel degelijk grote verschillen zijn tussen islam en christendom: "Een heel belangrijke is dat uw ideale samenleving pas in het hiernamaals gerealiseerd wordt. Dat wist ik niet. Dat is voor mij een openbaring. Hier kunnen seculiere liberalen zich onmogelijk door bedreigd voelen."

Hoe Hirsi Ali aan deze "wijsheid" kwam, vermeldde het verslag van het debat niet (het leek een reactie op de woorden van Van der Vlies). Wel vermeldt het verslag dat Hirsi Ali als niet bedreigd persone een, volgens haar vredelievende partij, wel de subsidie wil onthouden en al het bijzondere onderwijs de nek om wil draaien.

Het gaat de liberalen dus niet om de loutere bedreiging. Men erkent dat er geen bedreiging komt uit de christelijke hoek, en evenmin uit de joodse hoek. Toch wil men "in het kader van de uiterste strijd en inspanning - de jihad" een samenleving realiseren met een even zo grote uiterste inspanning: de liberale samenleving waarin alles publiek is en het private uit dit publieke verwijderd dient te worden. Of zoiets.

Het is mooi dat christenen "hun" ideale samenleving niet op deze aarde - dus "niet" - willen realiseren. Maar voor de politieke praktijk van de jihad maakt dit feit niets meer uit. Zelf willen de liberalen namelijk wèl een ideale samenleving in het hiernumaals realiseren. Naast het alleenrecht op radicalisme en jihad, eist men dus ook het alleenrecht op Utopia op. En de scherpgeslepen geesten van de NRC pruimen dit.

Het alleenrecht van radicalisme en uiterste strijd en het alleenrecht van het creëren van een ideale samenleving waarin volkomen gelijkheid bestaat laten duidelijk zien dat het debat tussen Hirsi Ali en Van der Vlies een schijndebat was. Het is voor de liberalen: slikken of stikken. En gezien de wetsvoorstellen van de laatste jaren zit achter de liberale dreiging de toepassing van geweld en geweldsdreiging door politie, justitie, veiligheidsdienst en defensieapparaat.

De kracht van de soevereine liberale staat rust namelijk vooral op het geweldsmonopolie van de overheid. Het NRC-debat was dan ook niet zozeer een werkelijk debat, maar een proclamatie van de liberale staat. Men geeft volmondig toe dat het een jihad zal worden die pas zal rusten als het doel is bereikt: een samenleving waarin men kan leven zonder ook maar enigszins lastig te worden gevallen door religie, traditie en verleden.

Geen debat dus, maar een regelrechte oorlogsverklaring. Het is dan ook onbegrijpelijk dat men tegenover de uiteindelijkheid van het liberalisme geen andere uiteindelijkheid durft te stellen. Integendeel: men sterkt de liberalen in hun alleenrecht om geweld te gebruiken, zoals in het hoofdcommentaar van het Reformatorisch Dagblad van 24 december j.l. Onthullend is dat het liberalisme van Hirsi Ali en de haren geen moeite doet om de overeenkomsten met de radicale islam te verbloemen. En hoe reageert het christelijke volksdeel? Deels door samen met liberalen de islam te pareren. Deels door samen met de islam de liberalen te pareren.

Door de eigen afkomst te verloochenen is de orthodoxie - en haar medestanders - hoe dan ook bezig een radicale islamitische/liberale maatschappij te creëren waarin geen plaats meer zal zijn voor christenen, conservatieven en klassieke medeburgers. De Lachende Vierde in dit spel lacht zich te barsten om zoveel argeloos, kinderlijk onbenul onder christelijk volk en aanverwant spul.

Geen opmerkingen: