zondag 8 juli 2007

BEKENTENIS VAN EEN AFVALLIGE

Wie helpt mij? Wie ziet me staan, ik, een afvallig mens? Wie negeert mijn leproziteit? Wie toont barmhartigheid aan een schandvlek van zijn ouders? Wie is solidair met iemand die de afvallige oorden van de Ummah koestert als een vriendelijke stee? Wie verschaft recht aan de afvalligen van het Geloof? Niemand? Is mijn zonde te groot voor vergeving, of is de genade van de Moefti's soms te klein? Waarom zwijgt iedereen? Wat is er te erg? Zeg het me. Alsjeblieft.

Ik weet niet precies wanneer het gebeurde. Ergens vlak na mijn studententijd moet er iets zijn voorgevallen waardoor ik volkomen van slag raakte. Waardoor de schellen van mijn ogen vielen. Toen zag ik opeens wat er al die tijd in me had gesluimerd; toen zag ik wat er werkelijk aan de hand was - en kon ik het niet meer ontkennen of het voor me houden.
Tot die tijd was er eigenlijk vrij weinig aan de hand geweest. De vanzelfsprekendheid van mijn opvoeding en die van mijn omgeving hadden me eigenlijk nooit bekneld. In de omgang met speelkameraden, met mijn eerste vriendinnetjes, met mijn familie - altijd was wat me werd aangereikt door mijn ouders en mijn onderwijzers toereikend geweest om me te ontwikkelen en me te handhaven. Dat ik al die tijd anders was, had ik in mijn jeugdige naïviteit nooit in de gaten gehad. Nooit bevreemdden mij de blikken van ouderen wanneer ik in mijn jeugdige enthousiasme me liet gaan. Tot het moment waarop ik erachter kwam dat er iets anders aan mij was. Tot ik ontdekte dat ik niet zo was als de rest. Het moment dus waarop ik erachter kwam dat ik - zo leerde ik het later formuleren - anders was geaard dan de meesten. Vanaf dat moment werd mijn bestaan een zware last. Werd mijn hart vol wensen als een doos van Pandora. Ik moest opeens voortdurend op mijn woorden letten. In mijn vriendschappen omgang moest ik mezelf in toom houden. Want ik kwam er al snel achter dat ik niet geaccepteerd zou worden als ik zei en schreef wat ik dacht.

Maar toen kwam de wending in mijn leven. Vanaf dat ogenblik ging het snel. Ik leerde dingen zien. Steeds beter leer ik mijn gevoelens onder woorden te brengen. Want wat was er gebeurd? Ik was erachter gekomen dat iemand die zich een liberale, sterke individualist noemde, geboren bleek te zijn! Niet uit zichzelf, maar uit een vrouw - een moeder! Hij had zichzelf niet gevoed en opgevoed, en zelf niet alle wielen van de aarde uitgevonden! Het ongelooflijke was waar! Ook individualisten waren echte mensen! Maar dan was ik dus normaal! Mensen waren normaal!

Mijn coming-out had jammergenoeg een schaduwzijde. Niet alleen wist ik dat wat ik voelde, zag en wist mij tot iemand maakte die anders was; ik wist ook dat mijn geaardheid nooit geaccepteerd zou worden. Ik ging de consequenties vrezen: wraak, opsluiting, laster, bedreiging.
Desondanks verkoos ik de onzekerheid van het bestaan van ziekte, lijden en de ultieme consequenties van de eigen daden boven een futiel slavenbestaan waar woorden en daden met de mond werden beleden vrij te zijn, maar ondertussen zonder betekenis moesten zijn, anders kon men wel eens "verantwoordelijkheid" gaan bezitten.
Ik kon de moderne gekte ontlopen door naar buiten te treden. Door mijn slavenjuk van schijnheilige islambashing van me af te werpen. Ik kon nu ook andere gevaren zien. En zag nu ook meer schijnheiligheid. Mensen die schreeuwden om meer vrijheid waren juist zij die echte mensen hun verantwoordelijkheden afpakten. Juist zij zwegen als het gezin buiten spel werd gezet, iemand het waagde wapens te dragen of de "corrigerende tik" werd verboden. Zoveel zielige schijnheiligheid. Ik werd er haast gek van, maar kon me beheersen. Hoe konden zogenaamd harde en doortrapte anti-religieuzen tegelijkertijd zo zwak en schijnheilig zijn? Hoe waren mensen in staat het ultra-narcisme - het individualisme - zo te omhelzen?

Maar toen het bekend werd dat ik naar buiten was getreden en een afvallige was geworden, toen was de beer los. Er werd druk op me uitgeoefend. Eerst probeerde men me te overrulen met powerplay. Toen paaide men me met zachte woorden. Maar al gauw merkte men dat dit allemaal niet werkte. Collectivistische individualisten met welluidende namen als Kraak, Mans, Neder en Krant startten een hetze. In liberale moskeeën klonken vanaf de minaretten oproepen die schande spraken.
Het maakte toen niet meer uit wat ik zei; alles wat ik te berde bracht begon men om te draaien. Sociaal gedrag werd narcisme genoemd. Schuimspuiters en vitriolen bleken opeens rasechte superieure mensen te zijn. Want de reden was duidelijk: niemand accepteerde een weerbaar burger. Hooguit collectivistische individualisten. Afvalligheid van de liberale dogmatiek van gelijkheid, tolerantie, scheiding, individualisme werd niet getolereerd. Niet geaccepteerd werd de afvalligheid van individualisme en collectivisme die elkaar zo nodig hadden, maar elk "mens" erbuiten wilden houden.
Ik werd wanhopig. Ik wilde ze laten zien dat ze er naast zaten. Ik nam een pasgeboren componist, legde hem in een kamer en liet hem een half jaar daar liggen. Toen de zes maanden waren verstreken, liet ik het de collectivistische individualisten, Kraak en de anderen, het zien. "Kijk", zei ik, "dit stinkend hoopje rottend vlees is nu een individu. Hij 'leeft' zonder anderen. Is dit wat julie willen?"

Men galmde het uit: "Ja, dat willen we! Laten al de pasgeborenen 18 jaar rotten en wat er over is, is geschikt voor ons maatschappijbeeld. Zonder empathie, zonder narcisme, hyperindividueel. En als je het op een hoop veegt, krijg je een mooie collectieve vaalt, waar je Balkenbrij, Mozartkugel en Bosbessentaart van kan maken. Echte individuen zijn echte mensen: mensen die op groepsblogs uitkraaien dat ze geen groepsblog nodig hebben. Mensen die schrijven om niet gelezen te worden. Die ook hun eigen woorden niet (her)lezen, want wie leest en wie herleest is geen individu, maar een gladiool. De echte individualist heeft een koor nodig, en een podium, en een publiek. Om te negeren natuuuuurlijk."
"U bent ook een individu. En daarom past het u niet ons geloof af te vallen. U bent gelijk. U heeft geen eigenschappen. Alles wat u heeft kunnen we afnemen, want u bezit immers niks. U bent gelukkig, u heeft geen wapens nodig. Geen religie, geen geweren, geen medestanders - individuen hebben immers geen medestanders. Mensen met medestanders zijn een gevaar voor de rechtsstaat. Mensen die zelf voor hun zieke moeder willen zorgen, in plaats van het naar de overheid door te schuiven, zijn zwakkelingen. Mensen die zelf hun kinderen willen opvoeden - of ze willen krijgen - natuurlijk ook. Iedereen die zelf iets wil, is zwak en geen individu."

Ik wilde mijzelf beschermen. Ik verlangde ernaar alle uitingen van mijn diepste wezen erkend te zien als onvervreemdbare eigenschappen. Ik wilde me niet aanpassen aan het geweld en het geweldsmonopolie van de zogenaamde "sterken", of dat nu Staat werd genoemd of "de beestenhorde van Augustinus".
Ik zocht daarom erkenning voor mijn afvalligheid. Ik kon me niet langer buigen onder het juk van gelijkheid, democratie, geweldsmonopolies en secularisme. Ik werd gek van het Bovenmensengebral van de ene kant en de barmhartigheidsterreur van neo-religieuze Ondermensen.
Ik zocht hulp. Richtte een stichting op voor afvalligen zoals ik. Leverde een verzoek tot subsidie in. Stuurde brieven naar instanties met de vraag naar wapens en een training tot het gebruik ervan. Maar niets ervan kreeg ik gedaan. Steevast was het antwoord: "mensen met wapens zijn gevaarlijk, mensen met overtuigingen evenzo, want zij zijn niet alleen bereid met wapens te pronken, er over te ouwehoeren, of ze op afstand te gebruiken, zij zijn ook bereid te lijden en te sterven."
En deze toegift vergeet ik nooit meer: "U mag vrij met vrije woorden en meningen rondstrooien, u mag uw individualisme botvieren; dit alles is geheel onschadelijk voor ons, integendeel: het maakt u zwakker en ons sterker. Maar u mag niet vaste waarden koesteren. Als u dat doet, halen wij de Brigade van Narcisten en die zullen u elke morgen een half uur "narcist" toeroepen. Net zolang dat u geen wapens meer nodig heeft, maar oordoppen.

Ik leerde snel: er is in dit land geen ruimte voor afvalligen. Alleen voor mensen die een narcis in het knoopsgat steken om de individualiteit hoog te houden. Stel je eens voor dat mensen erachter komen dat ze geen stinkend, rottend hoopje Individualist zijn, maar een (niet uitzichzelf) geboren, weerbare gemeenschapsmens die is gevoed en opgevoed door zijn omgeving en traditie! Dan staat de wereld op de kop, en keert ze terug in haar oorspronkelijke stand!
Wie het liberale geloof afvalt, is daarom een persona non grata. Zijn drinkwater wordt vervangen door Breezers, zijn gehoor door een I-Phone en zijn verstand door een reeks geschriften met de titel "Unfidel".

En het was tevens duidelijk dat de bloedwraak van de "vrijheidslievenden" niet mals zal zijn. De Staat moest immers sterker worden gemaakt om exotische gevaren te lijf te gaan. We moeten niet sterker, weerbaar en offerbereid worden gemaakt. Integendeel. Alle voorwaarden voor weerbaarheid moeten eraan geloven. De gemeenschap kapot. Mensen moeten leren dat individualist iets héééél anders is dan collectivist. En dat je individualist wordt door te spugen op de foto van je moeder en door je testikels met een Baconiaans scheermes eraf te snijden. Want mensen zonder testikels zijn mensen die alleen nog voor de vaak leven. Minder geboortes! Minder mensen en dus betere mensen.
Wie van deze wijsheden afvalt, is zijn leven niet meer zeker. Wie niet meer gelooft, moet maar de schijn blijven ophouden. Zich in computerspelletjes verschuilen. Er is geen plaats voor geloofsafvalligen zoals ik. Er is geen plaats voor hen die islam en liberalisme verfoeien als systemen die een slavenmoraal voorstaan. Er is alleen ruimte voor Nietzscheaans-kruiperige ex-gelovigen en voor Augustiniaans-kruiperige gelovigen. Er is alleen plek voor mensen die veinzen dat ze de islam haten, maar het ondertussen liefhebben, want met behulp van de (angst voor de) islam kunnen we immers het eigen volk kortwieken door de politiestaat in te voeren. Er is ruimte voor alles en nog wat, maar niet voor afvalligen zoals ik. In wat voor wereld leven wij eigenlijk?

Geen opmerkingen: