donderdag 5 juli 2007

NAAR EEN RECHTSE LENTE

Het rechtse landschap maakt allesbehalve vrolijk. In de ogen van een rechts mens is "de ruimte op rechts" een groot gapend gat. De leegte is beklemmend en er is geen enkel signaal dat dit ooit anders zal worden. De stompzinnigheid wordt met de dag groter, het venijn giftiger en de decadentie schrijnender. Het landschap van rechts denken, schrijven en opereren is onverwoestbaar leeg. Rechts is dood. Want de wereld is dood. Om met Heidegger te spreken: "Alleen een godet kan ons nog redden."

Naarmate de oorlogsstemming toeneemt richting de islam, wordt steeds duidelijker dat "rechts" niets meer is dan de optelsom van ultralinks en islamhaat. De dood van westerse militairen in Afghanistan, de mislukte bomaanslagen in Groot-Brittannië en de uitspraken van imams in eigen land, wakkeren het vuur van haat hoger en hoger. "Rechtse" blogs als Elsevier.nl, Nederkrant en HetVrijeVolk.com staan vol met uitspraken in de trant van: "Het Salafisme moet uitgeroeid worden". "Iran moet worden gebombardeerd". "De woestijncultuur moet eraan geloven." Kortweg gezegd: het "islamofascisme" met een halt worden toegeroepen. Met een regen van vrije woorden en vrije bommen.

Zonder verstand, zonder joie de vivre, zonder humor en zonder fatsoen (vooral dit laatste) bestookt men alles wat beweegt, binnen en buiten het kamp, met geschimp en geschater. Gerenommeerde journalisten als Leon de Winter, 'deftige' (nou ja, deftige...) hoogleraren als Afshin Ellian en Hans Jansen razen met hun giertanks door de vaderlandse beemden, akkers en rozenperkjes. Dit alles aangevuld met een horde anonieme bloggers, haatliefdezaaiers, gefrustreerde homoseksuelen en ander volk wat te lang in Amsterdam Oud-West heeft gewoond.

Het ontwortelde en nihilistische "rechts" heeft bezit genomen van de ooit zo statige monumenten van rechts levensbesef en heeft de ernst verdreven. Alles wat "rechts" beetpakt, blijkt of dood te zijn, of wordt alsnog doodgeknepen. De historie leeft niet meer voor "rechts", maar is hoogstens een grabbelton om de liberale status quo mee op te tuigen. Het christendom, de klassieken, hoogstens worden er wat politieke en culturele clichés aan ontleend. Orde, natuurwet, traditie zijn niet in tel, alleen wanneer de melancholie in een onbewaakt moment bezit neemt van de "rechtse" opinieleiders komen de Antoine Bodars, Benno Barnards en anderen de kolommen volzwammen met opgelepelde wijsheden uit een voorbij verleden.

Het gebrek aan decorum is echter het meest in het oog springende van "rechts". Het boerse onbenul van Rita Verdonk, de stramme benadering van Wilders richting zijn tegenstanders, maar ook de volstrekte onwetenschappelijke optreden van iemand als prof. Hans Jansen, waarvan het me niet zou verbazen dat hij de zogenaamde imam, dr. Abd Al Ghaffar Al Firsani, is die keer op keer in het opinieweekblad Opinio zijn (allesbehalve) ludieke fatwa's uitspreekt.

Het is vooral dit laatste blad wat in het oog springt als bron van teleurstelling. Bij de start profileerde men zich als de stem van "fatsoenlijk rechts"; een denken dat niet overhelt naar populisme, radicalisme en bovendien een denken dat aandacht heeft voor cultuur, filosofie en diepergravende essays. De buitenkant was slechts schijn. Of misschien ook niet. De eenzijdigheid van een Elsevier wordt door Opinio niet gecorrigeerd, alleen brengt men verdieping aan, aan de stokpaardjes van "Elsevier-rechts" Nederland. Dus manifesteert men zich bij tijd en wijle als broeinest van oorlogstaal en gedweep met de sterke staat. Is het het medium dat deformeert? Zijn het de overdreven hooggespannen verwachtingen die ze de das omdoen? Het gebrek aan voorbereiding? Of wordt met de komst van een zogenaamd "conservatief" blad juist de deformatie van het rechtse denken des te duidelijker? Wanneer het gajes vuilspuit, kijkt niemand daar van op. Maar als gerenommeerde heren van stand ditzelfde doen, maar dan in mooiere woorden, dan is er iets aan de hand.

De met regelmaat terugkerende islambashing in dit blad, die geen ruimte overlaat voor tegengeluiden, wordt versterkt met oproepen tot meer bevoegdheden voor geheime diensten door Hans Jansen en een regelrechte oproep tot oorlog tegen Iran door de neoconservatieve Amerikaan Norman Podhoretz. Deze oproep was koren op de molen van Wilders die onlangs dit geluid herhaalde in de Tweede Kamer: Iran moet een halt worden toegeroepen, zonodig met militaire middelen en "bommen op dit land".

De "rechtse" bijbel

De vreemde ideologische mix van Opinio is illustratief voor de geestelijke toestand van "rechts" Nederland. De bijbel van Opinio kent een merkwaardige opbouw. De Apocalyps is er sterk in vertegenwoordigd in de vorm van rampscenario's op het gebied van demografie en internationale politiek. Het profetendom is voor een groot deel een geïmporteerd profetendom (Angelsaksisch). Het evangelie is een onverbloemde lofzang op Verlichting, democratische rechtsstaat, liberale vrijheid en vrije markt. Het geheel wordt doorspekt met de Psalmen van Hennie Vrienten en het Hooglied van Xandra Schutte, de Predikerdialoog van Yoram Stein en wat wijze Spreuken van Dalrymple.

Wat echter ontbreekt, is de basis van elke fatsoenlijk bijbel: de wet. Waar is de basis van onze cultuur, de grondlegging van ons volk? De fundamenten onder alle wetten. Waaruit wordt de ultieme rechtvaardigheid gekend? Zonder "Wet van Mozes" is er immers geen "bijbel"? De profeten passen de Wet toe. De Psalmen bezingen de Wet. Het Evangelie is de vervulling van de Wet. De wijsheidsboeken zijn de toepassing van de Wet. De Apocalyps is het schrikbeeld van een tijdperk zonder Wet. Als de Wet er niet is, valt al het andere weg. Een bijbel zonder wet is een verzameling losse flodders: prietpraat.

De vraag is nu: welke Wet hanteert "rechts"? Wat zijn de eeuwige ordeningen (bijvoorbeeld de "boventijdelijke morele orde") waar de wet naar verwijst? Wat is het verbond (de verbonden) waar een volk dat de wet kent van uitgaat en waar alle maatschappelijke verbanden door worden vormgegeven? Wat is de prepolitieke en preculturele basis van ultieme rechtvaardigheid; met andere woorden: met wat voor recht mogen we Iraanse islamieten doden wanneer eer geen rechtvaardigheid wordt beleden? Het antwoord is: in het gunstigste geval weet men dat niet; maar in de meeste gevallen is men er of niet in geïnteresseerd of men gelooft niet in zo'n Wet. De werkelijkheid waar "rechts" van uitgaat is hoogstens de "maatschappelijke werkelijkheid". Niets meer dan een stand van zaken die je verandert door debat of door flink in het rondte te trappen.

Levenloze oorlogsverhalen

Het gevolg is een levenloos opportunisme. Men schrijft weliswaar vele oorlogsverhalen, maar nooit werpt men daarin, zoals in de echte Bijbel, een kritische blik naar zichzelf. Ook de oorlogsverhalen gaan niet echt ergens over; hoogstens spelen er wat "verworvenheden" een rol die men wil verdedigen. Nooit wordt de westerse, verlichte, democratische rechtsstaat aan de kaak gesteld in al haar zwakheden en inconsistenties. En nooit heeft men oog voor de eigen inconsistenties... Men verafschuwt zogenaamd links, maar tegelijkertijd wil men links een absolute macht geven "rechts" te vernietigen. Het zijn met name de geëtaleerde onrust en paniekzaaierij met de daaruit voortvloeiende oorlogsscenario's die potsierlijke suïcidale experimenten naar voren schuiven. Want waar leiden veel voorstellen van onze zogenaamde "rechtse" denkers toe? Iemand als dr. Ad Verbrugge meent dat een sterke staat nodig is om de maatschappij te hoeden en te bewaren:
"Ik ben nu dus voor een sterke staat die publieke middelen inzet voor de controle op de kwaliteit van het onderwijs. En dat ben ik uit sociale overwegingen."
Dr. Verbrugge wil op het gebied van onderwijs een sterke staat. Hans Jansen wil op het gebied van veiligheid een sterke staat. Hirsi Ali wil op het gebied van opvoeding een sterke staat. Waarom wil "rechts" iets versterken dat inherent is aan vijandigheid ten aanzien van "rechts"? Wanneer dit soort denkwijzen doorzetten, zullen de gevolgen desastreus zijn voor wat er nog over is van de gezonde, klassieke maatschappelijke, culturele en morele ordening.

Het pleidooi voor een neutrale overheid is in de huidige constellatie van een qua competenties uitdijende overheid zodoende een moordaanslag op de civil society. Met name Hirsi Ali's denkbeelden over staatsopvoeding ("opvoeding is een taak van de staat") zijn een regelrechte aanslag op de basis van elke gezonde, zelfregulerende en weerbare maatschappij: het gezin. Waarom wordt ze hier niet genadeloos op afgerekend door "rechts"?

Hetzelfde zagen we na haar voorstel op het verbieden van besnijdenis. In het kader van de discussie rond het besnijden van meisjes poneerde ze ook de noodzaak van een verbod op besnijdenis van jongetjes, zowel van islamitische als van joodse jongens. De gevolgen van het invoeren van dit voorstel zijn niet te overzien. Joden wordt het onmogelijk gemaakt op het meest basale van hun religie te praktiseren. Meer nog: wanneer joden vanwege hun geloof niet zouden kunnen en willen voldoen aan dit verbod, zouden overheidsmaatregelen een ongekende aanslag op de moraliteit betekenen. Want wat moet een overheid doen? Joden voor altijd uit hun ouderlijke macht ontzetten? De kinderen van hen afnemen? Joodse mannen gedwongen steriliseren? Om zodoende eindelijk een vreedzame Endlösung te hebben gevonden?

"Rechts" is met uitlatingen als deze een continue stroom van aanslagen op de basis die men niet zou moeten vernietigen, maar zou moeten verdedigen. De ronduit stompzinnig oproep van prof. Hans Jansen tot meer geheime dienst en een geheime dienst binnen de geheime dienst om het moslimterrorisme te lijf te kunnen, is een ander voorbeeld. De moderne staat is de afgelopen decennia een voertuig voor het linkse denken geworden. Waar Hirsi Ali de buffers tegen deze staatsalmacht van "links" wil afbreken (familie, traditie en religie) wil Jansen de "rechtse" basis vanaf de andere kant aanvallen: door de linkse staat de almacht te schenken om alles op te ruimen wat haar nog in de weg staat. De liberale oorlogshitsigheid keert zich in de gedaante van "rechts" en "linksconservatief" tegen "oudrechts".

"Rechtse" gebreken

Er zijn weliswaar nog integere en voortreffelijke "rechtse" conservatieve denkers, waaronder Kinneging en (de in Nederland veel gelezen) Scruton. En natuurlijk mogen we Verbrugge hier ook niet helemaal afserveren. Maar enkele witte raven maken nog geen rechtse lente.

Genoemde heren zijn een toonbeeld van klassieke meesters in moraal, wijsheid en wetenschap. Waar over het algemeen zo'n gebrek aan lijkt te bestaan binnen het "rechtse" kamp; er is een schrijnend gebrek aan autoriteit. Grijze muizen, schobbejakken en doorbraak- en vernieuwingsgezinde geesten bepalen het beeld van wat er over is van het rechtse intellectuele discours. Men mist de kracht van het diep verworteld zijn in traditie en besef van orde, en ontbeert daardoor de autoriteit die nodig is om leerlingen te vormen en krachtig te maken.

Maar rechtse leiders - hoogleraren, politici, geestelijken en anderen - moeten weer achtenswaardige "meesters" worden die hun leerlingen hoeden en vormen. Rechts heeft leiders nodig die nergens bang voor zijn - een eigenschap die ze bezitten, niet door blikvernauwing en onkunde, maar door een diep besef van waarheid en "het kan en mag niet anders" en een besef "het goede te willen voor iedereen". En dat besef is grotendeels afwezig. Bij de meeste scribenten in Elsevier, Opinio, HetVrijeVolk, HP De Tijd, Nederkrant en de talrijke zogenaamde weblogs zijn de gebreken.

Er is allereerst een opvallend afwezig gebrek aan dankbaarheid naar de erfenis van christendom, traditie, gemeenschap en de voorvaderen. Men verdedigt het westen, maar de inhoud van het westen werpt men verachtelijk weg. Het daarmee samenhangende gebrek aan integrale levensvisie, waarin al deze dingen - samen met de nieuwe fenomenen - een plek krijgen in een omvattend geheel, is dan ook niet verwonderlijk. "Rechts" heeft geen visie, maar maalt daar niet om. Waar eerst de klimaatverandering werd ontkend en weggehoond, wordt deze nu toegejuicht. Dat zoveel opportunisme irritatie oproept bij anderen, is niet gek. Maar wat wil je? De onnatuurlijke denkwijze van modern "rechts" keert zich ook tegen de niet-menselijke natuur; een woestijn is helemaal niet vervelend, je kunt er ook lekker op strandballen en met de Hummer erover heen racen.

Gebrek aan moed; veel zogenaamde "rechtse" durf is verhulde links-extremistische retoriek waarin men de stokpaardjes van de moderniteit overdreven prijst en beschermt zonder een echte eigen visie te hanteren. Terwijl rechtse politici in Vlaanderen nog steeds leven zonder een ultrazware persoonlijke beveiliging, leiden "rechtse" politici in Nederland een bunkerbestaan. Dit heeft niet alleen iets met risico's en met standpunten te maken.

Verder is er het gebrek aan vertrouwen. Men vertrouwt elkaar niet. Maar men ook wekt geen vertrouwen bij het publiek. De cultuur van pseudoniemen en van verhulling moet daarom doorbroken worden. Behalve het leiderschap van de klassieke, rustige eruditie moet er het vertrouwen heersen van de openheid. Rechts heeft toch niets te verbergen? Zonder vertrouwenwekkende openheid zal rechts nooit de middenmoot overtuigen van haar gelijk. Maar misschien wil "rechts" dat ook niet. De middenmoot is namelijk nog steeds (!) traditioneler ingesteld dan de "rechtse" opiniemakers. En voor vertrouwen is herkenning nodig; dan moeten de "rechtse" opiniemakers met de billen bloot en moeten ze laten zien dat ze niets hebben met het volk dat zelf zijn kinderen wil opvoeden en geen 24-uurs economie wil. Nee, dan is oorlogsdemagogie handiger; daarmee vergeet de toehoorder in al zijn ongerustheid zichzelf en zet op een gegeven moment al zijn kaarten op vreemde "rechtse" demagogen. "Rechts" prefereert de onvrede niet voor niets boven het vertrouwen.

Er is een gebrek aan vermogen om wolven in schaapskleren op te merken. Het gedweep met Ayaan Hirsi Ali en Verdonk, die weinig meer zijn dan linkse bekeerlingen tot de harde variant van het integratieliberalisme, was inhoudelijk gezien een miskleun. Het harde staatsdenken van deze lieden dat hun morele anarchie moet compenseren is een levensgrote bedreiging voor "rechts" tot in haar diepste vezels. Om de misschien noodzakelijke remigratie van sommige bevolkingsgroepen te vermijden, neemt men de toevlucht tot de politiestaat. Men heeft geen respect voor de tegenstanders; men wil niet werven, maar vernietigen en murw maken en men streeft daarom naar een onvoorwaardelijke capitulatie van de islamitische wereld.

Er is gebrek aan humor, goedmoedige zelfspot en aan een vriendelijkheid die niet voortkomt uit slapte, maar uit de vanzelfsprekendheid van een krachtig vaderschap c.q. leiderschap. Men mist de levensvreugde om de gewone - echt waardevolle - dingen. Men hoeft geen Bas van der Vlies van de SGP of een Hans Wiegel na te willen doen, maar men zou in dit opzicht wel wat van hen kunnen leren.

Er is kortom gebrek aan verstand, aan humor en aan etiquette. Aan verstand dat is ingebed in traditie, gemeenschap en in een integrale levensvisie. Aan humor dat in haar zelfspot laat zien dat het ons niet om onszelf te doen is, maar om het goede voor iedereen. En aan etiquette die de beheerste kracht toont en het vertrouwen schenkt aan de toeschouwers van morele, etnische en culturele conflicten. Deze inwinnende houding heeft misschien geen resultaat als het om terroristen gaat, maar wel als het om (bijvoorbeeld islamitische) omstanders gaat die met een verdeeld hart alles gadeslaan.

Nieuwe Orde

"Rechts" wil echter niet harten winnen, maar culturen vernietigen. "Rechts" verdedigt geen waarden, maar abstracties waar men zelf wel in moeten geloven om anders niet met lege handen te staan. "Rechts" leeft bij containertermen: democratie, vrije markt, gelijkheid, respect, scheiding kerk en staat, etc.

De onaantastbaarheid van deze Nieuwe Orde onderstreept het geloof van "rechts" dat de geschiedenis is geëindigd om te verdampen onder de vooruitsnellende vooruitgangsidee. Er is in dit denken geen wijkplaats. Niet alleen Bin Laden, elke traditionele (nu alleen nog zij) islamiet moet worden opgejaagd tot in elke grot of spelonk aan toe om daarna te worden uitgeschakeld. Als er onrecht wordt geconstateerd moet er meteen worden ingegrepen. Zogenaamd om de humaniteit te beschermen.

Gevolg van dit denken in containertermen is een daaruit voortvloeiend zuiverheidstreven. Het schermen met aftandse begrippen als "mensenrechten" en "vooruitgang" maakt dat het "rechtse" denken steriel is en kunstmatig in stand wordt gehouden. Begrippen als volk, openbaring, natuur, historie kom je of niet tegen, of althans nooit als constituerende factoren De ondertoon is door en door democratisch en gekunsteld. Er is geen wijkplaats, geen geduld. Culturen krijgen niet de kans om van binnenuit getransformeerd te worden en zodoende het goede te behouden.

"Rechts" kent namelijk niet zoiets als "het goede" of "het goede leven", en al zeker niet in vreemde culturen. "Rechts" Nederland kan niet de hoogstaande moraal van iemand als Filip Dewinter opbrengen, voorman van het VlaamsBelang die sterke normen en waarden combineert met een sterk besef van volk en traditie. En die denken in termen van "vriend en vijand" samen kan nemen met "respect voor de vijand".

Toen enige tijd geleden de programmamakers "Ab en Sal", twee Marokkanen, Dewinter interviewden, viel hun deze houding al snel op. De humor en de charme, de verbetenheid ten aanzien van de islam ("ik werk niet samen want ik sluit geen pact met de duivel"), maar ook het respect en waardering voor elementen uit de islamitische cultuur: respect voor ouderen, familieleven en de doodstraf (waar Dewinter voor is, maar zijn eigen partij tegen). Waar Dewinter doorgaans schofterig wordt behandeld (bij tv-programma Jensen bijvoorbeeld) of wordt genegeerd (door Wilders bijvoorbeeld), waren deze twee Marokkaanse jongen wel in staat een fatsoenlijke ontmoeting met hem te hebben.

Dewinter was hiertoe in staat omdat bij hem nog altijd zoiets is van het "oudrechtse" levensbesef. Bij hem is er allereerst de Oude Orde van familie, respect voor ouderdom, wijsheid en traditie en rechtvaardigheid op basis van recht. Daarentegen gaat modern "rechts" niet uit van de oude orde, die een gemeenschappelijke basis toont die door alle culturen heenloopt, maar gaat ze uit van de Nieuwe Orde van gelijkschakeling, individualisme en afgedwongen onderdanigheid onder nieuwe principes die al het gemeenschappelijk menselijke elimineren.

Weerbaarheid

Door blind te zijn voor de oude orde van orde, gemeenschap en traditie, en door het omhelzen van de Nieuwe Orde van de moderniteit, heeft "rechts" geen oog voor de weerbaarheid en de voorwaarden voor weerbaarheid. Weerbaarheid is niet slechts het vermogen om de tegenstander te vernietigen, het is ook het vermogen om in het leven zelf tegenslagen te incasseren. Het doorgedraaide abstracte vrijheidsbegrip speelt "rechts" voortdurend parten. Het is een vrijheid zonder dankbaarheid, zonder inhoud, zonder fundering en derhalve gevaarlijk. Het kan zich tegen alles en iedereen richten.

Het kan uitmonden in onbeschoftheid, beter gezegd: narcistisch ressentiment. Elke binding, elke ontstaansgrond is immers inherent aan vrijheidsbeperking. Het leven dat wordt gevuld met vrijheid richt zich per definitie tegen gronden als opvoeding, moraal, godsdienst etc. Bij het wegwerpen van de inhoud is de enige inhoud die ertoe doet vernietigingsdrang van datgene dat doet denken aan de beperking van het leven. "Rechts" is vervuld met vernietigingsdrang ten aanzien van het leven zelf (cultuur, beschaving, etc.) dat immers slechts bestaat bij de gratie van beperking. En elke conservatief weet dat deze beperking niet een opgelegde overheersing is, maar een beantwoorden aan de aard van het leven zelf dat wordt weerspiegeld in de orde.

"Rechts" is daarom een gevaar voor zichzelf en voor haar omgeving. Achter een façade van oprechte verontwaardiging over het schenden van mensenrechten, van zogenaamde solidariteit met Amerika en Israël, of achter het opkomen voor onze cultuur, huist een verbijsterende, onverwoestbare leegte. Door deze leegte zijn onze zelfverklaarde "verdedigers van het westen" in staat zelfs het smerige werk te doen voor de werkelijke vijand: het ultraliberalisme.

Zodoende komt de linkse politiestaat er mede door toedoen van "rechts". En worden van traditionele islamieten afgedwongen nihilisten gemaakt. En wordt met overdreven doorgevoerde vrijheden op het gebied van media, meningsuiting en seksualiteit elk restant van karakter en weerbaarheid gesmoord in de onbenulligheden - pardon: verworvenheden van de moderne, westerse cultuur. Als het om de afbraak van het gezin gaat door homohuwelijk en adoptie, de afbraak van het gezag door het verbod op de "corrigerende tik" of om de vrijheid van (gewapende) zelfverdiging; "rechts" of wat daar voor doorgaat houdt de lippen stijf op elkaar. De basis wordt verzwakt - moet worden verzwakt - en de politiestaat komt er voor in de plaats. En "rechts" vindt het allemaal wel best. Die ziet geen enkele samenhang; enkel bedreigde onbenulligheden en gediscrimineerde homo's. Die ziet kortom helemaal niks.

Een rechtse lente?

Komt er ooit nog een rechtse lente? Een wederopbloei van gezond denken en van gezonde cultuur? We moeten het blijven hopen, maar de situatie is ernstig zo niet uitzichtloos. De grootste vijand voor het westen is het liberalisme. En de grootste vijand voor rechts is "rechts" "zelf". En al die projecten die proberen de laatste "rechtse" mensen zand in de ogen te strooien met linksconservatieve en rechtspopulistische verhaaltjes. De antitraditionele en dikwijls ook antireligieuze en antiklassieke houding van veel van deze mannetjes en vrouwtjes geeft aan dat de vijandschap wederzijds is. Ook voor de zogenaamde "rechtse" opiniemakers is rechts (oudrechts) de grootste vijand. Het verschil tussen de opiniemakers en het luisterende restje oudrechtse volk is dat de eersten, de opiniemakers, weten wat ze doen, namelijk de vernietiging nastreven van het westen, en dat de laatsten nog steeds niet in de gaten hebben dat het "hun" opiniemakers niet te doen is om de verdediging van het westen, maar om de verwoesting van de rechtse ziel van Europa.

De leegheid van de leiders zoekt een spiegelbeeld in de leegheid van de toehoorders. De rechtse lente komt er pas als het rechtse volk haar "rechtse leiders" respectvol in de sloot heeft gedeponeerd (met meer respect voor het ambt en de publieke zaak, dan voor de persoon en toevallige "democratische" meerderheden). En de importconservatieven een retourtje richting Iran of Somalië heeft "geschonken". Oude principes moeten herleven: leiders die hun belofte en roeping verraden, moeten worden afgezet. Net zoals in vroegere tijden. En zonodig moet een onervaren (jonge) garde het maar overnemen.

We kunnen wachten op een godet die ons redding moet verschaffen. We kunnen wachten op een moment dat de wal het schip keert. We kunnen wachten op een Grote Charismatische (doch Democratische) Leider die de democratische massa's zal weten in te winnen. We kunnen wachten op een geestelijke herleving van ons volk. We kunnen wachten tot we een ons wegen en in het graf liggen weg te teren.

We kunnen ook ons afkeren van de "rechtse" opiniemakers en onze eigen, eigenzinnige, weg gaan. Leren niet meer onder de indruk te zijn van "rechtse" praatjes of van liberale containertermen. Leren te lachen om onze vijanden - ze zonodig te negeren - en wegen zoeken om de toeschouwers in te winnen voor onze zaak. We moeten bijvoorbeeld islamieten duidelijk maken dat er ook nog een ander alternatief dan het voze liberalisme bestaat. Het is mogelijk om het goede leven te leven vanuit een bedding van traditie, christendom, orde en dankbaarheid.

Een cultuur van "harde liefde" en van "mannelijk respect" moet weer leidraad worden in ons handelen, spreken en schrijven. Islamieten die daar niet aan willen, moeten we eruit gooien en bekampen. Maar pas nadat we libertijnen, en "rechtse" landverraders van hun sokkels hebben neergehaald en in de sloot hebben gegooid. Pas dan spreken we een taal die tegenstanders verstaan: "Wie hard en eerlijk is voor zichzelf, mag ook hard en eerlijk zijn naar een ander toe". Maar zover is het nog lang niet. De rechtse lente zal nog wel even op zich laten wachten.

Geen opmerkingen: