donderdag 26 februari 2009

Langs Rome

Europa en de Kerk worden gegijzeld door haar verleden. En door vele dingen meer. Ondertussen probeert de postconciliaire claque haar zoete broodjes van wanhoop te verslijten voor toekomstgericht handelen. Iedereen moet mee in het nieuwe Evangelie van de wanhoop. Met het pistool van de moderniteit in de rug wil men zelfs de huidige paus op de knieën dwingen. Zoals Dieter Stein, hoofdredacteur van het Duitse conservatieve opinieweekblad Junge Freiheit zegt: “Seine Autorität soll fallen”. Want wanneer Rome valt, zal Europa volgen. Ieder mens leeft bij hoop. Ieder mens wil een harmonieus bestaan, wil eenheid in zijn of haar leven. Ook de Kerk en Europa bestaan bij de gratie van hoop. De vraag is alleen: welke hoop? Is er dan nog hoop voor de Kerk en ons continent? En zo ja, hoe verkrijgen wij haar? Via Obama of via Rome? Een essay voor het Belgische blad Nucleus.

De weg terug – het verkrijgen van de hoop – gaat via Rome. Elke conservatieve benadering die recht wil doen aan de geschiedenis en cultuur van Europa, die de natuur en haar ordeningen hoog heeft en de waarde ziet van haar religieuze erfenis, komt uit bij Rome. De feiten spreken voor zich. Voor het moderne Westen is de geschiedenis niet meer dan een molensteen om de hals waar men van af wil, maar Rome zonder geschiedenis houdt op te bestaan. Voor het Europa Anno 2009 is de natuur slechts een milieuproject, maar de natuur van ‘Rome’ bestrijkt het hele leven, inclusief het samenleven van man en vrouw – tot grote woede van de modernisten. Ook religie is een blok aan het been, een zeurende stem die opsteekt bij medisch-ethische kwesties. Je zou kunnen zeggen: de Kerk heeft goud in handen. Want de drie oercategorieën van ons bestaan – natuur, religie en historie – zijn bij Rome te vinden. Er is dus reden voor optimisme. Nu, er is weinig reden om optimistisch te zijn, en optimisten moet men op dit moment wantrouwen. Er is echter wel grond voor optimisme. Daarvoor moeten er barrières worden opgeruimd. Buiten de Kerk, echter ook binnen de Kerk. Want Rome – en daarmee Europa – wordt gegijzeld. Wat goud moet zijn, zijn haar boeien geworden. Rome ligt in boeien geslagen. Haar religie wordt gegijzeld door democratie en gelijkheidsdenken; haar geschiedenis door oorlog en Holocaust; haar natuur door vermeende vrouwenonderdrukking en homodiscriminatie. Terwijl Rome wordt gegijzeld, is het gewone voorwerp van spot. De Heilige Mis is niet meer dan een trukendoos. De natuur onaf en primitief. De historie irrelevant en gevaarlijk nostalgisch. Het normale leven moet leeg worden; het leven zelf moet worden onttroond.

Enige tijd geleden verzuchtte de Nederlandse liberaal Afshin Ellian: “Met de kerken wordt een traditie ten grave gedragen. De leegte is angstwekkender dan de volheid van het verleden. Op de ruïnes van het verleden moet niet worden geswingd.” Deze in het geheel niet religieuze man had bij zijn inauguratie in Leiden nog gezworen bij Claude Lefort, de politicoloog van de lege troon. Opmerkelijk. Want wat zegt Lefort? De Franse liberale politieke filosoof Claude Lefort omschrijft ons huidige politieke stelsel met een troon die leeg is en leeg dient te blijven. De koning is onthoofd – onder de guillotine – en de troon is sindsdien bezet door de soevereine rede. Het was François Guizot, de liberale protestant en dienaar van koning Lodewijk Filips, die dit begrip tevoorschijn toverde. Op de troon zat niet meer een mens, maar een ‘soevereine rede’. Steeds meer tronen raakten leeg. En niet alleen tronen raakten leeg, ook altaren en katheders. Overal dook er een soevereine rede op. Of een ‘absolute geest’. Of een ‘redelijke godsdienst’. Nu kunnen we zeggen: alle zetels in Europa zijn leeg, behalve die van Petrus, in Rome. Deze enige troon roept ergernis op. Hoe merkwaardig het ook lijkt. Want waar lege tronen massa’s mensen over de kling joegen, onnodige oorlogen begonnen of voortzetten; en nog steeds: medische fouten maken met doden als gevolg, de andere kant opkijken wanneer er grotere belangen in het spel zijn, is er weliswaar iets aan de hand, maar in principe is er nooit wat aan de hand. Wat de staat – de troon die leeg is – ook deed, nooit raakt ze in diskrediet. Lege tronen hebben geen moraal, zijn dus nooit aansprakelijk voor hun (wan)daden. Woede richt zich in principe tot iets of iemand: tot gevulde tronen en altaren. Zoals die in Rome. Er is nog een ander kenmerk van de lege tronen, altaren en katheders waar Europa vol mee staat: naarmate ze meer onheil aanrichten wordt de roep om hun groter en sterker. De staat die dood en verderf zaait moet door de staat verlost worden. De lege katheders van wetenschap en cultuur die immoraliteit, atoombommen en vervuiling schenken moeten afgelost worden door andere lege katheders. Leegte moet met leegte worden afgelost. De plaatsen van herinnering – Les Lieux de Mémoires – van de Europese cultuur zijn leeg. Daardoor is de wereld leeg. De geschiedenis spreekt niet meer, culturen leven niet meer, tradities worden niet meer overgedragen, generaties stoppen met kinderen krijgen. Eén plek is er die niet leeg is: de troon, het altaar, het katheder in Rome: plaatsen waar de paus spreekt, offert, onderwijst en regeert. Het is hiervan dat een bezorgde Dieter Stein zegt: “Seine Autorität soll fallen.”

Het christendom gelooft dat de poorten van de hel deze rots – de Petrus – nooit zullen overweldigen. Daarvoor heeft ze goede redenen. De Kerk is als hoeder van de werkelijkheid verworteld in diepe lagen. Ten eerste is er de onverwoestbare natuur, ten tweede de ongeneeslijke religiositeit, ten derde de onuitwisbare geschiedenis. Met haar openbaring, haar wijsheid en filosofie bewaakt de Kerk de toegang tot de culturele reserves. Daar hebben verscheidene conservatieve denkers over gesproken. Pierre Manent meent dat de ‘moderne liberale samenleving is gebaseerd op premodern moreel kapitaal en op bepaalde eigenschappen van de menselijke natuur, zonder dat die moderne samenleving deze ook cultiveert en deze als haar eigen vooronderstelling in stand houdt.’ Wilhelm Röpke spreekt over de ‘zedelijke reserves’ van een economie die deze reserves ‘vooronderstelt en verbruikt’ en Dieter Claessens spreekt zelfs over de ‘conservatieve reserves’: tradities, waarden, normen, zeden, instituties, religieuze verhoudingen “die sich den archaisch-evolutionären Möglichkeiten angelagert haben”. Allen bedoelen hetzelfde: het leven is slechts mogelijk als de basis, die aan politiek, filosofie, vrijheid en ontwikkeling vooraf gaat, gezond is. De boodschap is duidelijk: zonder geschiedenis, natuur en religie – zonder traditie – is er geen cultuur mogelijk. Want geschiedenis, cultuur en religie zijn de drie vormen waarin deze ‘reserves’ zich uiten en vastleggen. Tezamen vormen ze de pijlers van de Traditie: het samenspel van natuur en genade. Wie Rome wil verpletteren, zal deze zaken in diskrediet moeten brengen. En dat is wat er vandaag aan de hand is en waarvan de voorbereidingen al eeuwen gaande zijn.

Mens en natuur

Na een lange geschiedenis van oprukkende leegte is de werkelijkheid een grabbelton. Voor moderne mensen is de wereld een ton waarin talloze vergruizelde stukjes liggen waaruit wij iets op kunnen rapen om daarna weer terug te werpen. Een kort resumé: Descartes maakte de twijfel – en niet het zeker weten – de botte basis van de rede, die daardoor los van de wereld kwam te staan. Copernicus’ ontdekking dat de aarde om de zon draaide en niet andersom ontnam de mens zijn plaats als kroon op de schepping, en ontnam daarmee de rede als plaats waarin de werkelijkheid samenkomt, benoemd en gekend wordt. Darwin kwam met een soortgelijke vaststelling, namelijk dat de mens niet boven het dierenrijk stond, maar er onderdeel van uitmaakte. Kant draaide net als Copernicus de verhoudingen om door vanuit de rede naar de werkelijkheid te gaan in plaats van andersom: de werkelijkheid werd als het ware opgeheven. Freud beweerde dat we worden geregeerd door gevoelens die we niet in de gaten en zeker niet in de hand hebben – waarmee zelfs de ‘omgekeerde rede’ van Immanuel Kant niets meer was dan een keurig deksel op een borrelende pot met smerigheden. Het resultaat van deze ontwikkeling is: wij zijn alleen. We zijn niet bedoeld. Er is geen doel. Er is geen orde. Niemand heeft iets met ons voor. We staan niet hoger of lager dan wie of wat dan ook. Laat staan dat er iets of Iemand in het midden zou staan. De band met de zedelijke, redelijke en culturele reserves zijn we daardoor kwijtgeraakt. We teren nog slechts op onze reserves in tot deze op zijn. En wanneer de moraal is uitgeput, de instituties niet meer aanspreken en gewoontes niet meer gepraktiseerd worden, vervangen we deze zaken eenvoudigweg door iets anders. Dan vervangen we de reserves, de tradities en rituelen door ‘hoop’ en ‘samenwerking’. Wanneer de eigen religie dood is, zoeken we de dialoog met andere religies. Wanneer de natuur verveelt, legitimeren we de tegennatuur. Kortom: wanneer troon en altaar leeg zijn, hebben we een Obama nodig.

Heeft de Katholieke Kerk een Obama nodig? In plaats van een paus die denkt en handelt als ‘Bush Jr.’? Volgens de theoloog Hans Küng wel. Deze vrijzinnige Zwitserse theoloog verwacht niets meer van de huidige paus: Benedictus XVI. Zijn ogen zijn daarom gericht op een nieuw pontificaat, dat net als in de Verenigde Staten “voortvarend de problemen aanpakt en gelovigen hoop biedt”. Küng gaat nog verder. Het is volgens hem “geen toeval dat de paus vorig jaar zijn 81ste verjaardag gevierd heeft in het Witte Huis.” De waslijst van beschuldigingen aan Benedictus is lang. Een kleine greep van Küng: “De paus rehabiliteert mensen die onveranderd stelling nemen tegen de door het Tweede Vaticaanse Concilie aanvaarde vrijheid van godsdienst, de dialoog met andere kerken, de verzoening met het Jodendom, de achting voor de islam en de andere wereldreligies, en de hervorming van de liturgie.” Terwijl de werkelijke Obama na enkele weken presidentschap al zwoegt om ook maar iets van zijn hooggestemde idealen te verwezenlijken, leeft de gesuspendeerde katholieke theoloog Hans Küng nog in de ‘eeuwige droom’ van hoop, change en een ‘nieuw tijdperk van verantwoordelijkheid’. Leuk gevonden, de vergelijking tussen Bush en Benedictus. De vraag is echter: klopt deze vergelijking ook? Laten we allereerst stellen: de vergelijking van Küng gaat uit van een eenvoudig wereldbeeld. Net zoals andere moderne beschouwingen kent Küng slechts good guys en bad guys. Een good guy is iemand die abortus, euthanasie, vrouwen- en homorechten erkent; een bad guy gooit altijd roet in het eten, ontkent genociden en gelooft in de traditie. Deze wijze van denken van een Küng is ironisch genoeg ook kenmerkend voor het denken van neoconservatieven. Ook dezen geloven werkelijk dat de wereld opdeelbaar is in een terrein van het goede en een terrein van het boze. Het boze, daar plak je een label op en blijf je uit de buurt. De vergelijking van Küng gaat mank. Mocht er een paus zijn die op Bush lijkt, dan is dit paus Johannes Paulus II en niet Benedictus XVI. De huidige paus gelooft niet in een Kerk vol correcte mensen. De wereld is zondig en de Kerk is een wrak. Als het goede er is, dan moet het naar boven gehaald worden. De vorige paus bezocht andere godsdiensten, meed leerstellige uitspraken, was vooral een apostel van de wereldvrede. De huidige paus maakt van de vorige de balans op. De reserves zijn er doorgejaagd, de kas is leeg en het geld is in foute oorlogen gaan zitten.

Paus Johannes Paulus is om veel goeds bekend. Midden in de afbraak van Kerk en Europa hanteerde hij duidelijke standaarden als het ging om morele kwesties. Er is echter is ook een Johannes Paulus II die zowel de bevrijdingstheologie als de traditionalisten van Lefebvre de voet dwars zat. En de vraag is achteraf hoe verstandig het was de bevrijdingstheologie op één hoop te gooien met de strijd tegen het communisme van het Oostblok. Want nu de balans kan worden opgemaakt, ziet men dat de aanhang van de bevrijdingstheologen weliswaar Kerk heeft verlaten, maar allesbehalve communistisch is geworden of zelfs is gebleven: men werd charismatisch. Men was nooit marxistisch; men had alleen een gerechtvaardigde vraag naar sociale gerechtigheid en een normaal leven. Het antwoord van de Kerk, met het neoconservatisme en het vrije marktdenken van Opus Dei, had geen oog voor de gerechtvaardigde vraag achter het handelen van deze mensen. Op eenzelfde wijze had Johannes Paulus geen oog voor dat wat de Traditionalisten werkelijk bewoog. Deze paus was blind voor de culturele ondergrond die institutionele veranderingen hetzij mogelijk maakt, hetzij onmogelijk maakt. Zoals Bush blind was voor de vraag of een westerse rechtsstaat wel mogelijk is in een land als Irak – een land zonder enige traditie of culturele voorwaarden – zo was de Kerk van Johannes Paulus II op eenzelfde wijze blind. Küng heeft dus ongelijk. Benedictus is het staatshoofd dat Amerika had moeten krijgen, in plaats van Bush en Obama. Een president paleoconservatief en traditioneel durfde te zijn, ondanks de rotte elementen die er aan de rechterkant, en tegelijkertijd oog had voor de gerechtvaardigde vraag van de verarmde zwarten, zonder er meteen een linkse colonne in te ontwaren. Kan deze paus luisteren naar de vragen van zowel traditionalisten als van de basis van de samenleving? Laten we hopen dat het luid protest van kardinalen en bisschoppen over de opheffing van excommunicaties geen blijvende hindernis voor de paus wordt. De weg terug gaat immers via Rome en als Rome valt, gaat de wereld ten onder aan leegte.

Geen opmerkingen: