maandag 10 april 2006

BLINDE GNOE

Volgens premier Balkenende is de islamitische godsdienst geen probleem, maar een oplossing. Godsdienst is volgens hem mooi en vredig. In welke wereld leeft onze minister-president? En welke agenda hanteert hij?

Tijdens zijn bezoek aan Indonesië, hield premier Jan Peter Balkenende voor een gezelschap islamitische studenten in Jakarta een pleidooi voor de positieve kracht van religie [1]. Als mensen die samenleven sterk van elkaar verschillen is het, volgens Balkenende, nodig om te zoeken naar een gezamenlijk fundament. Naar "basiswaarden die iedereen kunnen inspireren, maar die tegelijkertijd ook vrijheid geven, zodat mensen niet in een keurslijf worden gedwongen." Eén zo'n basiswaarde is godsdienst - ook de islamitische godsdienst. Want volgens de premier is ook de islam onderdeel van "de prachtige religieuze tradities".

Premier Balkenende wierp zich in Jakarta op als een hoeder van de islam. Dat mag opmerkelijk worden geheten. Want tot nu toe zijn veel avances van onze premier richting de islam toegedekt met verontschuldigingen in de trant van: “hij is premier van alle Nederlanders, ook van de islamitische Nederlanders.” Nu gaat de minister-president verder door een inhoudelijk waardeoordeel over de islam te vellen. Balkenende heeft de islam gewogen en zijn oordeel luidt: positief.

Met een half oog richting de Nederlandse - en Europese – situatie verklaarde onze minister-president voor het Indonesische gehoor: "Godsdienst gaat niet over angst, maar over bemoediging. Niet over mensen uitsluiten, maar over mensen welkom heten. Niet over geweld en dwang, maar over overtuigingskracht en dialoog." Daarom doet het onze premier pijn dat de islam als bedreiging wordt gezien, terwijl deze godsdienst het volgens hem niet is.

Opvallend

Een aantal zaken vallen hierbij op. Ten eerst definieert onze minister-president wat volgens hem godsdienst is en wat het niet is. Als niet-islamiet verklaart hij dat die mensen die hun “misdadige” handelswijze rechtvaardigen op een wijze die volgens Balkenende niet conform de islam is, tot misbruikers van de islam. Ten tweede is opvallend Balkenendes interpretatie van godsdienst als loutere interpretatie volgens een bepaald schema; niet de werkelijkheid in al haar ruige zijden, maar de psychologische hang van mensen naar troost, bemoediging en samenbinding bepalen volgens onze premier de aard van een godsdienst. Ten derde laat Balkenende zich niet tot nauwelijks uit over de inhoud van specifieke godsdiensten; het zijn de fenomenen die er slechts toe doen bij hem. "Allah", "Jahweh", "Rede" of "Heilige Gnoe" - als het maar inspirerend is.

Ten vierde – en dat is het meest opvallende – gaat godsdienst nooit over zaken en beslissingen – harde feiten en harde beslissingen – die er toe doen. Nooit kan een godsdienst volgens balkenende zeggen: “jij hoort er niet bij” of “jij hoort niet in ons land” of “dit is gevaarlijk” of “hier dienen we bang voor te zijn, anders gaat het mis”. Het is juist merkwaardig omdat in de visie van Balkenende een overheidslichaam wel bevoegd is tot al deze dingen. De aard van een godsdienst is dus niet alleen anders dan die van een overheid, maar op bepaalde punten zelfs strijdig en – in bepaalde omstandigheden – een potentiële bron van aantasting en afbreuk van en aan het overheidsbeleid.

Een klein kind bij een pan met kokend water, een vulkaan die op uitbarsten staat, reële oorlogsdreiging of terreurdreiging – al deze voorvallen diskwalificeren elke godsdienst volgens Balkenende bij elke kleine en grote calamiteit die zich voordoet. Daarbij kunnen we dus ook denken aan morele calamiteiten, zoals homoseksualiteit en echtscheiding. Want is "tegen het homohuwelijk zijn" te verenigen met "niemand uit te sluiten"?

Angst verblindt

Net zoals veel andere verlichte geesten ziet onze premier de dingen graag zoals hij ze wil zien. De libido dominans heeft bij hem, net zoals bij de meeste raspolitici, sterke empathische en therapeutische trekken gekregen. Onze premier ziet zo de godsdienst graag zoals hij wil dat wij het zien en op een wijze die goed is voor ons en voor de samenleving. Daarbij verliest hij gemakshalve uit het oog dat de echte wereld van politiek en economie "eigen cq. andere wetten" hanteert.

Want de discrepantie tussen godsdienst en overheid is nog sterker dan Balkenende "suggereert". Zien we in onze tijd niet dat veel overheidsbeleid verder gaat dan het signaleren van reële dreigingen door in te zetten bij de preventie tegen al het mogelijke dat zou kunnen gebeuren? De angst voor de terroristen is bij politici als Donner ingehaald door de angst voor de burgers. En de angst voor wat er gebeurt door wat er mogelijk zou kunnen gebeuren. Of het nu om kinderzitjes gaat, om volksgezondheid, om kindermishandeling of om terrorisme; steeds vaker en steeds meer zet de overheid in op een beleid van preventie.

Is het de politieke rationaliteit van de nieuwe politicus die hier bij monde van Balkenende spreekt? Die preventie en intentie laat samenvallen, een einddoel "formuleert" en dit einddoel als "ideaal" of "hoopvolle situatie" positioneert? Is het de angst voor wat godsdienst zou kunnen zijn die hier het oordeelsvermogen van onze eerste minister aantast?

Veilige abstracties

Het volkomen links laten liggen van de concrete inhoud van de diverse godsdiensten is kenmerkend voor de politieke rationaliteit van de moderne politicus. Samenleven en samenbinding vindt in het post-Verlichtingstijdperk immers nooit meer plaats op basis van concrete gemeenschappelijkheden, maar op basis van abstracte principes die keurig netjes kunnen worden vastgelegd.

Premier Balkenende kiest er dan ook voor om in Jakarta te redeneren vanuit een Pansacila en daar één of andere Nederlandse variant naast te toveren. De Molukkers, de mensen van Atjeh, de Oost-Timorezen en - niet in het minst - de Papoea's weten wat dat inhoudt. Principes als "Menselijke waardigheid,nationale eenheid, democratie, sociale rechtvaardigheid en geloof in God" (de vijf punten van de Indonesische Pansacila) blijken uitstekend in staat culturen te vernietigen en ten onder te laten gaan in een massacultuur die is gegrondvest op algemene en nietszeggende principes. De kunstmatige nationale eenheid van Indonesië, die niet op cultuur, godsdienst en etniciteit is gebaseerd, maar op abstracte territoriale principes, vermorzelt alle volken die steeds weer getalsmatig het onderspit delven ten overstaan van de massa Javanen.

De Nederlandse variantIn een land als Nederland, dat toch nog steeds in zekere zin een eenheidscultuur kent, werkt de methode van de eliminatie van het afwijkende, het traditionele, het godsdienstige en het niet abstracte op een soortgelijke wijze als in Indonesië, zij het meer sluipend, via de weg van rationele drogwegen. Bijvoorbeeld in de weg van een politiek van goede bedoelingen. Balkenende:

"We doen er in Nederland alles aan om te voorkomen dat mensen verstarren in onbegrip en haat. Door te wijzen op het gezamenlijke fundament van waarden, dat iedereen vrijheid van godsdienst en van meningsuiting heeft, maar ook de plicht die vrijheden op verantwoorde wijze te gebruiken."

Daarna zegt de premier iets opmerkelijks: "Handhaving van de regels van de rechtsstaat is cruciaal". Is het gezamenlijk fundament van waarden nu wel of niet het fundament van de rechtsstaat of de inhoud daarvan? Met andere woorden: als de vrijheden worden aangetast, is dan de rechtsstaat voorbij? Of ligt de rechtsstaat in de "handhaving van de regels"?

Niet de inhoud van de vrijheden, maar het loutere bestaan ervan zijn volgens de premier het gezamenlijk fundament van waarden. Dus niet de inhoud van de persoonlijke waarden, maar de vrijheid van een ieder om wel of geen bepaalde waarden te hanteren, is de persoonlijke bijdrage aan het gezamenlijke fundament?

Deze zinsnede lijkt cruciaal: "de plicht die vrijheden op verantwoorde wijze te gebruiken". Zijn vrijheden dan verantwoording schuldig aan iets dat als een hogere autoriteit fungeert, en die verantwoording verlangt? Balkenendes interpretatie van de "godsdienst in dienst van" maakt van godsdienst (en van andere zaken) in feite voertuigen voor het beleid van de overheid. Als godsdienst geen probleem is, maar een oplossing dan is deze oplossing al voorgebakken door een sturende overheid die zelf niets anders doet dan problemen preventief voor zijn.

Nietszeggendheid

Wie de "gedeelde waarden" van Nederland volgens Balkenende in ogenschouw neemt, en deze bekijkt in het licht van bovenstaande opmerkingen, valt dan ook op dat er in feite niets gezegd wordt. Want wat zijn onze gedeelde waarden? Balkenende: "Vrijheid, sociale rechtvaardigheid, respect voor de regels van de rechtsstaat, tolerantie ten opzichte van mensen met een andere overtuiging."

Je mag dus denken over genoemde zaken wat je wilt, als je pro forma maar de genoemde begrippen niet al te openlijk verkettert. En dat past ook bij onze premier, als jongleur van tautologische exercities, de man van het geloofsgeloof, respect voor willekeurige regels en tolerantie voor wat je per definitie niet werkelijk kent doordat je er vreemd tegenover staat.

Feitelijk staan deze begrippen niet zozeer voor iets, maar geven ze een competentiebereik aan van een staat. De "waarde" sociale rechtvaardigheid kan zowel "ieder voor zich" betekenen, als "de overheid voor ons allen". Niet zozeer de invulling van het begrip, maar de boodschap: de staat heeft gezag over de invulling van het sociale leven staat centraal in de boodschap van onze premier. Hetzelfde gaat op voor de "vrijheid" en de "tolerantie". Want ook deze begrippen worden in de politieke praktijk niet zozeer ingevuld, maar staan onder de beslissingsbevoegdheid van een staat die wordt aangestuurd door het demokratisches Volksempfinden van de toevallige meerderheid.

En voor alles geldt dat het volgens de "regels van de rechtsstaat" moet geschieden. Vrijheid is goed zolang het binnen de regels wordt gepraktiseerd. Net als tolerantie, we tolereren immers geen "verstarring, onbegrip en haat". De regels van de rechtsstaat gaan voor en boven alles. Ze gaan zodoende uit voor het "fundament van waarden".

Welk fundament?

De vraag is en blijft: wat is dan het fundament van de rechtsstaat die - naar het dus schijnt - buiten het "gezamenlijk fundament van waarden" ligt. Het enorme rookgordijn van Balkenende ten spijt zien we niet waar het fundament van onze rechtsstaat ligt. Wie het "gezamenlijk fundament van waarden" aanvalt, door zoals vele politici te willen snijden in de grondrechten van de burger, valt volgens Balkenende niet dit fundament van de rechtsstaat aan. Want wie het fundament van onze rechtsstaat wil vernietigen, zou toch logischerwijze een bedreiging moeten zijn van diezelfde rechtsstaat?

Dan zou bijvoorbeeld een minister Verdonk een bedreiging zijn voor de Nederlandse rechtsstaat met haar onverschilligheid ten aanzien van de vrijheden van godsdienst en van onderwijs. Wij hebben nog niets vernomen dat in de richting wijst van een verandering van vijandbeeld op dit terrein.

Niet het aantasten van het "gezamenlijk fundament van waarden" is dus volgens Balkenende c.s. een bedreiging voor de fundamentloze rechtsstaat, maar "verstarring, onbegrip en haat". Dus niet de redelijke politici van Den Haag, Jakarta, Peking en Parijs zijn de bedreigers, maar de mannen die dit fundament van de rechtsstaat, in tegenstelling tot Balkenende c.s., wèl willen concretiseren en wèl durven vastleggen, desnoods door het fundament van de rechtsstaat samen te laten vallen met het "gezamenlijke fundament van waarden". Zoals bijvoorbeeld Geert Wilders het voorstaat.

Het is duidelijk dat Wilders met diens uitsluiting van een islam van zowel ons "gezamenlijk fundament van waarden" als van onze "rechtsstaat", volgens politici als Balkenende bijdraagt aan een klimaat van "verstarring en onbegrip". Voeg daar de "haat" aan toe, en Geert Wilders is niet alleen een bedreiging voor ons "samenleven", maar weinig meer dan een potentiële terrorist.

De Joods-christelijke godsdienst van Nederland, waar Wilders c.s. op doelen, is niet bedoeld om als feel-good smeerolie te dienen voor een verlichte, mondiale maatschappij, maar is onlosmakelijk verbonden met de werkelijkheid, de interpretatie ervan, de ordening ervan en als inhoud en vorm van het leven zelf in deze werkelijkheid. Het maakt nogal wat uit wat je gelooft. Niet alleen opvattingen over leven en dood, trouw en zelfopoffering, maar ook die over vrije markt, persoonlijke verantwoordelijkheid, constitutioneel en republikeins denken maken deel uit van de Joods-christelijke traditie.

Blinde gnoe

Maar voor onze premier is het om het even of men in een Heilige Gnoe gelooft of in de christelijke God. Het onvermogen en de onwil van politici als premier Balkenende om ons gemeenschappelijke fundament te benoemen, zou wel eens niets anders kunnen zijn dan "gespeelde blindheid". Men negeert concrete inhouden en wil hoegenaamd niets vastleggen, maar ondertussen staat alles vast. Er staat namelijk vast waar het niet over mag gaan: concrete mensen, specifieke en eigen tradities en godsdiensten, eigen waarden en opvattingen, grenzen en bijbehorende uitsluitingen van anderen.

In de plaats daarvan hanteert men een abstract denken dat vliegensvlug in staat is om van nationaal naar Europees, en van Europees naar mondiaal niveau over te springen. Godsdienst is in deze wijze van denken per definitie "blind": zonder plaats, zonder uitspraken en zonder gevolgen. En niet alleen godsdienst, ook etniciteit, traditie, cultuur, begrensde ruimte, oude werknemersrechten, etc. etc. - alles is blind. Als een blinde gnoe worden Europese en Nederlandse burgers de Savanne opgejaagd: ten prooi van de greppels, de roofdieren en de versterving.

En alles wat we mee krijgen is het geloof in de vorm van een glimworpje; zo'n beestje dat een beetje licht afgeeft, maar niet veel. Laat de Papoea’s maar draven, en de Nederlanders, en de Poolse werknemers. Met wat feel-good-bindmiddel van politici als Balkenende, Bos, Marijnissen en vele anderen zijn we als een blinde gnoe gelukkige mensen... tot we onze nek breken. Als de Overheid het niet verhoede.

Noot

[1] Dr. Jan Peter Balkenende, "Godsdienst is geen probleem, maar oplossing", in Trouw d.d. 08/04/2006.

Geen opmerkingen: