woensdag 7 maart 2007

OVERWINNINGSKATER

Gisteren stierf de profeet van de simulatie: Jean Baudrillard op 77 jarige leeftijd. Zo las ik in de NRC. Nu heb ik op zich weinig met Franse filosofen, behoudens de import-Fransman Georges Simenon. Maar volgens de kranten, met name Die Welt, schreef hij mooie dingen. Dingen waar een paleoconservatief zijn voordeel mee kan doen.

Baudrillard begon als Marxist, maar verwijderde zich alras van het zijns inziens Marxistische utopisme dat geen antwoord bleek te hebben op de oprukkende massacultuur. In tegenstelling tot de Belgische socialist Hendrik de Man, die in zijn Vermassung und Kulturverfall iets dergelijks bespeurde, zocht Baudrillard niet naar negentiende eeuwse oplossingen of in een vlucht in de hogere cultuur, dat het verheffingssocialisme kenmerkte, maar zocht een andere weg.

De marxistische notie van vervreemding werd bij het falen van het marxisme door Baudrillard niet verlaten, maar juist versterkt. Baudrillard werd zelfs de megafoon van de vervreemding die dermate totaal, diepgaand en omvattend was dat er volgens hem sprake was van een schijnwerkelijkheid waarin we nu leefden en terecht zijn gekomen.

In de NRC lees ik dat om deze schijnwerkelijkheid te verklaren Baudrilaard de theorie van de simulacra ontwikkelde waarin massaculturele producten schijnvertoningen zijn van de echte werkelijkheid die we niet meer kennen. Volgens de Franse filosoof heeft de huidige mens "het contact met de echte wereld verloren, doordat hij een beeld van de wereld creëert aan de hand van wat hij in de media ziet."

Omdat de schijn de werkelijkheid heeft vervangen door een schijnwereld van reclame, design en massatoerisme, functioneerde volgens Baudrillard dus ook de moderne politiek niet meer. En dat hebben we gisteren geweten. Waar mensen voor staan, waar politici op zijn geselecteerd, wat er werkelijk aan de hand is in dit land hoor je de politici niet over. Men opereert alsof men zelf de werkelijkheid dicteert. De harde zaken van milieu en economie, een zorgvuldig door de eeuwen opgebouwde cultuur, de massa-immigratie waarvan iedereen kan zien dat het veel en veel teveel is - al dit soort dingen zijn geen randvoorwaarden voor een politiek die zich beweegt in de werkelijkheid. Nee. Al dit soort dingen zijn zelf politiek geworden.
Baudrillard werd afgeschilderd als een postmodern filosoof. Als een nihilist èn een moralist. Ik geloof daar niet zoveel van. Baudrillard ontkende niet de echte wereld, hij constateerde slechts de komst van de schijnwereld (dat maakt je in onze tijd al tot een nihilist: je verwerpt de schijn). De mens had volgens hem het contact verloren met dat wat echt is. En dan denk ik: die echte wereld bestond volgens hem dus wel (en misschien nog steeds?).

Volgens Baudrillard was er dus niet alleen een echte wereld, deze wereld bestond ook nog eens buiten ons zelf. Buiten ons handelen en utopiseren om. Kom daar maar eens om in de moderne politiek. Een SP trekt zich niets aan van economische wetten. Een VVD idem met het milieu. Partijen als D66 en GroenLinks (en VVD) hebben niets met een culturele bedding die in vele eeuwen is gegroeid. En de ChristenUnie denkt dat barmhartigheid goede mensen aantrekt en alle multiculturele problemen oplost en dat alles nog net in ons kleine landje past voordat de Dag des Oordeels komt en alles uit elkaar barst. En maar juichen, en maar treuren. En dat alles in die poppenkast van de mediaschermen.

Gisteren heeft de schijn overwonnen. Mijn universele zucht naar sprookjes, simulatie en schijn zou tevreden moeten zijn. Ze was het echter niet. Nog nooit heb ik met zoveel schaamte het stemlokaal betreden; met nog meer schaamte het weer verlaten. Ik geef toe: mijn vrouw dwong me zachtjes het circus te betreden. Maar ik merkte dat de betovering van de verkiezingsdag die het vroeger voor me had volledig weg was. De verkiezingswerkelijkheid had zich als schijn geopenbaard. Zonder een letter Baudrillard te hebben gelezen. Had hij dan toch gelijk? Meteen iets van hem bestellen.

Geen opmerkingen: